ADHD
ADHD is een afkorting. Het staat voor Attention Deficit Hyperactivity Disorder. Dat zijn Engelse woorden, in het Nederlands wordt het ook wel aandachtstekortstoornis met hyperactiviteit genoemd. Aandachtstekort betekent dat je je aandacht niet lang op één ding kunt richten, je bent snel afgeleid. Hyperactiviteit betekent dat je heel erg actief (druk) bent of dat je je zo voelt. Je voelt en/of doet onrustig. Bij ADHD gaat het niet om 'zomaar druk' of 'weinig aandacht' het is geen stoornis (aandoening/ ziekte). Niet iedereen die druk is of weinig aandacht heeft, heeft ADHD. Uit onderzoek komt naar voren dat ongeveer 3 tot 5% van de kinderen ADHD heeft. ADHD is voor een belangrijk deel erfelijk. Dat betekent dat als je moeder of vader ADHD heeft, de kans er is dat jij het ook hebt. Niet elke arts kan ADHD vaststellen, maar ADHD kan wel vastgesteld worden door een speciale arts. Bijvoorbeeld door een psychiater.
Kenmerken
Kinderen met ADHD hebben leuke kenmerken, zoals:
- Ze zijn vaak heel enthousiaste kinderen
- Ze zijn vaak dol op sport en beweging
- Ze kunnen zich soms in sommige situaties super goed concentreren.
- Ze kunnen veel en goed vertellen
- Ze kunnen leuke grapjes maken
- Ze zijn vaak heel zorgzaam
- Ze hebben veel fantasie
Mensen met ADHD hebben ook eigenschappen waar je als leerkracht of leerling ‘last’ van kunt hebben:
- Ze zijn bewegelijk en kunnen moeilijk op hun plaats blijven zitten.
- Ze roepen vaak voor hun beurt in de klas
- Ze zijn impulsief (ze doen dingen, voordat ze er bij nadenken)
- Ze kunnen soms zich niet goed concentreren
- Ze vinden het lastig om emoties te laten zien
- Ze hebben moeite met tijd en kunnen moeilijk inschatten hoeveel tijd een opdracht kost
- Ze hebben moeite met plannen en organiseren
- Het kortetermijngeheugen werkt minder goed. Ze hebben meer moeite om iets te herinneren.
Mogelijke oorzaken ADHD
Onderzoekers weten nog niet precies hoe ADHD ontstaat.
Onderzoekers hebben twee mogelijke oorzaken voor ADHD gevonden;
- ADHD wordt overgedragen door erfelijkheid. Dit betekend dat er bepaalde genen ervoor zorgen dat iemand ADHD ontwikkeld. Het gen Dopamine bijvoorbeeld. Hier kan je als kind zelf niks aan doen.
- Omgevingsfactoren, Hiermee wordt niet bedoeld dat je ouders je slecht hebben opgevoed! In tegen deel. Het gaat om factoren, gebeurtenissen, die tijdens, na of voor de zwangerschap zijn gebeurt. Bijvoorbeeld wanneer je als baby bij de geboorte tijdelijk niet kon ademen doordat er geen zuurstof was. Of doordat je moeder tijdens haar zwangerschap een hoge bloeddruk heeft gehad.
Bij ADHD spelen verschillende delen van de hersenen een rol bij het 'alle dagen heel druk' zijn. In het voorste deel van je hersenen wordt er hard gewerkt en geregeld. Informatie komt daar binnen, daarna moet er ook nog op gereageerd worden. Onderzoekers hebben goed naar de hersenactiviteit gekeken. Zij zagen dat dat deel hersenen bij mensen met ADHD minder hard werkt, en daardoor dus minder goed functioneert.
Andere delen van de hersenen worden juist overbelast. Mensen met ADHD kunnen prikkels niet goed remmen, dit wordt verder uitgelegd in het kopje "wat gebeurt in de hersenen bij mensen met ADHD". De hersenen worden telkens overspoelt met nieuwe informatie.
Eén van die delen heet de ‘visuele cortex’. Dit gedeelte van je hersenen helpt je om ergens een beeld van te maken. Want stel; je gaat boodschappen doen en je moet appels en bananen halen. Dan maakt dit stukje hersenen een ‘plaatje’ in je hoofd van de appels en bananen. Op deze manier onthoud jij makkelijker wat je moet halen. Mensen met ADHD kunnen dit ‘plaatje’ in je hoofd moeilijk maken. Ze onthouden hierdoor ook moeilijker dingen. Ook het voorste deel van de hersenen
In je hersenen wordt ook een stofje ‘dopamine’ aangemaakt. Dopamine is een stof die helpt om informatie door te geven van de hersenen naar andere delen van het lichaam. Iemand met ADHD maakt te weinig dopamine aan. Er wordt dus wel wat informatie doorgegeven maar niet alles. Er gaat veel informatie verloren. Bijvoorbeeld; je moet van de juf je rekenschrift en rekenboek pakken en deze open doen op bladzijde 26. Voor iemand zonder ADHD is dit heel makkelijk. Voor iemand met ADHD is dit een heel ander verhaal. De hersenen versturen de informatie naar je armen maar onderweg, ergens in het lichaam, gaat de informatie verloren
. Zo kan het zijn dat iemand met ADHD zijn rekenboek en schrift wel heeft gepakt maar deze niet op bladzijde 26 heeft open geslagen.
Kinderen met ADHD hebben snel het gevoel dat er te veel om hen een gebeurt. Ze geven dan aan dat ze moe worden of druk in hun hoofd zijn. Ze hebben te veel last van de ‘prikkels’ om hun heen en kunnen zich niet goed concentreren.
Voorbeelden van prikkels kunnen zijn:
- Geluiden die in de klas worden gemaakt
- Kinderen die rennen of bewegen
- Knutselwerkjes die aan de muur hangen
- Kinderen die iets aan je vragen (en je uit je concentratie halen)
Wat gebeurt er in de hersenen bij mensen met ADHD?
ADHD wordt door onderzoekers ook wel een inhibitie stoornis genoemd. Dat is een moeilijk woord, inhibitie betekend remming. Een rem ken je waarschijnlijk wel van je fiets. die zorgt ervoor dat je minder hard gaat. Een stoornis is een ander woord voor handicap, iets werkt niet zoals het moet. Bij ADHD worden prikkels uit de omgeving, informatie niet goed geremd.
De hele dag door krijgen je hersenen prikkels doorgestuurd. Om ervoor te zorgen dat een mens zich kan concentreren tijdens school of tijdens het sporten zorgen de hersenen ervoor dat bepaalde prikkels geremd worden. Een voorbeeld hiervan is dat je als je aan het voetballen bent, je waarschijnlijk niet let op het bewegen van wolken, of op het publiek aan de kant. Je focust je op de bal en het spel. De prikkels uit je omgeving worden dan op dat moment geremd. Dit zelfde geld voor school. Wanneer je een toets aan het maken bent zorgen je hersenen ervoor dat je prikkels uit de omgeving worden geremd zodat jij je goed kan concentreren op je toets.
Het remmen van prikkels in je hersenen wordt veroorzaakt door bepaalde stoffen, neurotransmitters. Deze stof zorgt ervoor dat cellen in jou lichaam informatie aan elkaar doorgeven, de cellen praten met elkaar. Het communiceren van cellen wordt een informatiestroom genoemd, die stroom zorgt er uiteindelijk voor dat wij kunnen denken, voelen, en dingen kunnen doen zoals het oppakken van iets.
Zenuwcellen communiceren dus met elkaar, dit gaat als volgt te werk.
In je lichaam zitten naar schatting 100 miljard zenuwcellen. Dat zijn er een hoop! Deze zenuwcellen kunnen met elkaar communiceren door middel van informatiestromen. Een voorbeeld:
Op een bord zie je een lekker stuk taart liggen. Je kan niet wachten om het stukje op te pakken met je handen en op te eten.
Voordat jij het stuk op kan pakken en kan genieten van het stuk taart moeten er tussen de zenuwcellen een hoop gecommuniceerd worden.
Een zenuwcel bestaat uit een cellichaam, uitlopers en dendrieten. Tussen twee zenuwcellen zit een kleine opening. Dit wordt met een moeilijk woord Synaps genoemd. Dit kan je zien als een mond.
Wanneer een zenuwcel een prikkel binnenkrijgt doordat je iets hebt gezien of ergens tegen aan bent gestoten, zorgt de zenuwcel ervoor dat er een stroompje met informatie wordt aangemaakt. Neurotransmitters zorgen ervoor dat de stroom wordt verspreidt van zenuwcel naar zenuwcel. De informatie stroom zorgt er namelijk voor dat de Neurotransmitters openbarsten en in de synaps komen, zij gaan door de mond, en hechten zich aan de nieuwe cel. Die nieuwe zenuwcel zorgt ervoor dat de informatiestroom op dezelfde manier wordt doorgegeven aan de volgende zenuwcel.
Je hebt veel verschillende Neurotransmitters in je lichaam. De neurotransmitters die een rol spelen bij het denken en uitvoeren van gedachten en bewegingen zijn dopamine en noradrenaline.
Bij mensen met ADHD zijn er twee functies in de hersenen die hun werk wat minder goed doen:
- De filterfunctie: deze functie zorgt ervoor dat niet alle informatie die je ziet wordt door gecommuniceerd naar je hersenen. Als deze functie niet zo goed werkt, reageer je dus op alle prikkels om je heen, daardoor zijn kinderen met ADHD zo snel afgeleid.
- De remfunctie: Deze functie zorgt ervoor dan je eerst denkt en daarna pas doet. Dit zorgt ervoor dat je minder domme dingen doet, maar ook dat je bijvoorbeeld stil blijft zitten als het moet. Ook zorgt het ervoor dat je tijdens het maken van je huiswerk bijvoorbeeld gedachten over feesten of tv-programma's kan remmen zodat je je goed kan concentreren op je studie. als deze functie niet zijn werk doet zorgt het er dus voor dat je drukker bent en impulsiever. Dit laatste betekend dat je bijvoorbeeld voor je beurt praat, of opstaat in situatie waarin het eigenlijk niet mag.
Medicijnen
Er is geen medicijn dat ADHD kan genezen. Wel kunnen de symptomen (verschijnselen) verminderen of zelfs verdwijnen.
Een medicijn dat vaak door mensen met ADHD gebruikt wordt, is methylfenidaat, dat werkt 3 tot 4 uur en kost een half uur om is te werken. Je hebt methylfenidaat heb je in verschillende hoeveel heden, je kan ze slikken als 5 mg of 10 mg maar ook 15 en 20 mg. Je hebt ook nog een ander soort medicijn, en dat heet Concerta, dat is het zelfde als de mort werkende maar dan duren deze lang ongeveer 6 t/m 8 uur, deze pillen kan je slikken als 18 mg, 36 mg en als 54 mg. Je kunt deze medicijnen alleen krijgen met een recept. Dit krijg je niet zomaar, ook mag niet iedereen dit slikken. Meestal krijgen mensen medicijnen én therapie. Er zijn mensen die geen Ritalin willen gebruiken. Zij gebruiken liever iets anders. Bijvoorbeeld visolie een aangepast dieet of vitamine B6. Het is niet bewezen dat deze middelen werken. Toch zijn er veel mensen die zich er goed bij voelen en dat is het belangrijkste.
Gevolgen van ADHD
Als je ADHD hebt, zitten daar natuurlijk gevolgen van. Er zijn leuke en minder leuke gevolgen. Soms zijn de gevolgen alleen voor diegene met ADHD en soms zijn ze er ook voor de omgeving.
Leuke gevolgen:
- Ze zijn onbevangen: ze stappen makkelijk op andere mensen af om ze vragen te stellen.
- Ze zijn erg behulpzaam
- Ze houden van gekke dingen doen en verzinnen leuke uitstapjes
- Ze zijn vaak vrolijk, spontaan en kunnen veel grapjes maken
- Het leven is nooit saai met ADHD. Doordat ze vaak eerst doen en dan denken, maken ze meer mee dan iemand zonder ADHD.
- Ze kunnen heel enthousiast zijn!
- Ze zijn super creatief.
- Ze hebben een groot rechtvaardigheidsgevoel.
- Ze kunnen goed voor zichzelf opkomen en nemen niet zomaar iets van iemand aan.
Minder leuke gevolgen:
- Kinderen met ADHD doen vaak dingen voordat ze er bij nadenken. Hieraan irriteren andere kinderen zich aan hem/haar. Ook vinden ze kinderen met ADHD te druk. Het kind met ADHD is soms eenzamer en heeft weinig vrienden.
- Kinderen met ADHD krijgen vaak te horen dat zij ‘rustiger’ moeten doen. Je kunt begrijpen dat kinderen met ADHD het niet leuk vinden om dit te horen. Ze kunnen er weinig aan doen. Als je steeds hoort wat je fout doet, is dat niet fijn. Je raakt hierdoor het vertrouwen in jezelf kwijt.
- Op school moeten kinderen zich lang concentreren. Kinderen met ADHD vinden dit heel erg moeilijk en het lukt dan ook vaak niet. Ze hebben vaak hun werk niet af. Doordat zij de les niet af krijgen, hebben zij minder geoefend. Ze kunnen hierdoor slechtere cijfers halen.
- Doordat kinderen niet de hele les goed meekrijgen, ontwikkelen ze een soort ‘gatenkaaskennis’. Van sommige dingen weten ze heel veel, maar van andere dingen weer weinig.
- Drukke kinderen worden sneller gezien door de leerkracht en krijgen daardoor vaker straf.
- Als je vaak hoort dat je iets niet goed doet, ga je daar zelf ook in geloven. Je gaat van jezelf denken dat je niet zo veel kunt. Kinderen met ADHD ontwikkelen soms faalangst.
- Kinderen met ADHD krijgen op de middelbare school problemen met het plannen en het geven van presentaties. Dit vinden kinderen met ADHD moeilijk en vaak is het te weinig aangeboden op de basisschool.
- Kinderen met ADHD vinden het moeilijk om in te schatten welke gevolgen hun gedrag op anderen heeft. Ze zijn niet goed in het bedenken van de oorzaken en gevolgen van hun gedrag. Hierdoor hebben ze vaak ruzies met andere kinderen op school.
Nieuws over ADHD
In september 2013 werd er veel geschreven over ADHD. In 2009 zou een Amerikaanse psychiater (Leon Eisenberg) gezegd hebben dat ADHD een verzonnen ziekte is. Waarschijnlijk is dit niet zo gezegd en hebben mensen er een ander verhaal van gemaakt. Het is en blijft dus heel belangrijk om alles te controleren wat je leest.
Omgaan met ADHD
Dit stukje is meer bedoeld voor de omgeving van iemand met ADHD. Op die manier kunnen de mensen hem/haar een beetje helpen. Deze 'tips' zorgen er natuurlijk niet voor dat de ADHD verdwijnt, het kan er wel voor zorgen dat die persoon zich prettiger voelt.
- laat het kind zijn kwaliteiten gebruiken
- zorg voor een duidelijke structuur. Bijvoorbeeld een dagindeling of regels
- geef duidelijke opdrachten, niet meer dan één tegelijk
- beloon goed gedrag door een complimentje of aandacht te geven
- geef interessante taken, anders dwaalt de aandacht van het kind snel af
- laat het kind af en toe lekker bewegen, dan kan het de energie kwijt
Onthoud dat een kind met ADHD ook gewoon wil spelen en vriendjes wil hebben. Hij/ zij reageert soms anders en doet niet alles expres. Als je daar een beetje rekening mee probeert te houden, dan is dat voor iedereen fijn. Soms is dat best moeilijk, maar dat is het voor een kind met ADHD ook.
Filmpjes
- Jeugdjournaal Bart heeft ADHD
- Liedje Liedje van Kinderen voor Kinderen
- Wat is ADHD Korte uitleg in een filmpje
- Wat is ADHD Duidelijke video waarin wordt uitgelegd wat ADHD is.
- https://www.hetklokhuis.nl/tv-uitzending/3189/ADHD
Zie ook
- Autisme
- ADD concentratie stoornis
- Coduct disorder CD afgekort gedragstoornis
- Oppositioneel-opstandige gedragsstoornis ODD afgekort
- Schakel rijbewijs moeilijk