Dyslexie
Je hebt vast wel eens van dyslexie gehoord. Misschien ben je zelf dyslectisch of heeft iemand bij je in de klas er last van. Die kans is best groot want één op de 8 kinderen is dyslectisch.
Meestal wordt dyslexie omschreven als 'niet goed kunnen lezen'. Nou is dat natuurlijk een breed begrip want als je het alfabet niet leert kun je ook niet goed lezen. Maar dyslectische mensen hebben moeite om van letters en woorden op papier spraakklanken te maken. Oftewel: Je ziet een woord maar kan het niet meteen hardop zeggen.
Vaak verwisselen dyslectische kinderen letters die op elkaar lijken, zoals de b en de d. Ze hebben moeite te onthouden welke letters bij welke klanken horen. BOEK kan dan worden gelezen als DOEK of MELK als WELK en STRAAT wordt STAART. Ook gebeurt het dat letters die ongeveer dezelfde klank hebben door elkaar worden gehaald, zoals de v en de f. Vers fruit wordt dan vers vruit of fers fruit.
Zo ziet een stuk tekst er voor sommige dyslectische kinderen uit.
Gelukkig weet men nu ook wat dyslexie is en worden dyslectische kinderen op school goed begeleid. Dat was vroeger wel anders. Men wist vaak niet waarom sommige kinderen moeite hadden met lezen. De meesters en juffen dachten soms dat die kinderen dom waren. En omdat sommige kinderen bijvoorbeeld wel goed konden rekenen dachten ze dat die leerlingen lui waren of geen zin hadden om te lezen. Of dat ze iets aan hun ogen hadden. Daarom werd dyslexie vroeger woordblindheid genoemd. Gelukkig weten we nu dat kinderen met dyslexie niet dom zijn en ook zeker niet blind. Iemand met dyslexie kan heel goed zijn in andere vakken, zoals rekenen en aardrijkskunde.