Kinetische energie
Dit artikel is (gedeeltelijk) geschreven door Pabo-studenten van de MarnixAcademie en blijft in ieder geval staan tot de beoordeling is gegeven. |
Alles dat beweegt heeft energie in zich: een rijdende auto, een vallende steen, een stromende rivier, jij. Al deze bewegingsenergie noemen we ook wel kinetische energie.
Formule
Isaac Newton (1642-1727) wordt gezien als de grondlegger van de kinetische energie. Zijn tweede wet geeft uitleg over de formule om versnelling te meten:
- F = m × a
Dit betekent dat je massa (m) en versnelling (a) nodig hebt, om kracht (F) te berekenen. Latere wetenschappers zouden hier de uiteindelijke formule van kinetische energie op gebaseerd hebben. Niet iedereen vond namelijk dat Newton gelijk had.
De Duitser Gottfried Leibniz en de Zwitser Johann Bernouille waren het niet eens met het idee van Newton en zij kwamen met een uiteindelijke, algemene formule:
- Ek = 0,5 × m × v²
Bij deze formule heb je massa (m) en snelheid (v) nodig voor het berekenen van kinetische energie (Ek). Leibniz noemde dit vis viva (naar het Latijn voor levende kracht). De Nederlandse wetenschapper Willem 's Gravesande was een groot fan van Newton, maar ook een echte empirische wetenschapper. Oftewel, hij deed wilde alles zelf zien. Hij ging aan het experimenteren en liet kogels met verschilende massa van verschillende hoogte in een bak klei vallen. Zo zag hij verschillen in hoe diep de kogels in de klei zakten. Hiermee kon hij aantonen dat Leibniz gelijk had.
Met de formule voor kinetische energie kunnen wetenschappers nu bijvoorbeeld berekenen hoe ver een bal geschopt kan worden, of hoeveel energie een vliegtuig nodig heeft om in de lucht te blijven. Omdat zoveel dingen bewegen, blijft dit een erg belangrijke formule.
Potentiële energie
Voorbeelden
Newtonpendel
Een pendel is iets dat heen en weer beweegt, zoals een schommel. Bij een Newtonpendel kan je goed zien dat kinetische energie wordt doorgegeven. Als je de eerste bal optilt, ontstaat er potentiële energie. Bij het loslaten wordt dit kinetische energie. Als de bal tegen de tweede bal aankomt, gaat de energie daarin over. Maar de tweede bal kan nergens heen en geeft de energie over naar de derde en dan naar de vierde. De vijfde kan wel omhoog en deze begint dan ook te bewegen, terwijl de middelste drie stil blijven hangen. Als de vijfde bal weer tegen de vierde aankomt, gaat de energie terug naar de eerste bal.
Deze pendel is vernoemd naar Newton, omdat zijn wetten hierin mooi terug te zien zijn. Veel mensen hebben er tegenwoordig thuis één, om naar te kijken.
Hamer
Als je met een hamer op een spijker wil slaan, houd je de hamer eerst omhoog. Daar heeft de hamer dus potentiële energy. Als je dan de hamer naar beneden slaat, verandert de potentiële energie in kinetische energie. Op het moment dat je de spijker raakt, wordt de energie uit de hamer overgebracht op de spijker die dan (hopelijk) netjes in je bouwwerk glijdt.
Molen
Wind- en watermolens werden vroeger vaak gebruikt om dingen in beweging te brengen. Water stroomt van het hoogste punt, naar het laagste en heeft hierdoor dus kinetische energie in zich. Het water brengt deze energie over op het rad, dat ook gaat bewegen. Hierdoor gaat de paal in het midden van het rad draaien. Met een serie van raderen werd uiteindelijk bijvoorbeeld een molensteen rondgedraaid, om graan te malen. Bij een windmolen is het de beweging van de wind die de wieken laat bewegen en hiermee het mechaniek van de molen laat draaien.
Toen er nog geen elektriciteit was, was dit een heel handige manier om vanalles te laten bewegen. Veel molens zijn nu niet meer in gebruik.
Rube Goldbergmachine
Rube Goldberg was een Amerikaanse tekenaar die verhalen tekende over een professor die overdreven ingewikkelde uitvindingen deed om simpele dingen mee te doen. Een Rube Goldbergmachine is dan ook een machine met heel veel onnodige onderdelen. Deze zijn vaak wel heel erg gaaf. Met allerlei huishoudspullen wordt een kettingreactie gebouwd. Vaak zet een mens de machine in gang, maar daarna blijft alles in beweging door op verschillende manieren kinetische energie door te geven.