Nieuwe Hollandse Waterlinie

Uit Wikikids
Naar navigatie springen Naar zoeken springen
Stap6.gifDit artikel is (gedeeltelijk) geschreven door Pabo-studenten van de MarnixAcademie en blijft in ieder geval staan tot de beoordeling is gegeven.Nuvola apps kwrite.png

De Nieuwe Hollandse Waterlinie is een van de bekendste verdedigingslinies in de geschiedenis van Nederland. De bouw van de linie begon in het jaar 1815. De linie bestaat uit een groot aantal sluizen en bruggen en ongeveer zestig verschillende forten en vijf vestingssteden: Muiden, Weesp, Naarden, Gorinchem en Woudrichem. In totaal was de verdedigingslinie 85 kilometer lang. Het begin was bij de Zuiderzee en de linie liep tot en met de Biesbosch.


Het doel en de werking van de Nieuwe Hollandse Waterlinie

De Nieuwe Hollandse Waterlinie is gemaakt om Nederland te beschermen tegen vijanden als er bijvoorbeeld oorlog was. Het water werd gebruikt als wapen. Als de vijand eraan kwam, dan werden er gebieden van 3 tot 5 kilometer met opzet onder water gezet. Dit heet inundatie. Dit gebeurde op een speciale manier, namelijk door sluizen open te zetten. Soms werden er ook zelfs dijken doorgebroken. Hierdoor kon het rivierwater zich verspreiden over de stukken land in de buurt. In het gebied lag dan een laagje water van ongeveer 40 centimeter over het land. Dit is tot kniehoogte. Doordat er water lag, was het voor mensen, voertuigen en paarden bijna niet mogelijk om door het gebied heen te komen. Voor varen met een boot was 40 centimeter ook te ondiep. Hierdoor kon de vijand niet dichtbij komen. Er waren ook stukken land, zoals heuvels, die hoger lagen. Dit werd dan niet onder water gezet, maar deze delen van de linie werden goed in de gaten gehouden. Vanuit de forten werd gekeken of de vijand het gebied niet binnen zou komen. Als dit wel gedaan werd, dan werd er vanuit de forten geschoten op de vijand.


Het fort

Een fort is een militair gebouw dat gebouwd is om te verdedigen tegenover de vijand. Voor de Nieuwe Hollandse Waterlinie zijn er ongeveer 60 forten gebouwd. De bouw van de forten is verdeeld in drie periodes.

Periode 1: 1816 tot 1824 In deze periode werden de forten gebouwd van aarde. De forten werden vaak gebouwd in een diepe gracht. De forten vielen zo niet op. Op het middelplein van het fort stonden tenten. Op de wallen van het fort stonden verdedigers met hun wapens.

Periode 2: 1840 tot 1860 In deze periode werden er nieuwe forten gebouwd. Deze fort werden een torenfort genoemd. Het fort werd gebouwd als een toren van heel zwaar metselwerk van stenen. Dit zorgde voor een goede bescherming. De doorsnede van een fort was ongeveer 35 meter. Het gebouw had meestal twee tot drie verdiepingen. De onderste verdieping was de bomvrije kazerne. De bovenste verdieping was de opstelplaats. Hier stonden de verdedigers met hun wapens.

Periode 3: 1860 tot 1885 In deze periode werden de forten die er al stonden aangepast. Doordat de torenforten vaak hoog waren en erg opvielen in het landschap, werden de bovenste verdiepingen bedekt met aarde. Hierdoor vielen de forten minder op en waren ze nog beter beschermd tegen aanvallen. Ook werd er een halve ring in de bovenste verdieping van het fort gemaakt, waar de verdedigers stonden met hun wapens. Deze ring wordt de contrescarpgalerij genoemd.

Afkomstig van Wikikids , de interactieve Nederlandstalige Internet-encyclopedie voor en door kinderen. "https://wikikids.nl/index.php?title=Nieuwe_Hollandse_Waterlinie&oldid=462823"