Franse Revolutie

Uit Wikikids
Naar navigatie springen Naar zoeken springen
De bestorming van de Bastille, 14 juli 1789

De Franse Revolutie (1789-1795) was een opstand van het volk, dat zich onderdrukt en uitgebuit voelde, tegen het gezag van de Franse koning. Maar toen het volk eenmaal de macht had overgenomen, oefende het een terreur uit die nog vele malen erger was dan toen de koning het nog voor het zeggen had. Die binnenlandse terreur ging ten slotte over in een oorlog van Frankrijk tegen de buurlanden. Uiteindelijk kreeg heel Europa, tot Rusland toe, met de Franse agressie te maken. De Franse Revolutie vertoont grote overeenkomst met de Oktoberrevolutie van 1917 in Rusland. Flinke teen

De drie Standen

In Frankrijk had je destijds drie "standen": de adel (baronnen enz.), geestelijkheid (de kerk), en de zogeheten Derde Stand, de burgerij. Dat was dan nog de invloedrijke burgerij, want het "gewone" volk had helemaal niets te vertellen. Wat de burgerij wel mocht, was belastingen betalen, waarvan adel en geestelijkheid waren vrijgesteld. In 1789 was de Franse schatkist bijna leeg en de Franse koning was ten einde raad. De belastingen dan maar weer verhogen? De burgerij morde al. En hij riep de Staten-Generaal (vertegenwoordigers van de drie standen, niet direct een echte volksvertegenwoordiging) bijeen voor beraad. Dat was voor het eerst sinds 1614, dus je begrijpt wel, hoe ernstig de toestand was.

De bestorming van de Bastille

Nu ze er toch zaten, eiste de Derde Stand allerlei veranderingen in het bestuur van het land en dat daarover hoofdelijk zou worden gestemd, dus niet per stand, want dan was het altijd twee tegen een. Toen dat werd afgewezen, vormde de Derde Stand zelf een soort bestuur en zwoer pas uiteen te gaan, als er een nieuwe grondwet kwam. Dat staat bekend als de "Eed op de kaatsbaan". Maar de koning had daar helemaal geen zin in, en hij stuurde het leger op de vergadering af. Dat was het sein tot een algehele opstand. Het volk bestormde de staatsgevangenis, de Bastille, waar voornamelijk politieke gevangenen werden opgesloten. Die gevangenis was het symbool van de onderdrukking door de vorst. Dat was het begin van de Franse Revolutie, 14 juli 1789, Quatorze juillet (spreek uit katorz zwiejè) in het Frans. Die datum wordt nog jaarlijks in Frankrijk gevierd (niet herdacht), want daar beschouwen ze de Franse Revolutie als iets heel moois.

Een nieuwe grondwet

De koning krabbelde al snel terug. De adel deed op 4 augustus vrijwillig afstand van zijn voorrechten. Vrijheid, gelijkheid en broederschap werden erkend als mensenrechten. In november 1789 begon het overleg over de grondwet. De adel werd afgeschaft. Er zou vrijheid van godsdienst komen, en het bezit van de kerk werd onteigend. De macht van de koning werd ingeperkt. Hij probeerde al zijn invloed aan te wenden om te voorkomen dat de grondwet werd ingevoerd. Dat mislukte en in september 1791 werd de grondwet - niet nadat hij onder druk was gezet - door hem bekrachtigd.

Frankrijk op het oorlogspad

Je hebt dat vaker met revoluties: ze beginnen veelbelovend, en eindigen in een drama. Er kwamen nu mensen aan de macht die er misbruik van maakten. Er werd geruzied en de conflicten stapelden zich op. Een binnenlandse chaos dreigde. Om de aandacht daarvan af te leiden en de eenheid te herstellen besloot het parlement (de "Wetgevende Vergadering" genoemd, die de eigenlijke macht uitoefende) in april 1792 de oorlog aan Oostenrijk te verklaren, dat de Zuidelijke Nederlanden (het huidige België) in bezit had. Maar die oorlog verliep niet naar wens; er werden veldslagen verloren. Het koningspaar kreeg de schuld: ze hadden de vijand in het geheim om redding gesmeekt en gehoopt dat de oude toestand (die van vóór de Revolutie) weer hersteld kon worden. De koning werd gevangen genomen en er begon een bloedige vervolging van aanhangers van de koning, want die waren er toch ook nog. Duizenden werden er afgeslacht.

Het binnendringen van Oostenrijks bondgenoot Pruisen in Frankrijk deed de Franse Revolutie herleven. De Zuidelijke Nederlanden werden door Frankrijk veroverd. Een nieuw parlement, Nationale Conventie genoemd, riep de republiek uit. De monarchie werd afgeschaft en de Franse koning werd op 21 januari 1793 onthoofd.

Het Schrikbewind

In Europa werd met afgrijzen gereageerd op deze schanddaad. Engeland, Nederland en Spanje sloten zich aan bij Oostenrijk en Pruisen om tegen Frankrijk ten strijde te trekken. De Oostenrijkers heroverden de Zuidelijke Nederlanden en drongen Frankrijk binnen. Frankrijk zelf werd hierdoor intern een politiestaat, dat zich door een "schrikbewind" (zo staat het ook bekend, het "Schrikbewind van de Franse Revolutie") probeerde te handhaven. Het christendom werd tot een verboden geloof verklaard en de christelijke kalender vervangen door een geheel nieuwe. Er dreigde een burgeroorlog. Een opstand van de resterende aanhangers van het koningshuis in de Vendée (een Franse provincie) werd in bloed gesmoord. Maar uiteindelijk kregen de gematigden in de Conventie de overhand. Het Schrikbewind eindigde met de onthoofding in juli 1794 van 92 aanhangers van deze beweging.

Het einde van de Franse Revolutie

De Franse Revolutie verliep met horden en stoten en kwam in 1795 tot stilstand onder invloed van de successen die de Franse militaire operaties in het buitenland hadden. Zo veroverden de Fransen de Zuidelijke en de Noordelijke Nederlanden (België en Nederland) en het gebied ten westen van de Rijn. En daar zou het niet bij blijven.

Afkomstig van Wikikids , de interactieve Nederlandstalige Internet-encyclopedie voor en door kinderen. "https://wikikids.nl/index.php?title=Franse_Revolutie&oldid=439896"