Slag bij Aldie
Werk in uitvoering! Aan dit artikel wordt de komende uren of dagen nog gewerkt. Belangrijk: Laat dit sjabloon niet langer staan dan nodig is, anders ontmoedig je anderen om het artikel te verbeteren. De maximale houdbaarheid van dit sjabloon is twee weken na de laatste bewerking aan het artikel. Kijk in de geschiedenis of je het artikel kunt bewerken zonder een bewerkingsconflict te veroorzaken. |
Dit artikel is nog niet af. |
Slag bij Aldie | |
een tekening van de slag bij Aldie | |
Datum | 17 juni 1863 |
Locatie | Loudoun County, Virginia |
Resultaat | Onbeslist |
Strijdende partijen | |
Verenigde Staten | Confederatie |
Leiders | |
Judson Kilpatrick | Thomas T. Munford |
Troepensterkte | |
1.000 | 1.500 |
Verliezen | |
305 | tussen 110 en 119 |
Portaal Amerikaanse Burgeroorlog |
Sjabloon:Zijbalk Gettysburg-veldtocht
De Slag bij Aldie was één van de veldslagen van de Amerikaanse Burgeroorlog. De veldslag vond plaats op 17 juni 1863 in Loudoun County in Virginia.
Veldslag
Wanneer de Unionistische cavalerie het dorpje Aldie, Virginia uitreden op 17 juni werden ze meteen beschoten vanachter een stenen muurtje langs de Snickersville pike. De unionistische cavaleristen onder bevel van generaal-majoor Alfred Pleasonton hadden J.E.B. Stuart voor de tweede keer ontmoet, deze keer tijdens een zoektocht naar het hoofdkwartier van Robert E. Lee. Stuart deed er echter alles aan om met een sterke weerstand te bieden de troepen van Lee verborgen te houden. Uiteindelijk resulteerde dit in een enorme botsing centraal in het dorpje Aldie, in de buurt van een klein landhuis dat eigendom was van een zekere meneer Furr., die later de Slag bij Aldie zou heten. Voor majoor Henry Lee, die een bataljon leidde met twee eskaders onder bevel van de kapiteins Lucius Sargent en John Tewksbury zou dit de grootste veldslag uit de Burgeroorlog worden...
In het begin van de veldslag chargeerden veel compagies van Judson Kilpatricks 1st Massachusetts cavalry - tijdelijk onder bevel van Greely Curtis - op Stuart af. Hierbij namen Sargent en Higginson op hun bevel terwijl ze naar het Furrs landhuis reden. Terwijl de sabels "knipperden" op de kasseiweg was er een korte schermutseling tussen Higginsons troepen en een zuidelijk eskader onder bevel van Alexander Payne, bestaande uit Thomas Munfords 4th Virginia cavalry, waarna Paynes mannen terugtrokken en Higginson ze niet achtervolgden. Sargent wilde echter een meer vredig einde van de woeste veldslag en probeerde de Virginiaanse soldaten zo uit te lokken om de veldslag op te geven. Het daaropvolgende gevecht tussen Paynes en Higginsons troepen resulteerde in de dood van vijf Unionistische officieren: Sergeant Martin, die gewond raakte door een sabel, luitenant George Fillebrown van Sargents eskader, en nog 2 andere soldaten die stierven aan schotwonden. Majoor Higginson zelf was bewusteloos van zijn paard gevallen met een kogel in zijn rug en een sabelsnee in zijn rechterwang. Te voet en gewond werd Higginson - die probeerde te vluchten - krijgsgevangene genomen. Wanneer de majoor vertelde dat hij dodelijk gewond was liet Payne hem beroven en liet hem enkel zijn paard achter.
Luitenant Charles Parsons van Sargents eskader handelde snel en efficiënt en kon zo hergroeperen en enkele zuidelijke eenheden van hun regiment afsnijden. Terwijl Tewksbury met moeite probeerde Parsons regiment te ondersteunen werd Parsons regiment beschoten vanachter een stenen muurtje bij de Snickersville pike, net voor Furrs landhuis. Een derde eskader onder bevel van Charles Adams - kleinzoon van de voormalige president John Quincy Adams - faalde in een poging om te chargeren met de troepen van Tewksbury. Terwijl Adams mannen afstegen en probeerden uit te rusten in een klein stukje bos werden ze beschoten door een dodelijk spervuur.
Curtis beval nu het laatste eskader van de 1ste Massachusetts onder bevel van onderluitenant Charles Davis om zich met de sabel op te stellen aan het einde van een smalle weg. Wanneer Davis' mannen langs de bocht bij de Snickersville pike kwamen werd de weg versperd door allemaal dode mannen en paarden. Een paar waren slechts dodelijk gewond en kreunden van de pijn. Voordat Davis' soldaten konden vertragen en afstijgen liepen ze in een hinderlaag: ze werden neergemaaid door een spervuur van Virginiaanse soldaten die op de loer lagen achter de muur. Niet in staat om terug te trekken werden Davis' soldaten door elkaar vertrapt omdat iedereen tegelijkertijd in paniek wou vluchten.
Gevolgen
Minder dan de helft van de 1ste Masachusetts cavalry overleefde deze verschrikkelijke nachtveldslag. Slechts één belangrijk figuur overleefde in de vier eskaders, namelijk James J. Higginson, de jongere broer va Higginson - hij werd krijgsgevangen gemaakt. In de laatste fase van de veldslag woedde de slag over de velden in de omtrek. De geconfedereerden dreven alle noordelijken met succes terug. De overwinning was duidelijk voor de zuidelijke kant, deze leden echter maximum 250 verliezen.