Zaad (plant)

Meer dan de helft van alle plantensoorten komt te voorschijn uit zaad.
Sommige van die zaden zijn opvallend groot. Denk maar eens aan de kokosnoot of een meloen.
Behalve in grootte kunnen zaden ook nog verschillen in kleur, geur en vorm. Op de volgende drie punten komen alle zaden overeen:

• Bevatten een kiem voor een nieuwe plant;
• Zijn voorzien van resevevoedsel om de kiemplant te voeden als die groeit;
• Bezitten een taai zaadvlies (de zaadhuid), dat kiem en voedsel beschermt.

Als je een zaad in de grond stopt, komt er niet meteen een plant uit. Eerst komt de kiemrust. Dan rust het zaad uit en wacht op een speciale prikkel. Dat is soms een koude periode of een straaltje zonlicht. De kiem groeit dan omhoog en omlaag: de stengel en de wortel. Als het plantje de eerste blaadjes heeft, dan kan het zelf water en zonlicht opnemen. De nieuwe levensfase is begonnen!