Invasie in de Varkensbaai
De Invasie in de Varkensbaai, ook wel het Varkensbaai-Fiasco genoemd, of De Varkensbaai-invasie, is een mislukte invasie, uitgevoerd door de CIA aan de kust van Cuba. Dit was gedaan om de regering van de dictator Fidel Castro omver te werpen.
Doel
Fidel Castro was in 1959 aan de macht gekomen in het land Cuba. Fidel Castro voerde een communistisch bewind, wat betekende dat iedereen alleen naar hem moest luisteren. De Amerikaanse president Eisenhower, verbrak in 1961 zijn laatste connecties met Cuba en Fidel Castro. In 1960 had president Eisenhower toestemming gegeven om een aanval uit te laten voeren door de CIA en het Cubaans verzet op Castro's land. De anti-Castrobeweging - mensen die tegen Castro waren - trainde op verschillende plaatsen om een aanval uit te voeren.
De invasie
In 1961, inmiddels was president John F. Kennedy de president in de Verenigde Staten, voerden de CIA en het Cubaanse verzet de aanval uit. Kennedy had de bevolking voorafgaand aan de aanval ervan verzekerd dat de Amerikanen met de aanval niets van doen hadden. Dit deed hij, omdat Castro anders wellicht de VS zou aanvallen. De invasie viel tegen. Het Cubaanse leger bood heftig verzet en de CIA moest zich terugtrekken. Charles Cabell, hoofd van de CIA, belde Kennedy en vroeg om luchtsteun te verlenen. Dit zou betekenen dat de CIA en de Cubanen makkelijker Cuba in konden trekken. Kennedy weigerde en de anti-Castrobeweging leed een zware nederlaag. Honderden mannen werden gedood en tientallen mannen gevangen genomen.
Afsluiting
Uiteindelijk kon Kennedy gevangenen vrijkopen voor 53 miljoen dollar. Hij liet het volk weten een fout gemaakt te hebben en hiervan geleerd te hebben. Desondanks waren de anti-Castrobeweging en de CIA erg kwaad op de Amerikaanse overheid, met name op Kennedy. Cabell werd na de actie door Kennedy ontslagen. "Fiasco" betekent "Fout", of "Blunder". Dat was de reden dat deze invasie ook wel het Varkensbaai-fiasco genoemd wordt. Varkensbaai was overigens de plek waar de aanval plaatsvond.