Driehoek
Naar navigatie springen
Naar zoeken springen
Een driehoek is een wiskundige figuur met 3 hoeken. Alle hoeken hoeven niet gelijk te zijn om een driehoek te zijn. Wel zijn altijd alle hoeken van een driehoek samen 180°.
Voorbeelden
Er zijn veel mogelijkheden om een driehoek te maken. Enkele voorbeelden:
- 60° (scherpe hoek) + 60° + 60° = 180° (gelijkzijdige driehoek)
- 90° (rechte hoek) + 45° + 45° = 180° (rechthoekige driehoek)
- 100° (stompe hoek) + 40° + 40° = 180° (stomphoekige driehoek)
In een driehoek hebben de hoeken en zijden speciale namen:
- De zijde AB heet de basis van een driehoek.
- De hoeken die aan de basis zitten (hoek A en hoek B) heten de basishoeken van de driehoek.
- De bovenste hoek ( hoek C) heet de tophoek van de driehoek.
Bijzondere driehoeken
Er zijn ook een paar bijzondere driehoeken die een speciale naam hebben. Enkele voorbeelden:
- Een gelijkbenige driehoek is een driehoek met twee gelijke zijden.
- In een gelijkbenige driehoek heten de zijden die even lang zijn de benen van die driehoek.
- Een gelijkzijdige driehoek is een driehoek met drie gelijke zijden.
![]() |
Dit artikel is een beginnetje. Je wordt uitgenodigd op bewerk te klikken om dit artikel aan te vullen.
Meer informatie over dit onderwerp vind je hier: |
![]() |
Dit artikel is een beginnetje.
|