Sla

Sla is een soort groente waarvan de bladeren worden gegeten, bijna altijd rauw. Sla wordt veel gebruikt in salades, bijvoorbeeld met verschillende soorten door elkaar, of met tomaten, komkommers en andere rauwe groente. Of er worden een paar blaadjes sla op bijvoorbeeld een broodje hamburger gelegd.

Soorten

Er zijn allerlei verschillende soorten. De meeste soorten sla zijn groen vak kleur maar er zijn ook rode soorten. Sommige soorten vormen een krop, met bladeren die dicht bij elkaar groeien. Andere soorten doen dat niet. De structuur verschilt ook per soort. IJssla (vaak ijsbergsla genoemd) heeft stevige bladeren, een beetje knapperig. Botersla heeft slappere bladeren, die zachter zijn.

Ook de vorm van de slabladeren verschilt. Gewone kropsla heeft grote, tamelijk ronde bladeren. Eikenbladsla heeft bladeren die (zoals de naam al zegt) de vorm hebben van bladeren van een eikenboom. Krulsla heeft bladeren waarvan de randen nogal gekruld lijken.

Feitjes

• De Romeinen aten ook al sla, maar de soorten die zij hadden smaakten nogal bitter. Daarom werd sla in die tijd altijd gekookt.
• Als je de sla niet op tijd oogst, dan groeit er een lange stengel uit die gaat bloeien. Dat wordt ook wel "doorschieten" genoemd.