Gebruiker:Jurriaan/Spelling/Oefeningen/8

Welkom bij oefening 8, de eerste en enige oefening van het kopje "Verkleinwoorden". Hieronder zie je enkele zinnen. In elke zin staat een woord tussen (haakjes) met daarachter puntjes. Het is de bedoeling dat je op die puntjes de verkleining zet van het woord dat tussen haakjes ervoor staat. Succes!

Deel 1

1. Die man is echt een (opa) ... .
2. Heb jij liever een klein (boom) ... of een klein (struik) ... in je achtertuin?
3. Wat een lief (poes) ... heb jij!
4. Niet zo schreeuwen, het (baby) ... slaapt.
5. Kees gaat morgen voor het eerst naar een (kleuterklas) ... .
6. Mijn (skipas) ... is verlopen.
7. Wat een gezellig (café) ... .

Moeilijk? Ha! Het wordt nog moeilijker bij deel 2, succes!

Deel 2

1. Wat een klein (DVD) ... .
2. Dat is geen tiramisu, dat is een klein (tiramisu) ... .
3. Mijn (broer) ... speelt hockey met een klein (hockeystick) ... .
4. Tim kreeg voor zijn verjaardag een (auto) ... .
5. Een kia is een kleine auto, maar een een (smart) ... is nog veel kleiner.

Deze oefening hoef je niet te mailen!

Deze oefening is gemaakt door Beemster. Superbedankt!