Bijten
Naar navigatie springen
Naar zoeken springen
Bijten doe je met je tanden.
WERKWOORD | ||
Persoon | Tegenwoordige tijd / Tijd van nu | Tijd van toen / verleden tijd |
Ik | Bijt | Beet |
Jij / U | Bijt | Beet |
Hij /Zij / Het | Bijt | Beet |
Wij | Bijten | Beten |
Jullie | Bijten | Beten |
Zij | Bijten | Beten |
Voltooid deelwoord | ('t Fokschaak) | Gebeten |
Zwakke werkwoorden 't fokschaap + x - Laatste stamletter in 't kofschipx: -te(n) - Laatste stamletter niet in 't kofschip: -de(n) '-ven en -zen krijgen altijd -de(n) Ik ren de , ik beantwoord de , wij ren den