Blaf
Blaf / Blaffen = een werkwoord
Ik blaf
Hij / zij blaft
De hond blaft
Wij / Zij blaffen
Het geluid van een hond noemen we blaffen.
Blaf / Blaffen = een werkwoord
Ik blaf
Hij / zij blaft
De hond blaft
Wij / Zij blaffen
Het geluid van een hond noemen we blaffen.