Besteleend
In 1951 bracht het Franse bedrijf Citroën een auto op de markt waarmee boeren over een hobbelige landweg konden scheuren zonder hun eieren te breken. De 2CV (deux chevaux staat voor 'twee paardenkracht') was geboren en kreeg in Nederland de bijnaam Lelijke Eend. Algauw kwam er een grotere variant met meer laadvermogen, in de volksmond de 'besteleend' .
Oorspronkelijk bedoeld als bedrijfswagen, bouwden veel Nederlanders hun besteleend om tot minikamper. Het was een vreemde auto. Het stuur was enorm en de voorruit was zo laag dat je bijna als een wielrenner over het stuur moest hangen voor voldoende zicht.
De snelheid
Topsnelheid in de beginjaren? Een kilometer of zestig per uur. In de bochten helde de auto zover door, dat inmiddels al zeezieke passagiers steevast in paniek raakten. De besteleend maakte een enorm kabaal, waardoor iedereen je van verre hoorde aankomen en gesprekken binnen schreeuwend werden gevoerd. Andere autos vlogen de besteleend bij het stoplicht voorbij omdat hij zo traag optrok.
Geen stomme auto
Ondanks alle handicaps, was de wagen met de sympathieke koplampen en de klapraampjes razend populair. Toch stopte de fabriek in 1978 met productie.