Conifeer
| Conifeer of naaldboom Coniferophyta of Pinophyta | |
|---|---|
|
| |
| Leefgebied | Noordelijk halfrond, deels Zuidelijk halfrond |
| Leefomgeving | Taiga, divers |
| Behoort tot de | Naaktzadigen (Gymnospermae) |
Portaal  Biologie
| |
Coniferen of naaldbomen (Coniferophyta of Pinophyta) zijn een groep kegeldragende zaadplanten die behoren tot de naaktzadigen (Gymnospermae), die op hun beurt behoren tot de Zaadplanten (Spermatophyta).
Alle bestaande coniferen zijn meerjarige houtachtige planten. De overgrote meerderheid zijn bomen, hoewel er ook een paar struiken van zijn. Coniferen hebben meer schubachtige naalden, terwijl de naaldbomen meer echte naalden hebben. Wat ze allemaal gemeen hebben is dat ze dus kegels hebben, waarvan de dennenappel de bekendste is.
Voorbeelden zijn ceders, douglassparren, cipressen (Cupressus), Schijncipres (Chamaecyparis), moerascipres (Taxodium distichum), sparren (Picea), jeneverbessen (Juniperus), levensboom (Thuja), kauri, lariksen of lorken (Larix), hemlocksparren, sequoia's of mammoetbomen (Metasequoia), dennen (Pinus) en taxussen (Taxus).
De groep van coniferen of naaldbomen bevat naar schatting acht families, 68 geslachten en 629 levende soorten.
Onderverdeling sinds 2004
Subklassen, orden en families
- Cipresfamilie (Cupressidae)
- Araucarians (Araucariales), komen vooral voor op het Zuidelijk halfrond
- Apenboomfamilie (Araucariaceae), waaronder de kauri
- Pdocarps (Podocarpaceae)
- Cipressenfamilie of cypresachtigen (Cupressaceae)
- Parasoldenachtigen (Sciadopityaceae), waaronder de Japanse parasolden (Sciadopitys verticillata)
- Sequoia-achtigen (Sequoiae), waaronder de sequoia's of mammoetbomen (Metasequoia)
- Callitroideae, komen vooral voor in Australië
- Cypresachtigen (Cupressaceae), waaronder de jeneverbessen (Juniperus), cipressen (Cupressus), Schijncipres (Chamaecyparis) en de levensboom (Thuja)
- Taxusachtigen (Taxaceae), waaronder de taxussen (Taxus)
- Araucarians (Araucariales), komen vooral voor op het Zuidelijk halfrond
- naaldboomachtigen (Pinidae)
- Naaldbomen (Pinales)
- Pijnboomachtigen (Pinaceae), waaronder de dennen (Pinus), zilverspar (Abies) en de gewone spar (Picea)
- Naaldbomen (Pinales)
- Gnetales (Gnetidae) traditioneel uitgesloten van de Coniferen en naaldbomen, maar het zijn wel naaktzadigen
- Ephedra (Ephedraceae)
- Welwitschia (Welwitschiaceae)
- Gnetum (Gnetaceae)
- Cheirolepidiaceae †
- Palissyales †
- Voltziales †