Romeins legioen
Het Romeinse Legioen was het meest geävanceerde leger van zijn tijd. Dit was de legerorganisatie die het Romeinse Rijk gebruikten sinds de 1ste eeuw voor Christus en het werd gebruikt doorheen het hele Keizerrijk. Het woord legioen komt van het Latijnse woord legio.
Werk in uitvoering! Aan dit artikel wordt de komende uren of dagen nog gewerkt. Belangrijk: Laat dit sjabloon niet langer staan dan nodig is, anders ontmoedig je anderen om het artikel te verbeteren. De maximale houdbaarheid van dit sjabloon is twee weken na de laatste bewerking aan het artikel. Kijk in de geschiedenis of je het artikel kunt bewerken zonder een bewerkingsconflict te veroorzaken. |
Dit artikel is nog niet af. |
Geschiedenis
Vroege Romeins Leger
De vroege fases van het Romeinse leger zin minder gedocumenteerd dan de legioenen die iedereen kent. Eerst waren de Romeinen net zo geörganiseerd als de Galliërs: eropaf en hopen dat ze winnen.
Later echter gebruikten ze de falanx, een opstellling overgevlogen uit het Oude Griekenland. Deze opstelling gebruikte hoplieten met lange speren die in een dicht formatie de vijand konden verslaan. Deze had wel nadelen: door de opgepakte opstelling konden pijlen hun moeilijk missen, en soldaten konden niet vluchten. De falanx kon ook alleen maar heel moeilijk en traag bewegen, waardoor ze zeer kwetsbaar waren als langs de zijkant of achterkant werden aangevallen.
Vanwege de zwakke punten veranderden ze hun systeem naar een systeem dat ze de komende 300 jaar zouden gebruiken: het manipulair stelsel. Het was opgebouwd uit manipels, elk 120 man groot, twee centuriën. Manipel komt van het Latijnse woord manus, wat handvol betekent. Dat zal dan wel een grote hand zijn. De eerste linie van manipels bestond uit de hastatii: de jongste van het leger en ook de mider rijke. In het midden stonden de principes, ietzs ouder dan de hastatii, en ook iets rijker. Zij waren meestal de fatale slag die de vijanden van de Romeinen nodig hadden om het op te geven. Achter hen waren de triarii, de oudsten van het leger en de rijksten. Zij werden alleen maar gebruikt in noodgevallen.
Toen kwam er een man genaamd Marius, en di zou het hele leger veranderen, en zonder te weten ook het Romeinse Rijk.
Organisatie
Eenheden
Een heel legioen had ongeveer 5000 man.
Cohort
Een legioen was opgebouwd uit 10 chorten. Alle cohorten bestonden uit 480 man opgedeeld in 6 centuriën. De 1ste cohort was de beste cohort en ook de grootste: met 800 man in een cohort. Een cohort werd geleid door de beste centurio van de cohort. Dit was de primus pilus. Cohorten waren de grootste afzonderlijk beweeegbare eenheid.
Centurie
Het woord centurie komt van het Latijnse woord centuria dat dan weer is afgeleid van centum dat 100 betekent. Hoewel er maar 80 man in een centurie zitten. Elke centurie had een centurio die leider was van deze tachtig man. Een centurie kon ook afzonderlijk bewegen van zijn cohort. Elke centurie was opgebouw uit tien contubernia, een eenheid van acht man. Deze acht man sliepen samen in een tent en per contibernium en per acht man was er ene os voor voedsel, bagage, hun tent en andere lasten die ze niet zelf moesten dragen.
Auxilia
Elk legioen werd aangevuld door hulptroepen. Auxilium betekt hulp in het Latijn. De hulptroepen bestonden uit cavalerie, huurlingen, slingeraars, boogschutters, artillerie...