Indira Gandhi
Werk in uitvoering! Aan dit artikel wordt de komende uren of dagen nog gewerkt. Belangrijk: Laat dit sjabloon niet langer staan dan nodig is, anders ontmoedig je anderen om het artikel te verbeteren. De maximale houdbaarheid van dit sjabloon is twee weken na de laatste bewerking aan het artikel. Kijk in de geschiedenis of je het artikel kunt bewerken zonder een bewerkingsconflict te veroorzaken. |
Dit artikel is nog niet af. |
Indira Gandhi | |
---|---|
Indira Gandhi in 1966 | |
Naam voluit | Indira Priyadarshini Gandhi |
Geboren | 19 november 1917 |
Geboren te | Allahabad, Verenigde Provincies van Agra en Oudh, Brits
-Indië (het huidige Prayagraj, India) |
Overleden | 31 oktober 1984 |
Overleden te | New Delhi, India |
Gehuwd met | Feroze Gandhi (1942 ; overleden 1960) |
Partij | Congrespartij (Indiaas Nationaal Congres) |
Functie | 3e premier van India |
Aantreden | januari 1966 Opnieuw in januari 1980 |
Aftreden | maart 1977 oktober 1984 |
Voorganger | Charan Singh |
Opvolger | haar zoon Rajiv Gandhi |
Functie(s) | |
3e premier van India Minister van Buitenlandse Zaken (9 maart 1984 - 31 oktober 1984) | |
Portaal Politiek |
Indira Priyadarshini Gandhi werd geboren op 19 november 1917 in Allahabad, Verenigde Provincies van Agra en Oudh, Brits-Indië (het huidige Prayagraj, India). Ze is vermoord op 31 oktober 1984 in New Delhi, India.
Samenvatting
Zij was een Indiase politicus en een centrale figuur van het Congrespartij in India. Ze werd in 1966 verkozen tot 3e premier van India en was ook de eerste en tot op heden enige vrouwelijke premier van India. Indira Gandhi was de dochter van Jawaharlal Nehru, de eerste premier van India. Indira Gandhi was premier van januari 1966 tot maart 1977 en opnieuw van januari 1980 tot haar moord in oktober 1984, waarmee ze de op één na langstzittende Indiase premier werd na haar vader.
Tijdens haar vaders premierschap van 1947 tot 1964 werd Gandhi beschouwd als een belangrijke assistent en ze vergezelde hem op zijn talrijke buitenlandse reizen. Ze werd in 1959 verkozen tot voorzitter van het Indian National Congress. Na de dood van haar vader in 1964 werd ze benoemd tot lid van de Rajya Sabha (Hogerhuis) en werd ze lid van het kabinet van Lal Bahadur Shastri als minister van Informatie en Omroep. Bij de parlementaire leiderschapsverkiezingen van de Congress Party die begin 1966 (na de dood van Shastri ) werden gehouden, versloeg ze haar rivaal Morarji Desai om leider te worden, en volgde zo Shastri op, na zijn dood , als premier van India.
Als premier stond Gandhi bekend om haar politieke onverzettelijkheid en ongekende centralisatie van de macht. Ze ging ten strijde met Pakistan ter ondersteuning van de onafhankelijkheidsbeweging en de onafhankelijkheidsoorlog in Oost-Pakistan, wat resulteerde in een Indiase overwinning en de oprichting van Bangladesh, en ook de invloed van India vergroot tot het punt waarop het de enige regionale macht van Zuid-Pakistan werd in Azië. Naar aanleiding van een oproep tot revolutie in haar land, stelde Gandhi de noodtoestand in van 1975 tot 1977 waar fundamentele burgerlijke vrijheden werden beperkt en de pers werd gecensureerd (gecontroleerd door de overheid). Tijdens de noodsituatie werden overal wreedheden begaan. In 1980 kwam ze weer aan de macht na vrije en eerlijke verkiezingen. Nadat Gandhi opdracht had gegeven tot militaire actie in de Gouden Tempel in Operatie Blue Star, vermoordden haar eigen lijfwachten en sikh-nationalisten haar op 31 oktober 1984.
In 1999 werd Indira Gandhi uitgeroepen tot "Woman of the Millennium" (vrouw van het millennium) in een online peiling georganiseerd door de BBC. In 2020 werd Gandhi door het tijdschrift Time genoemd als een van de 100 machtige vrouwen ter wereld die de afgelopen eeuw hebben bepaald.
Het vroege leven en carrière
Indira Gandhi groeide op in Allahabad, in een Kashmiri Pandit- familie. Haar vader, Jawaharlal Nehru, was een leidende figuur in de beweging voor onafhankelijkheid van de Britse overheersing en werd de eerste premier van de Dominion (en latere Republiek) van India. Ze was het enige kind (ze had een jongere broer die jong stierf), en groeide op met haar moeder, Kamala Nehru, op de Anand Bhavan, een groot familielandgoed in Allahabad. Ze had een eenzame en ongelukkige jeugd. Haar vader was vaak weg, leidde politieke activiteiten of zat in de gevangenis, terwijl haar moeder vaak ziek was en later stierf aan tuberculose. Ze had beperkt contact met haar vader, voornamelijk via brieven.