Beugel (gebit)

Uit Wikikids
Naar navigatie springen Naar zoeken springen
Tanden waarop een beugel wordt vast gezet.

Er zijn een heleboel soorten beugels. De orthodontist moet natuurlijk wel kijken wat voor een beugel jij nodig hebt, daarvoor maakt hij of zij een behandelingsplan.

Een behandelingsplan is een schema om te kijken wat voor een beugel jij nodig hebt. Meestal maakt de orthodontist gipsafdrukken en foto’s. Er worden twee soorten foto’s gemaakt: digitale en röntgenfoto’s. Met die röntgenfoto’s moet je als eerste in een in een soort dingetje bijten met je voortanden.

Bij de andere moet je op een kruk zitten of gewoon staan. Dan worden twee dingen in je oor geplaatst zo dat je op de goede positie blijft staan. Dan worden de foto’s gemaakt. Bij het maken van de gipsafdrukken wordt er eerst in je mond gekeken welke maat bakje je nodig hebt om je afdruk in te maken. In dat bakje wordt zacht spul gedaan en daar moet je in happen. Dit spul wordt hard en dan haalt de orthodontist het uit je mond. Met deze afdruk wordt een gipsen model gemaakt. Zo weet de orthodontist precies wat voor een beugel jij nodig hebt.

Je hebt dan natuurlijk ook verschillende beugels. Je hebt een vaste beugel, een losse beugel, een buitenboordbeugel en laatste beugel. Een vaste beugel is een beugel die op je tanden en kiezen wordt vastgelijmd en kan niet uit je mond gehaald worden. Deze beugel wordt gebruikt als je erg scheve tanden hebt. Een losse beugel kan je wel uit je mond halen. Deze beugel wordt gebruikt om de groei van je kaken te regelen. Ook bestaat er een buitenbeugel, die hangt uit je mond. Een buitenboordbeugel wordt gebruikt om ruimte te maken in je mond. De laatste beugel zorgt ervoor dat je tanden en kiezen recht blijven en dat je tanden en kiezen in de goede stand blijven staan.

De behandeling van een beugel duurt ongeveer twee jaar.

Geschiedenis

In 1844 ging Magill cement gebruiken. Nu konden de beugels met metalen ringetjes om de tanden vastgemaakt worden met cement. Dus je kreeg cement die wij nu hebben voor een huis. Rond het begin van de jaren 50 hield een groep tandartsen zich alleen nog maar bezig met beugels omdat ze daar veel over wisten. Hierna gingen ze het specialisme in tandheelkunde “de orthodontie’’ noemen. In 1866 was Norman Kingsley de uitvinder van de buitenboordbeugel. Hij was ook de uitvinder van de blokbeugel. In 1887 heeft Edward H. Angle een boek over orthodontie geschreven en veel beugels ontworpen. Hij startte in 1900 de eerste opleiding tot specialist in orthodontie. Daarom wordt hij ook wel de grondlegger van de orthodontie genoemd (dat betekent dat hij begonnen is met de orthodontie). In 1953 is in Nederland pas de orthodontie als specialisme erkend door Professor Bijlstra.

J.A.W. Van Loon ontwierp deze beugel vroeger. Dit ontwerp zag er heel ingewikkeld uit. De methode van Van Loon werd vanaf 1933 niet meer gebruikt. De beugel ontwikkelde zich in 1933 tot 2005.

Pijntjes

Een beugel doet ook soms pijn. Bijvoorbeeld bij een blokjesbeugel schuren de slotjes tegen je lippen aan. Hierdoor kan je blaren krijgen. Bij sommige andere beugels voel je het dan weer trekken.

Soorten

Er zijn heel veel soorten beugels. Een daarvan is de blokjesbeugel (ook wel activator of dubbeldekker). Vroeger hadden ze de beugel om het ook te versieren op hun tanden. En een daarvan is de losse beugel die blijft niet zitten maar die kan je eruit halen.

Afkomstig van Wikikids , de interactieve Nederlandstalige Internet-encyclopedie voor en door kinderen. "https://wikikids.nl/index.php?title=Beugel_(gebit)&oldid=683973"