Cobza
Werk in uitvoering! Aan dit artikel wordt de komende uren of dagen nog gewerkt. Belangrijk: Laat dit sjabloon niet langer staan dan nodig is, anders ontmoedig je anderen om het artikel te verbeteren. De maximale houdbaarheid van dit sjabloon is twee weken na de laatste bewerking aan het artikel. Kijk in de geschiedenis of je het artikel kunt bewerken zonder een bewerkingsconflict te veroorzaken. |
Dit artikel is nog niet af. |
De cobza (ook cobsa, cobuz, koboz) is een meersnarig tokkelinstrument van de luit-familie, uit Roemenië en Moldavië. Het is van oorsprong populair in de Roemeense en Moldavische folklore of volksmuziek (het wordt beschouwd als het oudste begeleidingsinstrument in de regio). Het wordt ook gebruikt bij de Táncház, een volksdans uit Hongarije (eind 20e eeuw).
Hoewel het lijkt op de Kobza uit Oekraïne, is dit een instrument met een andere constructie (manier van bouwen) en oorsprong.
Bouw
De Oekraïense kobza had traditioneel darm snaren. Het was een luitachtig snaarinstrument met een klankkast dat uit een enkel blok hout was gehakt. Instrumenten opgebouwd uit latten bestaan ook. De kobza heeft een middellange hals met al dan niet vastgebonden frets, die meestal ook van darm waren gemaakt. Het was enkelsnarig (soms ook dubbelsnarig) en de snaren werden bespeeld met de vingertoppen of af en toe met een plectrum dat door een ring om de middelvinger was geregen.
De Roemeense Cobza is met metaal bespannen snaren (hoewel er moderne nylon-besnaarde modellen bestaan, meestal in Hongarije), en heeft een zeer korte hals zonder frets (hoewel een nieuwere gegroefde cobza te vinden is in de Republiek Moldavië), met een naar achteren gebogen pennenbak. De achterkant is geribbeld.
De Cobza wordt dus gespeeld met een plectrum (traditioneel een ganzenveer) en heeft een slagplaat die lijkt op die van een zogeheten Oud. De snaren zijn ver uit elkaar geplaatst bij de brug om de manier van speeltechniek te vergemakkelijken. Het heeft een zachte toon, waarbij de snaren meestal gestemd zijn als DADG (hoewel de afstemming afhangt van stijl, regio en speler).
Men denkt dat de oorsprong van de Roemeense Cobza een lokale bewerking is van de Perzische barbat of Turkse Oud. Het is waarschijnlijk in de 15e eeuw door rondtrekkende Roma- muzikanten (zigeuners) naar het gebied gebracht (een Roma-Romaanse muzikant wordt lăutar genoemd, letterlijk luit- speler). Een Cobza-speler wordt specifiek een "cobzar" genoemd. Opmerkelijke Cobza-spelers waren Ion Păturică, Ion Zlotea, Marin Cotoanță, Grigore Kiazim (uit Walachije ), Nicolae Păsnicuțu en Constantin Negel (uit Moldavië ).
Er wordt gezegd dat de Cobza ook in de 19e eeuw werd gespeeld door Joodse muzikanten uit de regio Moldavië. Het lijkt erop dat Cobza ook werd gebruikt in verschillende muziekensembles in de regio Bukovyna (op de grens van Roemenië en Oekraïne) in het midden van de oorlog, en volledig werd vervangen door de mandoline en de 4-snarige domra toen dit gebied werd opgenomen in de Oekraïense Socialistische Sovjetrepubliek.
De naam van het instrument kan afkomstig zijn van het Turkse "kopuz".
Links
- YouTube - Romanian Cobza
- YouTube - Ukrainian Kobza