Johan van Oldenbarnevelt
Johan van Oldenbarnevelt (1547-1619) was een Nederlands politicus uit de tijd van de Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden.
Oldenbarnevelt maakt carrière
Oldenbarnevelt studeerde in Leuven, Bourges, Keulen en Heidelberg en was dus allesbehalve een kamergeleerde. In 1586 werd hij in het gewest Holland landsadvocaat, een functie die later raad(s)pensionaris werd genoemd. Dat was een soort juridisch raadsman van de Staten (het provinciebestuur), die ook een grote politieke macht bezat. Hij vertegenwoordigde dit machtige gewest in de Staten-Generaal (waar alle zeven gewesten van de Republiek vertegenwoordigd waren), trad met buitenlandse gezanten in overleg en werd zodoende leider van de binnen- en buitenlandse politiek van het hele land. Je zou hem dus ook een soort minister van Binnen- én Buitenlandse Zaken kunnen noemen. Juist omdat hij zo belangrijk was, kon er gemakkelijk ruzie ontstaan met de militaire leider, stadhouder Prins Maurits. En dat gebeurde ook.
Meningsverschillen met Prins Maurits
Het eerste conflict had plaats tijdens het Twaalfjarig Bestand (1609-1621). Dat was een wapenstilstand, die tijdens de Tachtigjarige Oorlog met de Spanjaarden was overeengekomen. Prins Maurits had liever doorgevochten en was tegen; de gematigde Oldenbarnevelt was vóór. Dat legde al de kiem voor een nog grotere twist tussen beiden.
De godsdienstvete
Er was namelijk een vete ontstaan onder de Calvinisten (Gereformeerden zouden we tegenwoordig zeggen) over veranderingen op het gebied van het geloof. Dat leidde tot spanningen en onrust in het hele land, want iedereen deed in die tijd aan godsdienst. Dat je niks was, of nooit naar de kerk ging, bestond eenvoudig niet. De ene partij, de Remonstranten, die veranderingen wilden, was in de minderheid, maar werd in het gewest Holland gesteund door Oldenbarnevelt en de meeste regenten (bestuurders) daar. Die wilden ook in kerkelijke zaken invloed. Tegenover de Remonstranten stonden de Contra-Remonstranten, die niets zagen in veranderingen en alles bij het oude wilden laten. Deze laatste groep werd gesteund door de prins Maurits. Zo ontstond uit een religieus (godsdienstig) conflict een politiek conflict tussen de twee voornaamste machthebbers in de Republiek. Omdat de grote meerderheid van de gewesten de Contra-Remonstranten steunde, moest Oldenbarnevelt de strijd wel verliezen.
Oldenbarnevelt gevangen. De Synode van Dordrecht
In 1618 gaven de Staten-Generaal Maurits toestemming alles te doen wat deze nodig vond om de rust in het land te herstellen. Die liet zich dat geen twee keer zeggen en hij liet Oldenbarnevelt, die hij haatte, met een aantal medestanders oppakken. Vervolgens liet hij overal in het gewest Holland aanhangers van de Remonstranten (die in dit gewest immers de meeste steun genoten) uit het bestuur verwijderen. De invloed van het gewest op de regering was daardoor gebroken.
In 1618 werd in Dordrecht een zogeheten Nationale Synode gehouden om de geloofskwestie op te lossen. Daarbij werd de leer van de Remonstranten veroordeeld. Er werd een strenge Calvinistische geloofsbelijdenis voorgeschreven en besloten tot een Bijbelvertaling, rechtstreeks uit de oorspronkelijke talen, waarin geen ruimte was voor interpretaties (andere uitleg) van Gods woord. Omdat de Staten-Generaal hiertoe opdracht gaven, heet deze Bijbel de Statenbijbel. De scheiding tussen Kerk en Staat was dus nog ver weg.
Oldenbarnevelt ter dood veroordeeld
Oldenbarnevelt ondertussen werd van hoogverraad beschuldigd en ter dood veroordeeld. Toen hem werd gevraagd of hij gratie wilde vragen, antwoordde de grijze staatsman: "Aan hem? Aan Maurits? Nooit!" In 1619 werd hij onthoofd. De mare ging, dat het hoofd van het schavot buitelde, door de modder rolde en voor de voeten van Prins Maurits, die bij de executie aanwezig was, bleef liggen. Voor het laatst keken ze elkaar in de ogen. "Nooit!" zou het hoofd nog hebben uitgebracht.
Oldenbarnevelts kompaan, Hugo de Groot, kwam er beter af. Die werd tot levenslange gevangenisstraf veroordeeld en opgesloten in Slot Loevestein, maar wist na twee jaar op spectaculaire wijze in een boekenkist te ontsnappen.