Rote Armee Fraktion
De Rote Armee Fraktion (RAF) was een links-extremistische terreurgroep uit West-Duitsland (BRD). In het Nederlands betekent Rote Armee Fraktion ‘Rode leger-fractie’. De naam komt van het Japanse rode leger. Een ‘Fraktion’ is een eenheid binnen een communistische beweging. De RAF werd in 1970 opgericht door onder meer Andreas Baader, Gudrun Ensslin en Horst Mahler. De terreurgroep is verantwoordelijk voor bankovervallen, aanslagen en ontvoeringen in Duitsland en Nederland. De groep heeft meer dan veertig dodelijke slachtoffers geëist. In 1998 liet de RAF weten dat zij zichzelf hadden opgeheven. Het belangrijkste doel voor de RAF was het verzet tegen het ‘grootkapitaal’ en het kapitalistische systeem: het verschil tussen arm en rijk in de samenleving. Vooral studenten waren ontevreden over het kapitalistische systeem in Nederland en Duitsland. De groep ging langzaam maar zeker steeds meer geweld gebruiken om hun doelen te bereiken. In 1977 kreeg ook Nederland voor het eerst te maken met het geweld van de RAF.
Oprichting
De Rote Armee Fraktion is opgericht door Duitse jongeren die geboren waren na de Tweede Wereldoorlog. Deze jongeren waren tegen het kapitalisme. De oprichters van de groep waren Andreas Baader, Gudrun Ensslin, Horst Mahler, Ulrike Meinhof en Jan-Carl Raspe. Ze waren actief van 1970 tot 1972. De groep overvielen banken om zo geld te verdienen voor bomaanslagen. De bomaanslagen waren gericht op Duitse overheidsgebouwen. De leden van de RAF vonden dat de Duitse regering nog veel leek op de nazi's uit de Tweede Wereldoorlog. Omdat ze zoveel bomaanslagen pleegden, werden ze gezocht door de politie. In 1972 werden de meeste leden opgepakt en naar de gevangenis gebracht.
Duitse Herfst
Toen de leden waren opgepakt was het nog niet klaar met de RAF. Er waren nieuwe leden die dat de opgepakte leden werden vrijgelaten. Ze deden dit door geweld te gebruiken. Ze ontvoerden belangrijke mensen en zeiden dat ze die pas vrijlaten als de gevangen leden worden vrijgelaten. Op 5 september werd Hanss Martin Schleyer ontvoerd. De Duitse politie ging hier niet op in en ging op jacht naar de leden. De situatie werd steeds erger. Er werd zelfs een vliegtuig gekaapt om te zorgen dat de RAF leden vrij werden gelaten. Al deze pogingen mislukten en de politie bevrijde het gekaapte vliegtuig. De ontvoerde man werd door de RAF leden vermoord. Later werden zij ook opgepakt. De RAF leden die in de gevangenis zaten pleegden zelfmoord toen ze hoorde dat het mislukt was.
RAF in Nederland
In 1977 kreeg ook Nederland voor het eerst te maken met het geweld van de RAF. In Duitsland werden zware middelen ingezet om de RAF af te stoppen. In Nederland wist de regering niet zeker of ze dit een goede aanpak vonden: ze wilden in Nederland geen politiestaat worden.
De RAF had al langere tijd connecties in Nederland. Ze hadden in ons land een klein netwerk van handlangers maar ook vluchtauto’s en schuilplaatsen waar ze zich konden verstoppen voor de politie.
Utrecht
Op 22 september 1977 was de eerste schietpartij in Nederland waar de RAF bij betrokken was. RAF-lid Knut Folkerts had in Utrecht een auto gehuurd en moest deze terugbrengen. De politie wist dit en wilde Folkerts arresteren op het moment dat hij de auto terug zou brengen. De politie zette een valstrik op en wachtte tot Folkerts zou komen. De arrestatie ging niet zoals de politie dat had gehoopt, ze hadden Folkerts onderschat. Op het moment dat de politie Folkerts wilde arresteren begon hij direct te schieten. Rechercheur van de politie Arie Kranenburg werd doodgeschoten en een andere rechercheur raakte zwaargewond door de kogels. Folkerts werd een paar dagen na de schietpartij toch gearresteerd. Hij werd gevangengezet in Maastricht. Op dat moment is dat de modernste gevangenis van Nederland.
Amsterdam
De tweede schietpartij waarbij de RAF betrokken was, was in Amsterdam. De politie is aan het surveilleren bij een flat waar twee RAF-leden al een tijdje wonen. De RAF-leden kwamen naar buiten en de politie wilde ze arresteren. Net als bij de arrestatie van Folkerts in Utrecht ontstaat er een schietpartij waarbij drie agenten en beide RAF-leden gewond raken. De RAF-leden worden wel dezelfde dag nog gearresteerd. In Nederland wordt nu wel duidelijk dat er iets moet gebeuren tegen het geweld van de terreurgroep. De Nederlandse regering besluit onder andere strenge grenscontroles in te voeren waarbij er wordt gecontroleerd op personen en wapens in auto’s.
Kerkrade
Bij een van de grenscontroles in Limburg vindt er nog een laatste schietpartij plaats. Twee grensambtenaren, Dionysius de Jong en Johannes Goemans, worden bij Kerkrade door voortvluchtige RAF-leden neergeschoten toen zij hen wilden controleren op hun paspoort. Toch vindt de overheid niet dat er speciale wetten gemaakt moeten worden om dit geweld tegen te gaan. Grenscontroles zijn prima, aanpassing van wetten is ondenkbaar.
Straf
De RAF-leden die in Utrecht en Amsterdam op de politie hadden geschoten zaten allemaal vast in Nederland. Hier moeten ze dan ook voor de rechtbank verschijnen. Advocaat van de RAF-leden is Gerard Spong. De man die in Utrecht had geschoten moest als eerst voor de rechter verschijnen. Hij weigerde twee dagen lang iets te zeggen over zijn daden. Hij krijgt twintig jaar cel voor het doodschieten van Rechercheur Arie Kranenburg. De mannen die in Amsterdam op de politie hadden geschoten kregen in Nederland geen straf maar werden uitgeleverd aan Duitsland na een jaar vast te hebben gezeten in Nederland. De mannen die in Kerkrade douaniers doodschoten kregen levenslang maar verlieten de gevangenis al na twintig jaar.