Slaaf
![]() |
Een slaaf is iemand die in slavernij geboren is. Hij of zij is het bezit van iemand, zijn of haar meester. Een slaaf is dus een voorwerp, en wordt vaak slecht behandeld.
In de Romeinse tijd hielden de Romeinen er slaven op na: blanke slaven uit Gallië en Germanie, en negerslaven uit Afrika.
In de Middeleeuwen had je in Europa geen slavernij. Je had wel de horigen; zij waren de pachters van land van de adel en hadden weinig geld. Ze waren afhankelijk van de adel.
En tenslotte in Afrika vochten de stammen onderling met elkaar. De overwinnaar hield de verliezers als slaaf. Die werden aan westerse (Nederlandse, Britse, Franse en Spaanse) en vooral Arabische handelaren doorverkocht als slaaf. Zo belanden ze in Noord- en Zuid-Amerika en Azië.
Slavernij is van alle tijden en komt soms nog altijd voor in de moderne tijd, ook al is het inmiddels afgeschaft en verboden. Tegenwoordig heb je nog kindslaven en worden vrouwen gedwongen tot prostitutie. Dat laatste is ook slavernij, want ze moet al haar geld afstaan.