Vrachtwagen

Een vrachtwagen, ook wel truck = Engels, is een vervoersmiddel om vrachten (spullen) mee te vervoeren. Vrachtwagens zijn heel groot en sterk. Ze worden voor alles gebruikt. Ze vervoeren van alles. In verschillende aanhangers zoals met een zeil of een dieplader, een bakwagen of tankwagen. De sterkste vrachtauto is de Volvo FH16. Dit zijn een paar merken:

• [[

---

Daf]];

• Volvo;
• Iveco;
• Mercedes;
• Reneault;
• Mack Peterbilt.

Een vrachtwagen vervoert goederen. Alle auto s die meer dan 3500 kilo wegen, noemen we vrachtwagens. Vrachtwagens zijn maximaal vier meter hoog en tweeënhalve meter breed. Zonder aanhanger mag een vrachtauto in Nederland maximaal twaalf meter lang zijn. Een vrachtwagencombinatie bestaat uit een motorwagen met aanhanger, of een trekker met oplegger. De trekker met oplegger zie je in Europa het vaakst. Vrachtauto's worden aangedreven door een dieselmotor. Een personenauto heeft meestal vijf versnellingen vooruit en één achteruit. Een versnelling zorgt ervoor dat de motor van de auto precies de goede kracht heeft voor een bepaalde snelheid. Een vrachtwagen heeft achttien of meer versnellingen vooruit en twee achteruit.

Vaak kun je aan de tekst of de afbeelding op een vrachtwagen zien wat hij vervoert.

In de cabine

Voor in de vrachtwagen zit de cabine. De chauffeur bestuurt daar de wagen. Om er te komen, moet je een trapje opklimmen. De cabine is hoog, zodat de chauffeur goed zicht heeft op de weg. In de cabine zit het dashboard. Daarop vind je allerlei knoppen, tellers, meter en wijzers. De chauffeur weet precies waar die allemaal voor zijn. Er zijn ook computers aan boord. Die waarschuwen als er een probleem is. Sommige problemen kan een chauffeur zelf oplossen, bijvoorbeeld olie verversen. Als hij een storing niet zelf kan oplossen, rijdt hij naar de dichtstbijzijnde vrachtwagengarage (zeg: gaaraazje).

De chauffeur maakt zijn cabine meestal gezellig, want hij is op een dag vaak urenlang aan het rijden.

Vroeger laadde en loste een chauffeur zijn eigen vrachtwagen. Dat was zwaar werk. Veel gebeurde met de hand. Tegenwoordig zijn er voor de vrachtwagenchauffeur allerlei hulpmiddelen bij het laden en lossen. De laadklep kan omhoog en omlaag. Er zijn elektrische karretjes en grijpkranen. Veel spullen zitten verpakt in kratten, dozen en kisten. Grote vrachten in de haven zitten vaak in een container. Een container past in z'n geheel op de oplegger van een vrachtwagen. Met een hijskraan wordt een container vanaf een schip op een vrachtwagen gehesen. Er kan van alles in zitten. Koffie of cacao uit Brazilië«, graan uit Amerika, speelgoed uit China, of nog iets anders.

Door heel Europa rijden vrachtwagens. Sommige chauffeurs rijden steeds dezelfde route. Anderen hebben steeds verschillende ritten. Vaak worden de heenrit en de terugrit goed op elkaar afgestemd. Dan rijdt de vrachtwagen heen met Nederlandse spullen voor de export. Het transportbedrijf probeert voor de terugweg ook een vracht te regelen. Dat heet import. Want het is natuurlijk zonde om een vrachtwagen leeg terug te laten rijden. Tijdens lange, internationale ritten rijden er vaak twee of drie chauffeurs op één vrachtwagen. Ze rijden om de beurt, zodat de vrachtwagen flink opschiet. Niet alleen mannen kunnen op een vrachtwagen rijden. Veel vrouwen zijn ook prima vrachtwagenchauffeurs

Spelletje

• Dode hoek spel