Krabben (dieren)
De krab is een weekdier. De meeste soorten leven in zee, maar er zijn ook land- en mangrovekrabben. Er zijn ongeveer 8600 soorten, die verspreid over de hele wereld voorkomen. In België en Nederland zijn er zo'n 38 soorten die regelmatig te zien zijn.
De grootste krab ter wereld is de Japanse reuzenkrab.
Een bijzondere krab is de Gewone hooiwagenkrab, ze naam komt van de hooiwagen, een spin met dunne pootjes. Dat is bij deze krab net zo. Hij komt ook algemeen voor aan de Nederlandse en Belgische kust.
Voortbeweging Een krab loopt niet recht voor zicht uit, maar zijwaarts. Hun groot lichaam steunt op dunne looppootjes. Pas op als je een krab wil grijpen. Ze gaat meteen in afweerhouding staan. Ze zet zich schrap en steekt haar grote scharen dreigend naar voor.
Voortplanting
Deelonderwerp
De krab is een heel goed moedertje. In de maanden april, mei en juni draagt ze ongeveer 185 000 eitjes. Deze zitten vast op haar achterlijf. Dat is een brede driehoek. Eind juni – begin juli kun je haar kindjes op het strand en op de golfbrekers vinden. Ze zijn dan enkele cm groot. Voedsel voor de krab
Deelonderwerp
Een krab is een echte aaseter. Dit betekent dat ze dode dieren eet. Als ze honger heeft, durft ze ook wel een levende prooi pakken. De krab kan je op de mosselbanken vinden. Ze wacht tot een mossel de schelp opent. Op dat ogenblik steekt ze haar grote scharen tussen de kleppen. Er breekt een stukje van de schelp af. De mossel kan zich nu niet meer verdedigen. Hongerige Anneke kan de mossel nu rustig oppeuzelen.
Soorten krabben
Er zijn twee soorten krabben; een strandkrab en een zwemkrab. De achterste poten van een strandkrab zijn puntig terwijl een zwemkrab zijn achterpoten breed en afgeplat zijn.