Onweer

Uit Wikikids
Naar navigatie springen Naar zoeken springen
Onweer

Onweer kan het hele jaar voor komen in ons land, maar meestal in de zomers. Maar hoe ontstaat onweer nou? Dat ga je hier lezen en nog veel meer over onweer.


Wat is een onweersbui

Onweer is een weersverschijnsel. Het komt het vaakst voor in de zomer. Op een donkere, grijze dag zie je soms een bliksemflits. Een fel licht flikkert aan dan de hemel en dan ineens... boem! Een donderslag.Tijdens een onweersbui regent het vaak ook heel hard!

Een bliksemschicht is een elektrische stroom in de lucht. Deze wordt zo warm (tot wel 30.000 graden celcius!) dat de lucht begint te gloeien. Dat is wat wij zien.

De donder is een harde knal. Die ontstaat doordat de hete lucht plotseling uitzet, ontploft.

Als de bliksem inslaat...

Elektronen zijn elektrische stralen die je kunt krijgen als je met je sloffen over een tapijt gaat schuiven. Dan krijg je een schok. Onweer kan vervelende gevolgen hebben. Als de bliksem inslaat in je huis, kunnen alle elektrische apparaten stuk gaan. Dat komt omdat er dan ineens heel veel stroom door bijvoorbeeld je televisie loopt en daar kan je televisie niet tegen. Ook kan bijvoorbeeld een boom in brand vliegen, als de bliksem inslaat. De bliksem is namelijk zo warm, dat een boom zomaar in brand kan vliegen.

Onweer kan ook hele ernstige gevolgen hebben. Als een mens wordt geraakt door de bliksem, overleeft hij dat meestal niet. Daarom is belangrijk om te weten wat je moet doen als het onweert. Het beste is om naar binnen te gaan. In huis ben je veilig. In een auto ben je ook veilig, dus daar kan je ook in gaan zitten. Kan dit allebei niet? Ga dan niet onder een boom zitten. Het beste is om gehurkt te gaan zitten, zo ben je zo klein mogelijk en zal de bliksem niet zo snel in jou slaan.

Hoe ontstaan onweerswolken

In de zomer kan het heel warm worden. Als er dan koude lucht bij komt, kan er een onweerswolk ontstaan. Een hoge, donkere onweerswolk noemen we een cumulonimbuswolk. De koude lucht zorgt ervoor dat de warme lucht gaat stijgen. Doordat de warme vochtige lucht gaat stijgen ontstaat er in de lucht een wolk. Een wolk bestaat namelijk uit hele kleine waterdruppeltjes. Deze wolk wordt steeds groter, omdat er steeds meer warme vochtige lucht bij komt! De waterdruppeltjes die helemaal bovenin de wolk zitten kunnen bevriezen, want heel hoog in de lucht is het heel koud (op sommige plekken wel -23 graden celcius!).

De waterdruppeltjes en ijskristallen in de wolk worden, net als de wolk, steeds groter! Tot ze zo groot zijn dat ze niet meer in de lucht kunnen blijven zweven. Ze vallen dan naar beneden als regen en/of hagel. Maar bij een onweerswolk regent het niet alleen. De grote wolk wordt elektrisch geladen, net als een batterij. Hoe dit precies gaat weten zelfs de slimste wetenschappers nog niet. Wel denken ze dat het te maken heeft met de warme stijgende lucht die langs de koude dalende lucht stroomt in de wolk. De elektrisch geladen wolk wil dan weer ontladen, zoals een batterij leeg loopt. Alleen doet een wolk dat niet langzaam. De wolk schiet plotseling een vonkje uit de wolk. Dat vonkje zoekt een weg naar een andere wolk of naar de aarde. Doordat het vonkje moet zoeken ziet een bliksemschicht er altijd vertakt en schokkerig uit. De reis van het vonkje naar de aarde duurt minder dan een halve seconde! Het gebeurt echt in een flits!

Wist je dat...?

Wist je dat er ook bliksem uit de grond kan komen? Dan gaat er een vonkje van de aarde naar de onweerswolk toe.

Wist je dat je kan berekenen hoe de onweersbui bij je vandaan is? Als je de bliksem ziet en je gaat tellen tot je de donderslag hoort kun je berekenen hoe ver het onweer bij je vandaan is. Als het drie tellen duurt tot de donder dan is het onweer een kilometer bij je vandaan.

Hoe dachten ze vroeger over onweer?

De oude Grieken dachten dat de God Zeus zorgde voor onweer. Hij zou als hij boos was slaan met een vlammende speer.

De Germanen dachten dat onweer kwam door ruzies tussen twee Goden. Deze werden Wodan en Thor genoemd.

De Indianen beeldde onweer af als een boze adelaar. De adelaar had flitsende en klapperende vleugels.

Toen kwamen er natuurfilosofen. Zij waren de eerste die dachten dat onweer niet door een God kwam, maar door de natuur. Aristoteles was zo'n natuurfilosoof. Hij zei dat lucht bestond uit droge en vochtige dampen. Bij het ontstaan van een wolk zouden er droge dampen gevangen zitten in de wolk. Die droge dampen zouden krachtig uit de wolk schieten, waarbij andere wolken geraakt worden. Dit veroorzaakte een enorme knal, de donder. Daarna (!) zou er een brandende windvlaag door de lucht gaan, de bliksem.

Benjamin Franklin was een experimentele wetenschapper. Hij probeerde dingen te verklaren door experimenten uit te voeren. Dat deed hij ook bij onweer en kwam er als eerste achter dat elektriciteit te maken heeft met onweer.

Record

Bogor (Indonesië) is de stad die het vaakst door onweer werd getroffen. In 1916 waren er 322 van de 366 dagen (1916 was een schrikkeljaar) in het jaar onweersbuien.

Wil je meer weten?

Koop dan het boek 'Waarom is er donder en bliksem?'

Zie ook

Video

<youtube width="350" height="350">uY_Shf6xnAE</youtube>

Afkomstig van Wikikids , de interactieve Nederlandstalige Internet-encyclopedie voor en door kinderen. "https://wikikids.nl/index.php?title=Onweer&oldid=463152"