Paard
Een paard is een edel dier. Bijvoorbeeld wat wij een poot noemen bij een hond noemen wij bij een paard gewoon een voet en wat wij een kop noemen heet bij een paard een hoofd. Dat noemen wij zo, omdat een paard een edel dier is. Een paard wordt meestal gebruikt als rij- en trekdier.
Termen
- Hengst = Mannetjes paard
- ruin = Mannetjes paard die geen testikels meer heeft (gecastreerd)
- Merrie = Vrouwtjespaard
- Veulen = Paard tot één jaar oud
- Jaarling of Enter = Paard van 1 jaar oud
- Twenter = Paard van 2 jaar oud
Tanden
Natuurlijk heeft een paard ook tanden. Veulens en paarden jonger dan 5 jaar hebben melktanden. Vier snijtanden en vier kiezen. Vanaf 6 tot 8 jaar is er het blijvende gebit. Er zitten dan in elke kaak 6 snijtanden en 12 kiezen. Op latere leeftijd laat het paard de onderlip vallen, men geeft dit een leuke benaming, nl. een centenbakje. Ook krijgt het kuiltjes boven de ogen met daarin grijze haartjes. De grijzen haren merken we dan ook op in de manen en de staart. Aan de slijtage van het gebit kan men de ouderdom bepalen.
Voedsel
Een paard is een planteneter. Hij eet gras, hooi, haver, brokken, stro en af en toe wel eens een appeltje of wortel of een ander soort fruit. Als je een paard eten wil geven, doe je dat door je hand plat te leggen en het paard het rustig te laten opeten zodat hij je vingers er per ongeluk niet afbijt. Soms zien ze die aan voor een wortel. In de wei neemt een paard het gras met zijn lippen beet. Een paard drinkt veel. Gemiddeld zo'n 30 tot 50 liter water per dag. heel veel mensen geven paarden ook suikerklontjes, maar dat is helemaal niet goed voor ze! hoe lekker paarden het ook vinden het is heel slecht voor hun tanden, dus geef geen suikerklontjes!!
Paarden hebben een heel lang maag-darmstelsel. Veel langer. Een koe heeft dat ook en andere graseters omdat gras taai is en hoewel ze goed kauwen, een lange weg heeft het wel nodig. Er zit ook veel vocht in gras dus je moet een paard ook niet al te veel water geven. 30 tot 50 liter is heel veel. Gelukkig is gras uitgevonden anders zou het vreselijk veel water kosten. Het water gaat steeds sneller op en niet alleen mensen hebben schuld.
Kleding voor het paardrijden
Het is belangrijk dat je geen wapperende kleding aan hebt, zoals een sjaal of een loshangende jas. De paarden kunnen daar van schrikken en het kan gevaarlijk zijn voor jou. Op het hoofd draagt men een cap(tok).Een paar rubber of lederen laarzen en een rijbroek.
De tok dient vooral voor de veiligheid.Het beschermt je tegen takken bij een ritje in de natuur of bij een eventuele val. De rijlaarzen passen perfect aan het been. Achteraan kan je sporen bevestigen.Dat zijn een zoor ijzeren punten waarmee je je het paard aan kan geven dat hij iets verkeert doet het heeft de zelfde werking als een zweep. Een ruiterbroek zorgt ervoor dat men zich niet doorrijdt. (d.w.z. dat men geen wonden krijgt door het schuren)
Als je leert paardrijden heb je deze kledij echt nodig. dag
Opzadelen
Als je gaat opzadelen begin je met poetsen. Poetsen is belangrijk voor de bloedsomloop. En zo worden de spieren alvast warm. Als je klaar bent ga je beginnen met het zadel. Maar soms draait het paard zich om. Dan kan je een halster pakken, maar als je dat niet heb loop je gewoon naar heb toe. Maar je moet wel oppassen. Om te checken of hij niet gaat trappen ga je naast de stal staan en geef je een tikje op de kont. Als hij ze oren in ze nek legt, haal dan er een volwassenen. Als hij dat niet doet dan ik het veilig. Loop dan gewoon op hem af en wees niet bang. Dan ga je hem singelen. Je doet de singel op het eerste gaatje. Het kan zijn dat dat niet lukt. Dan geef je een tikje op de buik of laat hem een stapje om doen omdat hij dan lucht in ze buik doet. Dan lukt het misschien nog niet dan doe je de singel aan de andere kant een gaatje losser. Dan doe je het hoofdstel in ga dan aan de linker kant staan en doe hem in. Als hij ze mond niet open wil doen dan doe je je vinger in ze mond. Dan doe je de neusriem vast. Dan zorg je dat er tussen de neusriem en de neus 2 platte vingers tussen kunnen. Dan doe je de keelriem en daar moet een vuist tussen kunnen.
Rijden
Als je paard gaat rijden zorg je er natuurlijk voor dat je paard goed gepoetst is, opgezadeld is en dat jij zelf veilig bent! Dus vergeet nooit je cap! Bij het rijden zijn er 4 gangen: Stap, draf, galop en rengalop. De meeste paarden kunnen ook in rengalop maar dat doe je niet tijdens het rijden (daar is de bak vaak te klein voor). Dit kun je wel doen in een weiland of een lang recht stuk strook. De draf is een 4 takt. Dat betekent dat een paard alle 4 zijn voeten om de beurt op de grond zet. De draf is een 2 takt. In de draf zet een paard namelijk 2 voeten tegelijk op de grond. De galop (voor de meeste ruiters de lekkerste gang) is een 3 takt. Een paard zet in de galop 3 voeten op de grond en heeft ook nog eens een zweefmoment, dan zijn alle 4 de benen 'in de lucht'. In de paardensport heb je verschillende 'takken'. Dressuur, springen en western zijn daar voorbeelden van. In de les rij je bijna altijd dressuur. Dresuur zijn eigenlijk figuren en het netjes leren rijden. Soms ga je springen. Western wordt bijna nooit gedaan op maneges.
Verschillende soorten paardrijden
Racen
Bij het racen is het belangrijk om zo snel mogelijk over de finish te komen. De ruiters worden jockeys genoemd en deze hebben erg korte beugels. In Engeland is deze sport erg populair, maar in Nederland is dit wat minder. Jockeys zijn vaak een klein en licht, zodat ze hun paard minder hinderen en dus harder kunnen.
Dressuur
Bij dressuur gaat het er om dat je samen met je paard in harmonie diverse oefeningen uitvoert. Een bekende dressuurruiter is Anky van Grunsven. Als je dressuur rijd met figuren doe je dat meestal in draf. Bij dressuur heb je verschillende niveau's, B (basis), L1 en L2 (licht), M1 en M2 (middel). Z1 en Z2(zwaar) en ZZ (zeer zwaar) komen. Daarna komt Grand Prix en de Olympische spelen.
Springen
In een springwedstrijd is het de bedoeling om zo snel mogelijk een parcours met hindernissen te springen. Naarmate het niveau hoger wordt, worden de parcoursen moeilijker en de hindernissen hoger. Het vergt dus veel tijd en training. Degene wie de snelste tijd heeft, en geen balken om gooit gaat naar de barrage. Degene die daar foutloos en het snelste is wint de wedstrijd. Je kunt ook strafpunten krijgen, bijvoorbeeld als je paard weigert voor de hindernis of de balk aantikt met zijn been waardoor de balk op de grond valt.
Voortplanting
Als de merrie drachtig (zwanger) is van een veulentje, duurt de zwangerschap 11 maanden. Meteen na de geboorte drinkt het veulen biest (de eerste moedermelk). De biest bevat veel voedingsstoffen en daar zitten beschermende stoffen in. Het is niet goed om een drachtig paard, dat langer dan 9 maanden drachtig, is te verplaatsen, omdat er op de andere plek andere virussen en ziektes heersen, daar moet de merrie antistoffen tegen maken zodat die antistoffen ook in de biest komen. Als de moeder aan het bevallen is zit er nog een klein vliesje rond het veulentje; dat wordt de placenta genoemd. Het beschermt het veulentje als het nog in de buik zit. Het veulentje blijft 5 tot 6 maanden bij de moeder.
Wij kunnen ook paardenmelk drinken. Deze melk is zeer krachtig en zoet. Het smaakt heel anders dan koeienmelk. Deze melk is duurder dan gewone melk en je mag er niet zoveel van drinken. Er bestaan dus paardenmelkerijen. In Lint (nabij Lier) vind je zo een paardenmelkerij.
Videolinks
- Filmpje over Paardenfluisteraar(Klokhuiswebsite)
- IJslanders (klokhuis)
- Paarden fysiotherapie (klokhuis)
- Paarden springsport (klokhuis)
- Paardrijden voltige (klokhuis)
- Filmpje over het Manegepaard (beeldbank)
- Filmpje over het Politiepaard (beeldbank)
- Filmpje over het Prezwalskipaard (beeldbank)
- Een veulen wordt geboren (beeldbank)
- Leuk paarden liedje
- filmpje over de gangen van het paard
Spelletjes
- Paarden spelletjes.
- Paard verzorgen.
- de paarden site