Geit
Naar navigatie springen
Naar zoeken springen
Geschiedenis van de geit
De huisgeit stamt af van de wilde geit: de Bezoargeit, de Priscageit en de Schroefhoorngeit. Deze geiten leefden in het wild in landen aan de Middellandse Zee. Zij dienden als landbouwhuisdier en produceerden melk, vlees, huiden en mest.
De geit is één van onze oudste huisdieren.
Geiten zijn sobere dieren ( stellen niet veel eisen ). Daarom werden zij vroeger vaak door arme mensen gehouden, in plaats van koeien. Maar de geit is wel kieskeurig. Zij eet graag gras, kruiden, groenten, plantenscheuten, bladeren en boomschors.
Geiten zijn herkauwers.
Zij hebben vier magen: drie voormagen: de pens, de netmaag en de boekmaag en de echte maag, de lebmaag. Deze zijn nodig om het voer te verteren. Ongeveer een half uur na het eten gaat de geit herkauwen.