Spanje

Uit Wikikids
Naar navigatie springen Naar zoeken springen
Koninkrijk Spanje
Reino de España

Flag of Spain.svgEscudo de España (mazonado).svg EU-Spain.svg

Hoofdstad Madrid
Aantal inwoners 47.394.223 (2021)
Oppervlakte 505.992 km²
Regeringsvorm Constitutionele monarchie
Koning Felipe VI (sinds 2014)
Premier Pedro Sánchez (sinds 2018)
Godsdienst Christendom (57,6%)
Geen religie (37,7%)
Overig (4,7%)
Officiële taal Spaans (español)
Officiële regionale talen Catalaans
Baskisch
Galicisch
Munteenheid Euro
Volkslied Marcha Real
Motto Plus ultra (Steeds verder)
Nationale feestdag 12 oktober
Landcode ESP
Portaal Portal.svg Spanje
De oude binnenstad van Barcelona in de nacht

Spanje (officieel het Koninkrijk Spanje) is een land in het zuidwesten van Europa. Het ligt op het Iberisch Schiereiland en heeft 50.000.000 inwoners. Spanje grenst in het noorden aan Frankrijk en Andorra en in het westen aan Portugal. Daarnaast ligt in het zuiden het Britse overzeese gebied, Gibraltar. De Balearen en de Canarische Eilanden zijn onderdeel van Spanje, net als Ceuta en Melilla, twee steden op het Marokkaanse vasteland. De hoofdstad van het land is Madrid, maar Barcelona, Valencia, Sevilla en Zaragoza zijn belangrijke steden. Spanje is onder Nederlanders en Belgen een populair vakantieland.

Het land heeft een lange geschiedenis. Onder meer de Carthagers, de Romeinen en de islamitische Moren hebben het gebied (deels) bezet. Tussen de 8e en 15e eeuw werd het gebied door de christenen heroverd in de zogeheten reconquista. Onder Huis Habsburg werd Spanje een wereldrijk met vele koloniën, waaronder Argentinië, Cuba en Mexico. Dit leidde ertoe dat het Spaans een wereldtaal werd. Na de Spaanse Successieoorlog verloor Spanje veel gebieden in Europa. Tijdens de oorlogen tegen Napoleon werd Spanje bezet door Frankrijk. Het Spaanse koninkrijk raakte verzwakt en verloor veel Latijns-Amerikaanse koloniën. In 1931 werd de monarchie afgeschaft waarna de Spaanse Burgeroorlog uitbrak. Deze werd gewonnen door de nationalisten, die van Spanje een dictatuur maakten onder Francisco Franco. Na zijn dood in 1975 werd de monarchie hersteld en werd Spanje een democratie.

Spanje is tegenwoordig onderdeel van de Europese Unie, de Verenigde Naties en de NAVO. De Spaanse cultuur is internationaal bekend. Voorbeelden de flamenco, tapas, stierenvechten, schrijver Miguel de Cervantes, schilders Salvador Dalí en Pablo Picasso en architect Antoni Gaudí.

Naam

Een kaart van Spanje.

De naam "Spanje" heeft dit land te danken aan de Romeinen uit Italië. Die noemden Spanje toen Hispania, wat tevens aangewezen was voor heel het Iberische Schiereiland (dus Portugal en Andorra ook). Toen de Oude Grieken honderden jaren voor de geboorte van Jezus Christus de landen rond de Middellandse Zee verkenden, noemden ze Spanje zowel Hispania als Iberia, voordat de Romeinen het land ontdekten. Van oorsprong is de naam Hispania dus Oud-Grieks en niet Latijn, de taal van Romeinen. Sommige deskundigen denken echter dat de naam Hispania oorspronkelijk uit Fenicië (het huidige Syrië en Libanon) komt. Daar noemden ze Spanje echter Ispanya. In de tijd toen de Oude Grieken Spanje ook ontdekten, veroverden de Feniciërs een groot deel van het schiereiland. Ze stichtten een heel erg belangrijke nederzetting die Gadir heette (het huidige Cádiz). Tegenwoordig is dit de oudst bewoonde stad van het Iberisch Schiereiland én van West-Europa.

Geschiedenis

Prehistorie en oudheid

De grot Altamira staat bekend vanwege de rotsschilderingen.

De geschiedenis van Spanje begint met de Iberiërs. Dat was één van de eerste volkeren die zich hier vestigden. Ze zijn bekend geworden door vele archeologische vondsten. Vervolgens kwamen de Feniciërs en de Oude Grieken naar Spanje. Zij stichtten hier koloniën. Zij stichtten de eerste steden. Volgens sommige oud-Griekse schrijvers is Malaga door de Grieken gesticht, maar hiervoor is nog geen bewijs gevonden. Na de Grieken kwamen de Carthagers naar Spanje. De Carthagers voerde oorlog met de Romeinen, die zij vervolgens verloren. Onder Scripio Africus vielen de Romeinen in 206 v.Chr. het huidige Spanje binnen. Toch duurde het tot 19 v.Chr. voor dat de Romeinen alle uithoeken verkend hadden. Anders dan hun voorgangers verkennen de Romeinen ook de binnenlanden. De Oude Grieken bleven vooral aan de kusten. Sommige volkeren hadden ze hierdoor nog niet verkend en daarom hebben ze nooit geweten dat er Basken waren in Baskenland.

De komst van de Romeinen zorgde voor de verspreiding van het Latijn, waar later het Spaans uit zou ontstaan. Ook stichtten ze vele steden, zoals Madrid en León, en legden wegen aan. Door de invallen van de Barbaren in de 3e eeuw ging de welvaart terug. In het begin van de vijfde eeuw vielen de Visigoten het gebied binnen, waardoor het westelijke gedeelte van het Romeinse Rijk viel.

De Visigoten en Moren

De binnenkant van de Mezquita in Córdoba is gebouwd onder de Moren.

De Visigoten verdrongen veel andere volkeren. De Visigoten regeerden Spanje als een koninkrijk vanuit Catalonië. In de 6e eeuw wisten ze het Baskenland toe te voegen aan hun koninkrijk. Ondertussen veroverden de Byzantijnen het zuiden van Spanje. De Visigoten namen overigens veel over van de Romeinen. Het Romeinse bestuurssysteem en cultuur bleef grotendeels intact. Ook bleven de Romeinse grootgrondbezitters een grote rol spelen in de maatschappij. De Visigoten bekeerden zich ook tot het christendom.

De Visigoten hadden onderling ook conflicten en riepen daarom de hulp in van de Moren uit Noord-Afrika. De Moren bleken echter geen hulptroepen te zijn, maar veroveraars. In 711 vielen ze het gebied bij Tarifa en Gibraltar binnen en een jaar later hadden ze Catalonië bereikt. Ze stichtten een kalifaat, aangezien de Moren islamitisch waren. De Moren waren erg tolerant en er was vrijheid van religie. Dit zorgde ervoor dat er een grote Joodse minderheid in het Moorse Rijk leefde. Christenen en joden mochten hun religie behouden, maar moesten een speciale belasting betalen. Later zouden veel christenen en joden zich tot de islam bekeren. De Moren regeerden over het gehele Iberische Schiereiland met uitzondering van het koninkrijk Asturië, dat christelijk was. De Moren veroverden dit grote gebied binnen tien jaar. De christenen zouden er vervolgens zo'n 770 jaar over doen om het weer terug te veroveren.

Het rijk van Moren maakte onderdeel uit van het Islamitische Rijk. Naast Spanje maakten ook Noord-Afrika, Turkije, Iran en het Midden-Oosten deel uit van dit gigantische rijk.

In 795 deed Karel de Grote een poging om het gebied aan zijn rijk toe te voegen. In de Slag bij Roncevaux wist hij het noorden van Spanje te veroveren. Het Moorse kalifaat viel in 1031 uitelkaar. De koning van León wist hierdoor zijn gebied uit te breiden en veroverde ook Galicië, Navarra en Castilië. In 1139 scheurde Portugal zich van het rijk af en later zou ook Aragon zich afscheuren. De zes koninkrijken werden later verenigd twee staten; Castilië en Aragon. Uiteindelijk zouden Ferdinand II van Aragon en Isabella I van Castilië met elkaar trouwen. Dit zorgde ervoor dat de twee landen met elkaar verenigd werden en Spanje ontstond.

De terugverovering van Spanje wordt de Reconquista genoemd. De Moren waren ondertussen verdreven naar het zuiden en heersten over het koninkrijk Granada. Het laatste islamitische gebied in Spanje viel in 1492 bij de val van Granada. De koning van Spanje regeerde nu over heel Spanje. De val van Granada zorgde er ook voor dat de islamitische en joodse minderheden het land moesten verlaten, aangezien iedereen in Spanje christelijk moest zijn.

Spaanse Rijk

Het Spaanse Rijk op haar hoogtepunt.

Vanaf de 14e eeuw begonnen de cultuur en economie van Spanje flink te bloeien. Hierdoor was er veel geld. Na Portugal begon Spanje zich nu ook op ontdekkingsreizen te focussen. Er ontstonden grote groepen ontdekkingsreizigers in deze tijd en die zijn nu wereldberoemd geworden, zoals Christoffel Columbus en Hernán Cortés. Door de ontdekkingsreizigers uit Spanje breidde het Spaanse koninkrijk zich flink uit. Langzamerhand werd het zelfs een wereldrijk, een heel groot rijk. Bijna heel Noord-Amerika en Zuid-Amerika werd Spaans grondgebied. Spanje had ook veel gebieden in Europa. Het huis dat over Spanje heerste was het Huis Habsburg, dat ook heerste over Oostenrijk, het Heilige Roomse Rijk en de Nederlanden. Keizer Karel V zei dan ook dat hij heerste over een rijk waarin de zon nooit onder gaat. In 1580 wisten Spanje en Portugal zich te verenigen onder koning; de Iberische Unie. Hierdoor steunden beide landen elkaar en waren toentertijd de machtigste landen ter wereld.

In 1588, onder koning Filips II, verklaarden de Noordelijke Nederlanden zich echter onafhankelijk in de Tachtigjarige Oorlog. Dit leidde ook tot een oorlog met Engeland. Door de vele oorlogen waarin het Spaanse Rijk zich bevond raakte het geld van het land op. Spanje ging maar liefst drie keer failliet en er was moeite om de belastingen op te brengen. Spanje voerden namelijk ook nog oorlog met de Fransen en de Ottomanen. Uiteindelijk verklaarde koning Filips III vrede met Nederland en Engeland. Door de steun van Frankrijk wist Portugal zich in 1640 los te maken van de Iberische Unie en ging zijn eigen weg.

Spanje onder Huis Bourbon

Toen koning Karel II kinderloos stierf in 1700, was er geen Spaanse troonopvolger. Veel Europese koningshuizen waren in een strijd verwikkeld over wie nu de koning van Spanje zou worden. Zowel de koning van Frankrijk als de keizer van het Heilige Roomse Rijk maakten aanspraak op de troon. De strijd staat bekend als de Spaans Successieoorlog en duurde van 1701 tot 1714. Spanje stond aan de kant van de Franse koning, terwijl o.a. Portugal, Engeland en Nederland aan de kant van de keizer stonden. In de oorlog bezetten de Engelsen Gibraltar. Uiteindelijk werd besloten dat de kleinzoon van de Franse koning de nieuwe koning van Spanje zou worden, koning Filips V. Hij moderniseerde het Spaanse bestuur.

Na de oorlog verloor de Spaanse koning zijn bezittingen in Italië (waaronder Sardinië en Sicilië) en wilde terugwinnen. Later zou Spanje deze gebieden terugwinnen. Spanje bleef grotendeels neutraal hierna, maar door een bondgenootschap met Frankrijk werd Spanje meegesleurd in de Zevenjarige Oorlog. Dit was niet positief voor het land en onder meer de kolonie Florida ging verloren aan de Britten. De onthoofding van de Franse koning tijdens de Franse Revolutie voerde Spanje samen met o.a. Groot-Brittannië, Pruisen en Oostenrijk strijd tegen het revolutionaire Frankrijk. Nadat Napoleon Bonaparte aan de macht kwam, steunde Spanje echter Frankrijk. Toen koning Karel IV ruzie kreeg met kroonprins Ferdinand VII in 1808, zette Napoleon de Bourbons af. Zijn broer Jozef Bonaparte werd hierna koning van Spanje. Het Spaanse volk was hiervan niet gediend en kwam in opstand tegen de Franse bezetter. Deze strijd wordt de Spaanse Onafhankelijkheidsoorlog genoemd.

De chaos zorgde ervoor dat de Latijns-Amerikaanse koloniën zich onafhankelijk verklaarden. Zij werden geïnspireerd door de Verenigde Staten en geleid door vrijheidsstrijders als Simon Bolívar. Door de chaos kon Spanje niet ingrijpen en moest haast al haar koloniën laten gaan in 1833. Enkel Puerto Rico, Cuba, de Dominicaanse Republiek (tot 1844) en de koloniën in Afrika en Azië bleven behouden. Dit wordt gezien als het begin van het einde van het Spaanse koloniale rijk. Nadat Napoleon verslagen werd kwam koning Ferdinand VII op de troon. Hij beloofde de grondwet te herkennen, maar in 1823 werd deze grondwet weer afgeschaft. Carlos María Isidro de Borbón legde zich hier niet bij neer en erkende Ferdinands dochter Isabella II als de koningin van Spanje. Hierna braken er oorlogen uit waardoor Isabella II op de troon kwam. De strijd ging door. In 1873 werd de Eerste Spaanse Republiek uitgeroepen, maar in 1874 werd de monarchie alweer hersteld.

De Spaans-Amerikaanse Oorlog van 1898 zorgde ervoor dat Spanje onder meer Cuba, Puerto Rico, de Filipijnen en Guam verloor. De enige Spaanse koloniën waren nog Equatoriaal-Guinee, het noorden van Marokko en de Westelijke Sahara. Deze gebieden zouden pas na de Tweede Wereldoorlog onafhankelijk worden. Tijdens de Eerste Wereldoorlog bleef Spanje neutraal, maar in eigen land braken er conflicten uit. Onder socialistische en republikeinse bewegingen kwamen op en er braken gevechten op straat uit. Toen de socialisten de verkiezingen van 1923 wonnen, pleegde Miguel Primo de Rivera een staatsgreep en regeerde als een dictator over Spanje. De koning herstelde de democratie op gemeentelijk niveau in 1931. Door een enorme meerderheid voor republikeinse partijen gestemd had, verliet hij het land.

Spaanse Burgeroorlog en Franco

Francisco Franco werd ook wel generalísimo genoemd.

De Spaanse koning, Alfons XII, werd in 1931 afgezet. Spanje werd hierna een republiek, de Tweede Spaanse Republiek. De kerk en veel grootgrondbezitters waren tegen de republiek en Catalonië en Baskenland wilde zichzelf afscheidden. Dit leidde tot veel instabiliteit. Regeringen wisselden elkaar snel af en veel politici zijn zelfs vermoord. De instabiliteit leidde tot de Spaanse Burgeroorlog, die van 1936 tot 1939 duurde. Deze oorlog was tussen de republikeinen (de voorstanders van de republiek) en de nationalisten (de tegenstanders van de republiek). De republikeinen werden gesteund door o.a. de Catalaanse en Baskische afscheidingsbewegingen en de nationalisten door Nazi-Duitsland, Italië, Portugal en de paus. Waar de republikeinen van Spanje een democratie wilden maken, wilden de nationalisten van Spanje een fascistische staat maken (naar Italiaans voorbeeld).

Uiteindelijk wonnen de nationalisten de oorlog, waarna Francisco Franco dictator werd van de Spaanse Staat. Franco maakte van rooms-katholicisme de officiële staatsgodsdienst. Zo mochten getrouwde vrouwen niet werken en waren echtscheidingen verboden. In de Spaanse Staat was er sprake van censuur en onderdrukking. Mensen met een ander geloof, homoseksuelen en aanhangers van de Catalaanse en Baskische onafhankelijkheidsbewegingen werden vervolgt. Franco noemde dit het nationaalkatholicisme. Het was idee van één volk, één taal, één land. Hij probeerde het conflict van de Spaanse Burgeroorlog te verzoenen door de bouw van een groot monument: de Vallei van de Gevallen. Hier liggen 46.000 overleden personen van de oorlog begraven, zowel nationalisten als (katholieke) republikeinen. Ondanks het feit dat Franco sympathieën had het Nazi-Duitsland van Hitler en het Italië van Mussolini, hield hij zich buiten de Tweede Wereldoorlog. Spanje was neutraal en bleef deze positie ook naar de oorlog houden. In 1953 begon Spanje meer naar de Verenigde Staten toe te bewegen. Dit was nodig, aangezien de Spaanse economie was vastgelopen.

Franco wist gedurende zijn regeerperiode de economie te aan te wakkeren. Ook kwam er meer welvaart. Officieel had Franco de monarchie al hersteld in 1947, maar had geen koning aangewezen. Pas in 1969 liet hij vastleggen dat Juan Carlos I de nieuwe koning zou worden na zijn overlijden. De laatste paar jaar van zijn leven was Franco ziek en daardoor regeerde Juan Carlos het land voor hem. Er was veel kritiek op Franco's regering. De economie was opnieuw vastgelopen, veel rijke mensen vertrokken uit Spanje en veel inwoners wilden meer vrijheid en democratie. Franco werd na zijn dood zelf begraven in de Valei van de Gevallen, maar in 2019 werd zijn graf verplaatst naar een andere plaats. Wat er allemaal precies gebeurd is tijdens het Franco-regime is onduidelijk, aangezien dit nooit de Spaanse overheid is onderzocht.

Huidige monarchie

Mensen staan in de rij om te stemmen in 1977. Vrije verkiezingen waren een van de dingen die ingevoerd werden tijdens de Spaanse democratische overgang.

Aan het einde van Franco's leven begon het massatoerisme in Spanje op gang te komen. Veel Spaanse bedrijven hadden behoefte aan een aansluiting bij de Europese Unie. Franco wees zijn goede vriend, koning Juan Carlos I, aan als zijn opvolger. Juan Carlos I begon met de democratische overgang van Spanje, de Transición. Deze begon na de dood van Franco in 1978. Er kwam een democratische grondwet en de regio's kregen meer rechten. Niet iedereen was het hiermee eens. Zo wilde generaal Antonio Tejero in 1981 een staatsgreep plegen, maar deze mislukte. De hervormingen werden ingevoerd in 1982, waarmee Spanje een constitutionele monarchie en democratie werd. In 1986 trad het land samen met Portugal toe tot de Europese Unie.

Door de overgang naar een democratie en de toetreding tot de EU groeide de Spaanse economie enorm. Het land voerde in 2002 de euro in als vervanging voor de Spaanse peseta. Op 11 maart 2004 werd het land opgeschrikt door de aanslagen in Madrid, die vermoedelijk door Al Qaida zijn gepleegd als vergelding voor de Spaanse deelname in de Irakoorlog. Tijdens de Eurocrisis leidde de Spaanse economie enorm. Op 1 oktober 2017 werd er een onafhankelijkheidsreferendum in Catalonië gehouden, waarbij Spanje de Catalaanse regering voor de rechter sleepte. Ondertussen kwamen in het land veel corruptieschandalen aan het licht.

Geografie

Naar oppervlakte gekeken is Spanje het vierde grootste land op het continent na Rusland (zonder Siberië, Aziatisch Rusland, erbij gerekend), Oekraïne en Frankrijk. Na Frankrijk is Spanje het grootste land in de Europese Unie.

Landschap

De Pico del Teide op Tenerife is het hoogste punt van Spanje

Spanje staat bekend om haar bergachtige en heuvelachtige landschap. Het landschap bestaat voornamelijk uit gebergten, zoals de Pyreneeën in het noorden aan de Franse grens, en heuvels en plateaus, zoals de Spaanse Hoogvlakte in het midden van het land. Over hoge bergen gesproken is Spanje het vijfde meest bergachtige land ter wereld, na Zwitserland, Oostenrijk, Andorra en Liechtenstein. Andere belangrijke gebergten zijn het Cantabrisch Gebergte, het Castiliaans Scheidingsgebergte, de Sierra Nevada en het Iberisch Randgebergte. De hoogste berg van Spanje is de Pico del Teide met 3.718 meter op het eiland Tenerife. Andere belangrijke bergen zijn de Mulhacén (3.482 meter) en de Pico de Aneto (3.404 meter).

De belangrijkste zeeën rond Spanje zijn de Middellandse Zee, de Atlantische Oceaan, de Golf van Biskaje en de Cantabrische Zee. Belangrijke rivieren zijn de Ebro en de Taag. De bekendste kusten van Spanje zijn de Costa Brava, de Costa del Sol, de Costa Blanca, de Costa Verde, de Costa Dorada en de Costa de la Luz. Onder Spanje vallen ook enkele eilanden. Deze zijn grotendeels in twee groepen te verdelen. In het oosten liggen de Balearen, waarvan Mallorca, Menorca en Ibiza de belangrijkste eilanden zijn. Voor de Marokkaanse kust liggen daarnaast nog de Canarische Eilanden, waartoe o.a. de eilanden Gran Canaria, Lanzarote, Fuerteventura en Tenerife behoren.

Klimaat

Een kustlijn in Spanje
De Pyreneeën in Spanje

Spanje heeft een diverse klimaat. Aan de oost- en zuidkust vindt men het Middellandse Zeeklimaat. Dit klimaat staat bekend om zijn hete zomers en zachte winters. Er is veel invloed van de zee, waardoor de winters ook warm zijn. Het klimaat hier is ook erg droog. In de droogste maand van de zomer valt minder dan 30 millimeter neerslag. In het gebieden groeien verschillende bijzondere planten met dikke bladeren om het water gedurende de droge maanden vast te houden. Voorbeelden zijn pijnbomen, palmbomen en olijfbomen. Omdat het in de zomer erg weinig regent, komen er ook veel bosbranden in deze gebieden voor. Aan de noordkust is er daarentegen een gematigd zeeklimaat. Het klimaat wordt beïnvloed door de Atlantische Oceaan. Hierdoor zijn zomers koel en de winters zacht. Ook valt er erg veel neerslag gedurende het hele jaar. Hierdoor vindt je er veel loofbossen en weides. In het binnenland is er het landklimaat. De zomers zijn hier heet en de winter koud. De zomers zijn erg droog, terwijl de winters erg nat zijn. In dit gebied vindt je zowel loof- als naaldbossen.

In Zuid-Spanje zijn er grote problemen die te maken hebben met verwoestijning; dit betekent dat de grond erg droog wordt waardoor er steeds minder planten kunnen groeien en het ook steeds lastiger wordt om gewassen te verbouwen. Dit komt doordat er in de afgelopen jaren veel minder neerslag is gevallen dan eerst, waardoor de grond veel droger is geworden. Door de landbouw en het toerisme is er de afgelopen jaren heel veel water gebruikt, waardoor er nu een tekort is aan water en dit zorgt weer voor verwoestijning. Doordat de aarde steeds verder opwarmt zal dit probleem steeds groter worden. Het enige wat gedaan kan worden, is dat er zuiniger met het water om wordt gegaan.

Grote steden

Lijst met 10 grootste steden in Spanje

Madrid
Madrid
Barcelona
Barcelona
Valencia
Valencia
Sevilla
Sevilla
Zaragoza
Zaragoza

Nummer Stad Gemeenschap Inwonersaantal

Málaga
Málaga
Murcia
Murcia
Palma de Mallorca
Palma de Mallorca
Las Palmas de Gran Canaria
Las Palmas de Gran Canaria
Bilbao
Bilbao

1 . Madrid Madrid 3.255.944
2 . Barcelona Catalonië 1.621.537
3 . Valencia Valencia 810.064
4 . Sevilla Andalusië 703.206
5 . Zaragoza Aragón 674.317
6 . Málaga Andalusië 568.305
7 . Murcia Murcia 436.870
8 . Palma de Mallorca Balearen 401.270
9 . Las Palmas de Gran Canaria Canarische Eilanden 381.847
10 . Bilbao Baskenland 354.865

Bevolking

Algemeen

De bevolkingsverspreiding van Spanje

Spanje heeft ruim 47 miljoen inwoners. Hiermee is Spanje één van de landen met de meeste inwoners van Europa. Binnen de Europese Unie hebben enkel Frankrijk, Duitsland en Italië meer inwoners. Gedurende de 20e eeuw is de bevolking met meer dan 30 miljoen mensen gegroeid. Tegenwoordig heeft het land te maken met vergrijzing en de kleine bevolkingsgroei komt van immigratie vanuit Oost-Europa, Afrika en Zuid-Amerika. Spanje heeft de immigratie van alle landen in Europa. De bevolking van het land is onregelmatig verdeeld. De meeste inwoners wonen in de grote steden en aan de kusten. In het binnenland, met uitzondering van Madrid, wonen de minste mensen. Over het algemeen is het vrij dunbevolkt in vergelijking met andere West-Europese landen. Tegenwoordig vertrekken veel mensen (voornamelijk jongeren) naar de kusten en steden om werk te vinden. Het dichtstbevolkte eiland van Spanje is Tenerife, onderdeel van de Canarische Eilanden.

De inwoners van Spanje worden Spanjaarden genoemd. De meeste inwoners van het land beschouwen zich ook als Spanjaard. Volgens de grondwet bestaat Spanje uit meerdere volkeren, zoals de Catalanen, de Basken en de Galiciërs. Deze laatste drie volkeren beschouwen zich ook vaak niet als Spaans (in de eerste plaats). Naast deze volkeren zijn er nog andere bevolkingsgroepen. Spanje heeft ook veel Zuid-Amerikanen, Roma, Roemenen, Duitsers, Britten, Fransen en mensen uit Afrikaanse landen.

Spanje wordt over het algemeen gezien als één van de liberaalste landen van Europa. Sinds de democratische overgang van 1978 hebben vrouwen meer rechten gekregen, kwam er godsdienstvrijheid en voerde Spanje als het vierde land ter wereld in 2005 het homohuwelijk in.

Religie

De kathedraal van Palma de Mallorca

De grootste religie van Spanje is het rooms-katholicisme. Ruim 70% van de bevolking is katholiek. De Katholieke Kerk is historisch gezien altijd de belangrijkste religie geweest. Gedurende een groot deel van de Spaanse geschiedenis was het zelfs de enige religie en werden andere religies vervolgt. Sinds 1978 is sprake van scheiding van kerk en staat en godsdienstvrijheid. Toch speelt de Katholieke Kerk nog steeds een grote rol in de Spaanse maatschappij. Het land heeft miljoenen kerken en kathedralen, waarvan de Sagrada Familia in Barcelona de bekendste is. Jakobus de Meerdere, Johannes van Ávila en Theresia van Ávila worden gezien als de beschermheiligen van het land. Het land is verdeeld in 63 (aarts)bisdommen en 11 kerkprovincies.

Daarnaast is er nog een kleine protestantse minderheid van zo'n 50.000 mensen. De islam is de tweede religie van het land. In 8e eeuw brachten de Moren de islam naar Spanje, maar na de val van Granada in 1492 verdween de islam bijna volledig uit Spanje. Tegenwoordig wordt de islam vooral door immigranten uit Afrika aangehangen. Ook het jodendom was onder de Moren aanwezig, maar joden werden later door de inquisitie vervolgd. Veel joden vertrokken daardoor naar Portugal en later o.a. Nederland en het Ottomaanse Rijk.

Talen

De ontwikkeling van de talen in Spanje

De enige officiële taal van Spanje is het Spaans. Het Spaans is één van de meest gesproken talen ter wereld, zoals het Engels, het Frans en het Chinees. 90% van de bevolking heeft het Spaans als moedertaal. Spaans is net als het Frans, het Italiaans en het Portugees een Romaanse taal. Dit betekent dat de talen afstammen van het Latijn. Het Spaans lijkt erg op het Portugees. De schrijftaal en veel woorden zijn hetzelfde, maar het Portugees heeft een hele andere uitspraak dan het Spaans. Het Spaans heeft een speciale letter, namelijk /ñ/ (spreek uit als /nj/) zoals in España en Español.

De Spaanse overheid erkent nog drie regionale talen. Dit zijn officiële talen in bepaalde gemeenschappen. Dit zijn het Catalaans, het Galicisch en het Baskisch. Het Catalaans is officieel in Catalonië, op de Balearen en in Valencia. In Valencia wordt de taal echter Valenciaans genoemd, dat kan worden gezien als een dialect van het Catalaans of een zelfstandige taal. Het Galicisch wordt gesproken in Galicië. De taal is een mix tussen het Portugees en het Spaans. Het ligt in principe dichterbij het Portugees dan het Spaans. Zowel het Catalaans en het Galicisch zijn familie van het Spaans en zijn dan ook Romaanse talen. Dit is niet het geval bij het Baskisch. Het Baskisch wordt gesproken in Navarra en Baskenland. De taal heeft geen levende verwanten en wordt daarom een isolaat genoemd. We kunnen het Baskisch hierdoor niet in een familie indelen.

De overheid van de gebieden communiceren zowel in deze talen als het Spaans. Ook worden zowel het Spaans als de regionale taal op school geleerd. In het noorden van Catalonië is er nog het Occitaans, dat ook als officiële regionale taal gezien wordt. Het Occitaans wordt echter maar in een klein gebied door weinig mensen gesproken. Daarnaast zijn er nog aantal niet erkende minderheidstalen, zoals het Leonees en het Aragonees. Aan de Portugese grens spreken veel mensen Portugees en aan de Franse grens Frans. Door de vele minderheidstalen wordt het Spaans door sommige inwoners het Castiliaans genoemd. Dit komt doordat niet iedere Spanjaard Spaans spreekt.

De grootste migrantentalen zijn het Roemeens, het Arabisch, het Berbers, het Italiaans, het Duits en het Engels.

Cultuur

Algemeen

Spanje is een land met een indrukwekkende cultuur met invloeden van vele verschillende volken die het land passeerden door de eeuwen heen. Er is erg veel cultureel erfgoed in het land en daarom houden toeristen veel van de Spaanse cultuur. Elke regio heeft een eigen cultuur die verschilt van de andere. Dat noemt men vaak regionale cultuur. De cultuur van Spanje heeft naast invloeden van vele verschillende volken ook nog invloed ondergaan van haar geografie en het klimaat.

Zo kun je aan de kleding en de tradities al zien dat het land is beïnvloed door zijn geografie en het klimaat. In het midden van de vorige eeuw was de Spaanse cultuur nog steeds bescheiden ten opzichte van andere gebieden. Toen merkte men op dat er niet veel grote steden hier te vinden waren. Wel vond men de cultuur van Spanje toen al verbazingwekkend. Tijdens de Gouden Eeuw in Nederland was de Spaanse mode erg populair in Europa. Vaak droeg men donkere, zwarte pakken met een paar kleurdetails zoals sieraden en wijde bontkragen. Deze trend werd het meest populair in Spanje (natuurlijk!), Nederland, België en Frankrijk. In Castilië hadden mannen vroeger vaak kleding aan met sombere kleuren, terwijl Andalusische vrouwen prachtige kleurrijke flamenco-jurken droegen die een vakkundig patroon hadden. Die worden echter vaak gedragen op feesten, maar Andalusische mensen droegen bijna nooit kleding met sombere kleuren.

Sinds duizenden jaren gelegen is er hier in Spanje al de siësta-traditie. Een siësta is een soort middagdutje in Spanje, vanwege de hitte slaapt men een paar uur en gaat men weer werken of naar school. Daarom blijft men 's nachts ook lang op en is het behoorlijk druk dan. In de middag kan het best zijn dat je niemand ziet op straat vanwege de siësta.

Architectuur en schilderkunst

Architectuur in Spanje heeft veel invloeden gehad, net zoals de rest van de Spaanse cultuur. De gebouwen kunnen er zowel klassiek zijn als modern en zowel christelijk als islamitisch. Een van de belangrijkste Spaanse architecten is Antoni Gaudí. Hij maakte vele gebouwen in Barcelona in een stijl die bekend staat als het Catalaans modernisme.

Spanje heeft een aantal belangrijke schilders. El Greco wordt gezien als één van de bekendste kunstenaars van Spanje. Zijn werk bestond vooral uit het schilderen en beeldhouwen van religieuze ontwerpen, maar was ook een portretschilder. Je kunt zijn werken herkennen aan het gebruik van donkere kleuren en sterke roodcontrasten. Ook de manier waarop hij het menselijk lichaam afbeeldde is erg kenmerkend; personen worden lang en smal geschilderd en de verhoudingen van het lichaam zijn vaak uit balans.

Ook Pablo Picasso is een erg bekende Spaanse schilder. Zijn werken hingen af van zijn stemming en persoonlijke omstandigheden op dat moment. Picasso heeft een nieuwe kunststijl ontwikkeld; het kubisme. Het idee hiervan was om lichaamsvormen uit elkaar te halen en weer opnieuw te creëren. Zo ontstonden er zeer abstracte werken. Picasso schilderde niet alleen, maar gebruikte ook alledaagse voorwerpen voor zijn werken. Een derde zeer bekende schilder afkomstig uit Spanje is Salvador Dalí. Hij haalde zijn inspiratie uit ‘de wereld van het onbewuste’. Dalí heeft naast het schilderen ook films gemaakt waarin zijn ‘droomwereld’ werd getoond. Zijn werken worden vaak gezien als ‘griezelig’. Dit klopt, Dalí liet zijn eigen angsten zien in zijn schilderijen.

Dans en muziek

Spaanse mensen zijn dol op dansen. Daarom zijn er vele soorten technieken van Spaanse dansen. De bekendste zijn de Andalusische dansen flamenco en paso doble. De flamenco, oorspronkelijk uit Andalusië, is wereldwijd bekend. De dansers dansen zoals flamingo's. Bij dansen moet natuurlijk ook nog muziek zijn. Vooral gitaarmuziek, accordeonmuziek en doedelzakmuziek zijn populair. Veel bekende zangers komen uit Spanje. Jaarlijks worden er een groot aantal culturele evenementen gehouden in Spanje.

Ook is Spaanse muziek door hele wereld bekend. Veel Spaanstalige muziek komt uit Spanje. De bekendste Spaanse volkszanger is waarschijnlijk Julio Iglesias. Hij nog altijd de best verkopende artiest uit de Spaanstalige wereld. Zijn zoon, Enrique Iglesias, is ook een bekende Spaanse zanger met verschillende Spaanstalige en Engelstalige hits, zoals Bailando en Duele de Corazón. Net als de half-Spaanse zanger Álvaro Soler, bekend als El Mismo Sol en Sofía, scoren Spaanse zangers landen wereldwijd zomerhits. De bekendste zomerhit is waarschijnlijk The ketchup song (Aserejé) van Las Ketchup. Een bekende zangeres uit Spanje is Montserrat Caballé, die het nummer Barcelona met Freddy Mercury zong.

Op het Eurovisiesongfestival heeft Spanje weinig succes gehad, ondanks het feit dat Spaanse muziek zo populair is. Het land won twee keer; de eerste keer in 1968 met La, la, la van Massiel en de tweede keer met Vivo cantando van Salomé in 1969 (een jaar later). Spanje zit standaard in de finale en haalt in recente jaren vaak een van de laatste plaatsen. Desondanks zijn veel nummers een hit geworden. De bekendste Spaanse inzending is Eres Tú van Mocedades

Literatuur, film en televisie

De bekende scene waarin Don Quichot de windmolens aanvalt, aangezien hij ze aanziet voor reuzen.

De bekendste schrijver in de Spaanse literatuur is Miguel de Cervantes. De Cervantes is bekend vanwege het boek Don Quichot van La Mancha. Don Quichot groeide uit tot een cultuuricoon. Het wordt gezien als de eerste roman in een moderne Europese taal. Ook is het een van de eerste romans die in het psychische van een hoofdfiguur behandeld. De verhalen over de dwaze held zijn inmiddels wereldberoemd geworden. Een ander bekend Spaanstalig werk is El Cid.

De bekendste Spaanse acteur is Antonio Banderas, die verschillende Spaanstalige en Engelstalige films gespeeld heeft. Spaanse films zijn buiten Spanje niet heel erg bekend. El laberinto del fauno is internationaal gezien de bekendste Spaanse film. In recente jaren zijn Spaanstalige televisieseries erg populair geworden, waarvan een groot deel uit Spanje komt. Bekende televisieseries zijn bijvoorbeeld La casa del papel, Élite en Las Chicas del Cable.

Sport

De Spaanse bevolking is heel erg sportief. Er worden veel sporten beoefend, waaronder voetbal het populairst. Ook basketbal, wedstrijdfietsen, tennis en handbal zijn ermee te vergelijken. Op de dag van vandaag is Spanje een wereldmacht van sport. Jaarlijks worden er peddel-en formule 1-wedstrijden gehouden in het land. De belangrijkste vechtsporten hier zijn judo en taekwondo.

Lijst van belangrijkste feestdagen in Spanje

Spaanse keuken

Zie Spaanse keuken voor het hoofdartikel over dit onderwerp.

De Spaanse keuken is wereldberoemd en heeft veel invloed gehad op de Latijns-Amerikaanse keuken en de keukens van veel Zuid-Europese landen. In Spanje kent men doorgaans vier maaltijden. Dit zijn het ontbijt in de ochtend, de lunch in de middag, de merienda rond 4 uur en het avondeten laat in de avond (rond 8 á 9 uur). Net als veel Zuid-Europese landen worden in de Spaanse keuken regelmatig producten als knoflook, olijfolie, ui, oregano, peterselie en rozemarijn gebruikt.

Veel Spaanse restaurants serveren tapas. Tapas zijn allerlei kleine gerechtjes die op de tafel geserveerd worden. Bekende tapas zijn aioli, chorizo, calamares, patatas brava en seranoham. Gazpacho, een koude soep, en de empanada, gefrituurd gevuld deegwaar, zijn ook bekende gerechten. Churros zijn internationaal erg bekend. Het smaakt naar donuts en wordt geserveerd met chocoladesaus. Regionaal zijn verschillende gerechten. In Catalonië zijn bijvoorbeeld de crema catalana en paella erg bekend.

Werelderfgoed

Al deze trekpleisters zijn verklaard tot Werelderfgoed door UNESCO:


Het Alhambra nabij Granada is een middeleeuws fort gebouwd door de Moren en staat sinds 1984 op de Werelderfgoedlijst.

Politiek

Monarchie

De Spaanse koninklijke familie.

De Spaanse monarchie is hersteld in 1978. Het land is een zogeheten constitutionele monarchie. Dit betekend dat de macht in het land in handen is van de regering en het parlement. Het staatshoofd van het land is een koning, maar deze heeft haast geen politieke macht (zoals in Nederland en België). De huidige koning van Spanje is Felipe VI. Hij werd koning in 2014 nadat zijn vader, Juan Carlos I, aftrad. Koning Juan Carlos I staat bekend als degene die van Spanje een democratie maakte na de dood van Franco. Tegenwoordig denkt men minder positief over hem vanwege zijn olifantenjachten en vermoedelijke corruptie. Koning Felipe VI heeft hierna alle banden met zijn vader afgekapt.

De naam van het Spaanse koningshuis is het huis Bourbon. Oorspronkelijk konden vrouwen niet regeren. Toch zijn is het twee keer in de geschiedenis gebeurd dat een vrouw regeerde, waarvan Isabella II (regeerde tussen 1833 en 1865) de meeste recente is. Aangezien koning Felipe VI twee dochters heeft krijgt Spanje (waarschijnlijk) na Felipe's aftreden een koningin. Hiervoor is in het begin van de 21e eeuw de wet aangepast. Tegenwoordig is het Spaanse koningshuis gematigd populair. Er zijn ongeveer evenveel mensen die de monarchie willen behouden als willen afschaffen.

Staatsinrichting

Pedro Sánchez, de premier van Spanje.
Het congres zetelt in dit gebouw. De Senaat zetelt in een ander gebouw.

De leider van de regering wordt de premier genoemd. De premier heeft ongeveer dezelfde status en macht in de politiek als in Nederland en België. Waar het staatshoofd (de koning) haast geen politieke macht heeft, heeft de premier dit wel. Sinds 2018 is de premier van Spanje Pedro Sánchez van de sociaaldemocratische PSOE. De premier is het hoofd van de regering. De regering bestaat naast de premier uit verschillende ministers en staatssecretarissen.

Het parlement van Spanje wordt de Cortes Generales genoemd. Deze bestaat uit twee kamers:

  • Het Congres van Afgevaardigden bestaande uit 350 leden. Deze worden rechtstreeks door de Spaanse inwoners gekozen om de vier jaar. Het Congres is vergelijkbaar met de Tweede Kamer of de Kamer van Volksvertegenwoordigers.
  • De Senaat bestaande uit 264. Het aantal leden van de Senaat staat niet vast en veranderd na elke verkiezing. Iedere Spaanse provincie heeft vier vertegenwoordigers. Uitzondering zijn Mallorca, Gran Canaria en Tenerife, die elk één vertegenwoordiger hebben. De rest van de Balearen en de Canarische Eilanden worden door één zetel vertegenwoordigt. De autonome steden Melilla en Ceuta hebben elk twee zetels. Daarnaast krijgt iedere autonome gemeenschap één zetel en voor elk miljoen inwoners komt er weer eentje bij. De Senaat is vergelijkbaar met de Eerste Kamer of de Senaat.

Bij verkiezingen kan iedereen met de Spaanse nationaliteit en van 18 jaar en ouder stemmen. Op de kieslijsten moeten volgens de wet mannen en vrouwen afgewisseld worden.

Spanje heeft meerdere politieke partijen. Traditioneel zijn twee grootste politieke partijen de christendemocratische Parti Popular en de sociaaldemocratische PSOE. Andere belangrijke politieke partijen zijn de socialistische Podemos, de liberale Ciudadanos en de rechtspopulistische Vox. Baskenland, Galicië en Catalonië zijn nationaal vertegenwoordigt door hun eigen partijen. Deze partijen willen de regio's vaak afscheiden van Spanje en zelfstandig worden. Vooral in Catalonië en Baskenland is de roep om onafhankelijkheid sterk.

Bestuurlijke indeling

Spanje is onderverdeeld in zeventien autonome gemeenschappen (of regio's) en twee autonome steden. Deze onderverdeling bestaat sinds 1978, toen Spanje overging naar een democratie. De autonome gemeenschappen hebben veel eigen rechten. Ze hebben elk een eigen regering en eigen parlement en kunnen zelf wetten maken. Sinds 1995 zijn er ook twee autonome steden, Melilla en Ceuta, die op het vasteland van Marokko liggen maar bij Spanje horen.

De autonome gemeenschappen van Spanje

De zeventien autonome gemeenschappen zijn:

Sommige grotere gemeenschappen zijn onderverdeeld in provincies, maar bij Asturië, de Balearen, Cantabrië, La Rioja, Madrid, Murcia en Navarra is dit niet het geval. Deze zeven gemeenschappen vallen samen met de provincie. De provincies zijn weer onderverdeeld in comarca's. De functie van de comarca's verschilt per regio. In Catalonië hebben comarca's veel invloed in het bestuur, terwijl dit in Galicië niet het geval is. Tot slot zijn de comarca's weer onderverdeeld in gemeenten. Ceuta en Melilla hebben als autonome steden een andere bestuurlijke indeling. Zij zijn verdeeld in stadsdelen en wijken.

Internationale politiek

In veel Latijns-Amerikaanse en Europese landen en in de Verenigde Staten en Canada leven veel Spanjaarden.

Spanje is onderdeel van verschillende internationale organisaties, waaronder de Verenigde Naties, de NAVO, de Europese Unie, de Latijnse Unie en de Ibero-Amerikaanse Gemeenschap van Naties. Het land heeft in de Spaanstalige wereld veel invloed. Spanje heeft over het algemeen met alle oud-kolonies een goede band, waaronder Chili, Argentinië, Mexico en Colombia. Tussen Spanje en de voormalige kolonies is tegenwoordig veel immigratie en handel. Ook er veel communicatie via muziek, televisie en films. De beste vriend van Spanje is waarschijnlijk buurland Portugal. Beide landen kunnen het goed met elkaar vinden en op het gebied van voetbal is er vriendschappelijke concurrentie. Daarnaast kan Spanje het goed vinden met Griekenland, Italië, Frankrijk, de Verenigde Staten en Roemenië.

Toch heeft Spanje enkele conflicten. Het bekendste conflict is het conflict over Gibraltar met het Verenigd Koninkrijk. De Spanjaarden willen meer zeggenschap over het gebied, terwijl het VK (en Gibraltar zelf) dit niet willen. Tijdens de Brexit was de status van Gibraltar een belangrijk punt, aangezien veel Spanjaarden in Gibraltar werken en winkelen en veel Gibraltezen dit doen in Spanje. Ondanks dit conflict kunnen beide landen het enigszins goed met elkaar vinden. Er is veel handel tussen Spanje en het VK en veel Britten wonen in Spanje of hebben er een tweede huis. Een ander bekend conflict is dat tussen Spanje en Marokko over de steden Ceuta en Melilla. De Marokkanen willen de twee steden terug, terwijl Spanje dit niet wil. Via Ceuta en Melilla komen veel illegale immigranten de EU binnen. Officieel is de Westelijke Sahara nog altijd een Spaanse kolonie. Hoewel de Westelijke Sahara tegenwoordig grotendeels door Marokko bezet is, wordt dit internationaal niet erkend. Van tijd tot tijd probeert Spanje te bemiddelen tussen Marokko en de beweging voor een onafhankelijk Westelijke Sahara.

Economie

Skyline van de badplaats Benidorm
De oude binnenstad van Madrid in de nacht

Spanje is een erg rijk land. Het BNP (Bruto Nationaal Product) staat als 9e hoogste ter wereld hier. Van oorsprong is Spanje een agrarisch land. Agrarisch betekent dat er allemaal boeren leven die niet met machines werken. De gewassen (zoals graan) wordt verbouwd met je handen. Tegenwoordig verbouwt men niet meer met de hand, maar met machines zoals tractoren.

De druiven worden echter nog geteeld met je handen. Daar maken ze vaak de wereldberoemde Spaanse wijn van. Sinds de jaren '50 van de vorige eeuw is er enorm veel industrie in het land. De industrie in Spanje begon met textiel-industrie, staalindustrie en mijnbouw. Vooral in de havensteden Barcelona en Málaga.

Madrid heeft weinig industrie, omdat het niet aan zee ligt. Daar zijn meerder financiële diensten, zoals banken en wolkenkrabbers. Hedendaags zijn de belangrijkste onderdelen van economie in Spanje: toerisme, financiële diensten, landbouw en industrie. Dat levert enorm veel geld op voor de regering die het weer kan gebruiken om bijvoorbeeld wegen in Spanje te verbeteren. Tarwe, gerst, bietsuiker, citrusvruchten, aardappelen, maïs, rogge, haver, rijst, tomaten en uien zijn de meest benodigde gewassen in het land.

Vee wordt erg veel gehouden en in het jaar 2005 werden er wel 131 miljoen pluimvee-diersoorten gehouden op boerderijen. Er zijn erg veel energiebronnen in Spanje zoals aardgas of zonne-energie. Aardolie en aardgas wordt uit de grond gepompt of uit zee gehaald. Heel Spanje heeft een overvloed van wind en daarom is windenergie heel belangrijk. Men kan het gebruiken voor elektriciteit en zo.

Windparken zijn in veel delen van het land te vinden. Die staan vol met windmolens die kernenergie genereren. Spanje is een wereldberoemde vakantiebestemming voor miljoenen mensen op de wereld. De belangrijkste trekpleister is Catalonië (inbegrepen de prachtige stranden van Costa Brava, miljoenenstad Barcelona, oude gebouwen in Girona, deluxe hotels/restaurants). In het jaar 2006 ontving Catalonië zelfs 15 miljoen toeristen.

Op nummer twee staat de Balearen met 10,1 miljoen, op nummer drie de Canarische Eilanden met 9,6 miljoen, op nummer 4 Andalusië met 8,5 miljoen, op nummer 5 metropoolgebied Valencia met 5,5 miljoen en metropool-gebied Madrid met 3,9 miljoen toeristen op nummer 6. Benidorm is een badplaats die bekend is om haar stranden, hotels en wolkenkrabbers. De meeste banken zijn gevestigd in Madrid, Barcelona, Valencia en Bilbao. Met wetenschap en technologie gaat het hier heel goed.

Vervoer & Transport

Vervoer en transport is er in Spanje in overvloed. Heel Spanje heeft wel 105 luchthavens in totaal, waarvan 33 internationaal. Die zijn werkzaam bij meer dan 250 verschillende luchtvaartmaatschappijen. De belangrijkste luchthavens zijn in de grote steden, zoals die van Madrid, Barcelona enzovoort. Bijna elk jaar worden de luchthavens wel uitgebreid, omdat het steeds drukker wordt. De belangrijkste luchtvaartmaatschappij is Iberia.

Via treinen kun je makkelijk door het land reizen. Er zijn hele lange spoorlijnen die helemaal de route van Sevilla tot Barcelona (die gaat langs onder andere Málaga, Murcia, Alicante en Valencia). Het treinstation van Barcelona verbindt de Spaanse spoorlijnen met spoorlijnen naar de belangrijke Europese wereldsteden, zoals Parijs, Zürich en Milaan. Binnen de steden in Spanje kun je reizen met de auto, bus, fiets en nog veel meer.

Een paar steden hebben er zelfs een tram of/en een metro bij. De steden die een metro hebben zijn: Madrid, Barcelona, Valencia, Sevilla, Palma de Mallorca en Bilbao. Steden die een metro onder constructie hebben (dus steden waar ze een metro aan het bouwen zijn) zijn: Málaga, Alicante en Granada. Voor Santander wordt er een gepland. Het Spaanse wegennetwerk bestaat uit ongeveer zo'n 370.000 km.

Er zijn verschillende soorten wegen, waaronder de snelweg. In totaal heeft Spanje 53 internationale havens. Daar kunnen schepen uit de hele wereld naartoe gaan, zoals buitenlandse cruiseschepen. Opmerkelijke en bekende wereldklasse Spaanse havens zijn die van Barcelona, Algeciras en Vigo. De haven van Barcelona wordt beschouwd als de leider van alle cruiseschepen van de Middellandse Zee en als tweede van de hele wereld.

Nationale symbolen

Vlag en wapen

Zie voor meer informatie vlag van Spanje en Wapen van Spanje
Flag of Spain.svg

De vlag van Spanje bestaat uit drie horizontale banen. Van boven naar onder zijn dit rood, geel, rood. Rood en geel zijn eeuwenlang de kleuren van Spanje. Waar de kleuren precies vandaan komen is onduidelijk. Veel historici denken dat kleuren uit de vlag van de regio Aragón komen.

Op de gele banen is het wapen van Spanje te zien. Dit wapen bestaat uit een wapenschild met daarop de wapens van Castilië, León, Aragon, Navarra en in het midden het huis Bourbon. De kroon boven het wapenschild verwijst naar het koninkrijk. Naast het wapen staan twee zuilen, die de zogeheten zuilen van Hercules zijn. Dit is de oude benaming van de Straat van Gibraltar. Op het lint staat de Latijnse spreek Plus Ultra (Steeds verder).

Volkslied

De volkslied van het land is de Marcha Real (Koninklijke Mars). Het lied is bijzonder doordat het geen tekst heeft. Het lied is officieel sinds 1997. Door de jaren heen zijn er verschillende voorstellen gedaan om het lied van een tekst te voorzien. In geen van de gevallen is deze aangenomen.

zee

spanje ligt aan zee.

Lees ook

Artikelen over Spaanse steden

Overige onderwerpen die met Spanje te maken hebben

Externe links


Afkomstig van Wikikids , de interactieve Nederlandstalige Internet-encyclopedie voor en door kinderen. "https://wikikids.nl/index.php?title=Spanje&oldid=718823"