Genderidentiteit
Genderidentiteit verwijst naar de gedragingen, uitdrukkingsvormen en patronen in verhouding tot het gender. Er wordt vaak onderscheid gemaakt tussen cisgender en transgender, en binair en non-binair gender. Voorbeelden van gender zijn: 'man', 'vrouw', 'agender' en 'bigender'.
Gender is iets anders dan geslacht: een bepaalde aanduiding die mensen bij geboorte toegewezen krijgen op basis van hun chromosomen en geslachtsorganen.
Cisgender en transgender
Mensen worden vaak aan de hand van hun geslacht een man (jongen) of vrouw (meisje) genoemd. Bij de geboorte krijgen baby's met twee X-chromosomen het geslacht 'vrouw' toegekend en baby's met een X-chromosoom en een Y-chromosoom het geslacht 'man'. Mensen bij wie dit geslacht hetzelfde is als hun gender, worden 'cisgender' genoemd. Soms komen iemands geslacht en gender niet met elkaar overeen. Zo kan het zijn dat mensen met twee X-chromosomen vanbinnen een man zijn en dat andersom mensen met een X- en Y-chromosoom vanbinnen een vrouw zijn. Deze mensen zijn transgender of ook wel transpersonen.
Binair en non-binair
Met binair gender wordt bedoeld dat iemands gender mannelijk of vrouwelijk is. Binair betekent letterlijk 'tweevoudig'. De binaire genders zijn dan ook 'man' en 'vrouw'. Mensen met een binair gender zijn vaak van het mannelijk geslacht, vrouwelijk geslacht of interseksepersonen.
Non-binaire genders zijn genders die noch mannelijk noch vrouwelijk zijn. Sommige termen voor non-binaire genders overlappen elkaar, omdat gender een sociaal construct is dat afhankelijk is van de persoon die die genderidentiteit ervaart. Een deel van de interseksepersonen ziet zichzelf ook als non-binair, maar dat geldt niet voor alle interseksepersonen.