Schaap
Benamingen van een schaap
Het schaap woont overal ter wereld als huisdier en hij eet gras en hooi. Het mannetje heet een ram. Het vrouwtje heet een ooi.
- Lam = schaap t/m 1 jr.
- Hamel = gecastreerde ram
- Kween = tweeslachtig dier, het heeft kenmerken van een ooi en een ram.
De meeste lammetjes worden in het voorjaar geboren.
Na ongeveer zes weken kan een lammetje al voor zichzelf zorgen.
Een vacht van een schaap daar maken ze truien van .
Vroeger waren de oudste schapen heel belangrijk voor de landbouw.
Lammetjes klimmen soms op de rug van hun moeder. Als lammetjes volwassen zijn doen ze dat niet meer.
Sommige schapen zijn bruin, maar de meesten zijn wit.
Een mannetjesschaap (ram) heeft grote horens.
Geschiedenis
Vroeger werden schapen heel anders verzorgd dan nu. Vroeger werden de meeste schapen niet geschoren, en als ze geschoren werden gebeurde dat met een schapenschaar. Vroeger werden de schapen nog niet in een wei gehouden. Toen waren er kudde schapen die bij elkaar bleven. Die kuddes liepen altijd los.
Meestal liep er een herder bij de kuddes. Die herders hadden vaak een of twee honden bij zich.
De honden liepen dan rondjes om de kudde heen, zodat de schapen bij elkaar bleven, en niet weg konden lopen.
Wie weet nog meer over schapen?