Onderwereld
De onderwereld is de naam die we gebruiken om de wereld van de criminaliteit (dieven, fraudeurs) te beschrijven. De term wordt ook wel eens gebruikt om de hel aan te duiden - het gaat in beide gevallen om een duistere wereld die we niet goed zien en weinig kennen. Daarom wordt vaak gezegd dat die, bij wijze van spreken, onder de grond zit.
Eerst een verhaaltje: Eurydice en Orpheus,
Orpheus was een muzikant en zanger en kon zo mooi zingen en spelen dat de dieren uit het bos naar hem kwamen luisteren en de bomen hun adem inhielden. Orpheus was verliefd geworden op Eurydice en ze trouwden met elkaar. Kort hierna gebeurde er iets vreselijks: ze werd door een slang gebeten en stierf. Orpheus was heel verdrietig en besloot naar de Onderwereld te gaan om haar terug te halen. De schipper Charon was onder de indruk van het gezang van Orpheus en liet hem de rivier de Styx oversteken. Toen hij was aangekomen bij Hades en Persefone, zong hij een mooi lied waarin hij vroeg om zijn vrouw Eurydice weer terug mee te mogen nemen. Dit mocht onder één voorwaarde: hij mocht tijdens zijn tocht terug niet omkijken of Eurydice nog achter hem liep. Maar helaas: hij was zo onzeker en keek toch achterom. Eurydice moest terug naar de onderwereld. Hij verloor haar opnieuw. Nu voor altijd.
Wat hield nou zo’n Onderwereld in?
De Grieken en Romeinen geloofden dat van mensen na hun dood niet het lichaam, maar de ziel, die er uitzag als een schim, bleef voortbestaan op een plaats onder de Aarde die zij Onderwereld noemden. Op deze plek was de god Hades de baas, samen met zijn vrouw Persefone.
Onderweg naar jouw lot
Wanneer je overleden was ging je een pad af naar jouw uiteindelijke plek. De god Hermes begeleidde iedereen. Als eerste moesten de schimmen de rivier de Styx oversteken. Dit kon alleen met een veerpont gebeuren. Hiervoor moest je wel betalen, want de schipper Charon deed dit niet gratis. Om hem te kunnen betalen moest onder de tong van de overledenen een muntstuk (een obool) worden gelegd. Degenen die begraven werden zonder muntstuk mochten de Styx niet over en bleven dus voor altijd rondzwerven.
Aan de overkant van de Styx was de toegang tot de Onderwereld, die bewaakt werd door een enorme hond met drie koppen. Kerberos heette hij . Hij moest ervoor zorgen dat er geen overledenen ontsnapten en geen ongewenste bezoekers de Onderwereld binnen gingen. Er was altijd een kop van de hond wakker, klaar om te bijten.
Verschillende plekken
Wanneer je de Styx over was, ging eerst naar het paleis van Hades. Vlak daarbij zaten drie rechters die beslisten naar welke plek een overledenen mocht. Er waren drie plekken. Die keuze werd als volgt gemaakt:
Eerst moest iedereen uit de rivier de Lethe drinken om het vorige leven te vergeten.
- Daarna gingen degenen die niet heel goed of slecht waren geweest naar een plek waar ze rondfladderden als vleermuizen. Deze plek heet de Asphodel-velden. Een veld met kleine witte bloemetjes waar het niet heel bijzonder was.
- Degenen die zeer goed hadden geleefd en echte helden waren, mochten naar het Elysion. Dit was een paradijs waar altijd de zon scheen op weiden vol bloemen, waar muziek speelde, heerlijk voedsel was en iedereen plezier had.
- De mensen, die heel slecht hadden geleefd en geen respect voor de goden hadden getoond, moesten naar de Tartaros, waar ze zeer lang gestraft werden. Deze plaats werd bewaakt door Erinyen, afschuwelijke vrouwen met slangenhaar en vurige ogen en zwepen.
Tartaros
- Een paar voorbeelden van deze straffen:
- Ixion was vastgebonden aan een brandend wiel dat voortdurend ronddraaide.
- Tityos lag op de grond terwijl twee gieren aan zijn lever pikten.
- De vijftig dochters van Danaos moesten steeds bodemloze kruiken vullen.
- Sisyfos moest een grote steen tegen een heuvel opduwen, die steeds terugrolde
- Tantalos tenslotte had dorst en honger maar kon niet bij het water en het fruit vlakbij hem.
Gelukkig zijn dit allemaal verhalen en dus niet echt.