Vlinders

Uit Wikikids
Naar navigatie springen Naar zoeken springen
eitjes (van de nachtpauwoog)
pop van een vlinder

Een vlinder is een insect. In de orde Lepidoptera. Dat is een Grieks woord dat bestaat uit Lepis = schub en pteron = vleugel. De vleugels van een vlinder zijn namelijk bedekt met schubben.

Vlinders zijn erg teer (breekbaar). Hierdoor wordt afgeraden ze aan te raken.

Voortplanting

De vlinder leeft meestal erg kort. Dus hebben ze weinig tijd om een partner te vinden. De meeste vrouwtjes leven maar een paar dagen. Dus moeten ze zo snel mogelijk eieren leggen.

Een ei van een vlinder is niet groter dan een speldenknop. Van de 100 eitjes die een vlinder neer kan leggen gaan er tussen de 95 en de 99 eitjes dood voordat ze gaan paren of hun eigen eitje kunnen leggen. Dit komt door de verschillende doodsoorzaken. Hier lees je verder op deze pagina meer over. De 1 tot 5% van de eitjes die het wel overleven zorgen voor de nieuwe generatie van die vlindersoort.

Een vlinder kan de eitjes op verschillende manieren neerleggen op een waardplant. Een waardplant is een plant waar de rups van eet. De vlinder kan 1 eitje per plant neerleggen of alle eitjes naast elkaar of de eitjes opstapelen. Sommige vlinders strooien hun eitjes boven verschillende waardplanten. Hierdoor moeten de rupsen zelf opzoek naar hun eten. Als de vlinder de eitjes op het blad van een waardplant heeft gelegd komt er na 1 tot 3 weken een rups uit. Eerst eet de rups het eitje op waar hij uit is gekomen en vervolgens begint hij aan de blaadjes van de plant. De huid van de rups rekt niet mee terwijl zijn lijf dit wel doet. Daarom vervelt de rups ongeveer 5 á 6 keer voordat hij een pop wordt. De rups spint een cocon om zichzelf. De rups maakt de pop op een plaats waar hij het minst gevaar loopt voor vijanden. Omdat de pop niet kan bewegen. In de pop ontwikkelt de rups zich tot vlinder. Het verschilt per vlinder hoe lang het duurt voordat de vlinder uit de pop komt. Als de vlinder uit de pop komt kan hij nog niet meteen vliegen. Hij moet eerst wachten totdat zijn vleugels droog zijn. Dit noemen we oppompen. Er stroomt dan bloed van de vlinder door de vleugels. Op deze manier pompt de vlinder zijn vleugels op. Als de vleugels van de vlinder droog zijn kunnen ze op zoek gaan naar nectar.

Paring

Vlinders overwinteren vaak als volwassen vlinder of als pop en komen in het begin van de lente tevoorschijn. De mannetjes en vrouwtjes zoeken elkaar vervolgens op voor de paring om zo nageslacht te produceren. Paring van de kleine wintervlinder (Operophtera brumata), het vrouwtje (rechts) is bij deze soort ongevleugeld

De vrouwtjes scheiden middels klieren in het achterlijf geurstoffen of feromonen af die op de mannetjes een sterke seksuele prikkel hebben. De verschillende vlindersoorten hebben steeds een specifieke geur. Bij veel soorten kunnen de mannetjes door de zeer gevoelige antennes op grote afstand een vrouwtje waarnemen. Bij andere soorten gaat het mannetje ergens zitten waar het vrouwtje hem niet kán missen, zoals een uit-stekende tak.

Als een mannetje een paringsbereid vrouwtje heeft gevonden wordt er een baltsvlucht gemaakt door het mannetje om het vrouwtje over te halen tot de paring. Bij de balts vliegt het mannetje om het vrouwtje heen en geeft zijn geurstoffen af. Door de manier van vliegen en de reactie op de feromonen laat het mannetje zien dat hij van dezelfde soort is. De balts eindigt als het vrouwtje op een tak gaat zitten en het mannetje op haar kruipt. De paring duurt lang, van 1 tot meerdere uren. Gedurende de paring zijn de achterlijven met elkaar verbonden. Vliegen is dan geen eenvoudige zaak; vlinders zijn erg kwetsbaar tijdens de paring. Een enkele keer zijn opgeschrikte parende vlinders te zien die nog met elkaar verbonden zijn.

Vlinders hebben een breed scala aan voortplantingsmethoden ontwikkeld. Een voorbeeld zijn de heliconiusvlinders zoals de soort Heliconius sara. De vrouwtjes van deze vlinder verpoppen eerder dan de mannetjes en lokken de mannetjes door feromonen te verspreiden vanuit de pop. De mannetjes, die zich dus nog in het larvale rupsstadium bevinden, proberen zich zo dicht mogelijk bij de vrouwelijke chrysalis te verpoppen zodat ze direct na uitkomen kunnen paren. Ook het vrouwtje hoeft hierdoor niet af te wachten tot een succesvol mannetje haar gevonden heeft, maar is zodra ze uit haar pop komt verzekerd van een partner.

Enkele vlinders, zoals de zakjesdragers, kennen een afwijkende voortplanting en planten zich maagdelijk voort. Ook hebben de vrouwtjes soms geen vleugels en worden in hun pop bevrucht.

Dag en nachtvlinders

Er zijn vlinders die overdag leven en er zijn vlinders die s'nachts leven. De vlinders die je overdag ziet vliegen zijn dagvlinders en de vlinders die je s'nachts ziet vliegen zijn nachtvlinders. Sommige nachtvlinders vliegen ook overdag, maar dan zie je ze niet zo vaak. Je kunt het verschil tussen deze twee soorten vlinders heel goed zien.

Dagvlinders

  • Een dagvlinder heeft aan het einde van zijn voelsprieten een knopje zitten.
  • Ze hebben felle kleuren.
  • Als de vlinders op bijvoorbeeld een bloem aan het rusten staan de vleugels van de vlinder omhoog, behalve als de vlinder even gaat zonnen dan legt de dagvlinder zijn vleugels wel neer.


Nachtvlinders

Een nachtvlinder
  • De voelsprieten van een nachtvlinder eindigen niet in een knopje.
  • Als de nachtvlinders rusten dan staan de vleugels van de vlinder niet omhoog maar liggen ze ingeklapt tegen het lichaam aan.
  • De kleuren van de nachtvlinder zijn meestal donker zoals zwart, bruin, grijs omdat ze op deze manier niet opvallen als ze overdag slapen.

Om een nachtvlinder te vinden kan je verschillende dingen doen. Zo kan je bijvoorbeeld met een lamp op een donkere plek blijven schijnen. De nachtvlinders komen dan naar het licht toe, maar blijven vliegen omdat ze niet weten wat er gaat gebeuren en als ze vliegen zijn ze veiliger. Ook kan je het sap van een bloedende boom of rottend fruit als lokaas gebruiken. Lokaas is iets waarmee je een dier naar je toe kan krijgen. Je lokt het dier naar je toe. De vlinders vliegen op de zoete producten af en zo kan je ze zien als ze er op zitten.

Leefomgeving

De vlinders leven bijna overal: bergen, woestijn, moerassen, weide, tuinen, open plekken, kustgebieden en steden. Vlinders kunnen zich gemakkelijk aan hun leefgebied aanpassen.

Er zijn ook trekvlinders. Deze vlinders gaan in de wintermaanden naar het zuiden van Europa of het noorden van Afrika en blijven daar overwinteren. Als de lente dan weer komt vliegen ze weer terug naar bijvoorbeeld Nederland. Deze vlinders leven enkele maanden in plaats van een paar dagen of weken.

vlinder leven in het groen en in de lucht niet in de vlinder

Uiterlijk

Het uiterlijk van een vlinder verschilt in sterkte een grootte, maar ze hebben ook dingen hetzelfde. Zoals hun ogen, antenne, schenen, achtervleugels, borststuk en voorvleugels. Vlinders hebben schubbige vleugels. Hun kleuren verschillen van vlinder tot vlinder.

Voedsel

De vlinder eet verschillende dingen. Hij/zij is dol op rottend fruit, nectar, mest, dode dieren, honing, bladeren en nog veel meer. De vlinder kan niet zo goed kauwen daarom moet hij/zij zachte dingen eten.

Je kan zelf nectar maken door 1 deel honing of suiker te mengen met 9 delen water. Op deze manier kan je de vlinders helpen om genoeg eten binnen te krijgen.

Vijanden

De vlinder heeft, zoals bijna alle dieren, ook vijanden. De vijanden zijn verschillen, afhankelijk van het gebied waar ze leven. Dit zijn enkele voorbeelden:

Ook insecten en sprinkhanen eten vlinders. De meeste vlinders krijgen niet de kans om volwassen te worden, omdat ze zo snel worden opgegeten.

Niet alleen de volwassen vlinder heeft vijanden, maar het eitje en de rups lopen ook altijd gevaar om opgegeten te worden.

Kijk op de pagina van de rups voor meer informatie.

Doodsoorzaken

Er zijn verschillende doodsoorzaken voor de eitjes van de vlinder, de rups en de vlinder zelf.

  • Parasitoïden: Dit is de meest voorkomende doodsoorzaak van de eitjes van een vlinder. Parasitoïden is een moeilijk woord voor 'gastheer'. Een vlinder kan haar eitjes namelijk ook in een gastheer leggen. Het is hier veiliger, maar het gevaar is wel dat de gastheer de eitjes van binnen- en van buitenuit kan opeten.
  • Opgegeten worden door andere dieren: Hierboven zie je welke vijanden de vlinder heeft. De dieren die daar staan genoemd eten zowel de rups als de vlinder.
  • Weersomstandigheden: Vlinders kunnen niet goed tegen droogte. Ze kunnen dus niet de hele tijd in de felle zon zitten, want dan drogen ze uit. Ook kunnen ze niet tegen te veel regen. Het weer kunnen wij en de vlinders niks aan doen. Dit is dan een natuurlijke dood.
  • Pech: sommige rupsen en vlinders hebben gewoon pech. Dit betekent bijvoorbeeld dat rupsen dood kunnen gaan als er een bosbrand is. De rupsen kunnen dan niet op tijd weg komen en overleven het niet. Ook dikke pech kan een rups hebben als het geen voedsel meer kan vinden in de omgeving. Hierdoor hebben ze een lage energie en kunnen ze uiteindelijk overlijden.
  • Competitie: Een vlinder legt meerdere eitjes, waar dus ook meerdere rupsen uit kunnen ontstaan. Als er meerdere rupsen uit ontstaan moeten ze allemaal voor zichzelf zorgen. Als er dan te weinig eten voor alle rupsen is zullen ze het niet allemaal overleven. De rups die dan het meeste heeft kunnen eten en dus de meeste energie heeft overleeft het!
  • Ziekten: Een rups kan ook dood gaan doordat hij ziek wordt. Dit kan door een schimmel, bacterie of virus. Dit kan ook gebeuren bij mensen.

Soorten vlinders

Er zijn wel meer dan 2400 soorten vlinders op de wereld.

Deze 2400 soorten vlinders kun je onderverdelen in 3 subgroepen.

  • 53 dagvlinders
  • 92 nachtvlinders
  • 1480 micro-vlinders
Zie Lijst van vlindersoorten voor het hoofdartikel over dit onderwerp.

Ontwikkeling van ei tot vlinder

Het belangrijkste doel in het leven van een vrouwtjesvlinder is een geschikte plek vinden voor haar eitjes. Hieronder wordt de ontwikkeling (ook wel de transformatie/metamorfose genoemd) van ei tot vlinder beschreven:

Eieren:

De eerst fase van een vlinder is als ze een eitje zijn. Vlindereieren komen in veel verschillende vormen en maten voor. Een vlinderei is tussen de 0,2 en 2,6 millimeter groot. De verschillende soorten vlindereieren worden verdeeld in twee groepen:

  • De rechtopstaande
  • De liggende/vlakke

Rupsen

Rups van de Nachtpauwoog

Wanneer een rups uitkomt is hij nog heel klein. Het lichaamsgewicht van een rups verandert zich binnen twee weken door te verduizendvoudigen. Rupsen eten daarom ook heel veel. Ze beginnen, wanneer ze uit een ei komen, eerst met het eten van de eierschil. Daarna eten de meeste rupsen blaadjes van hun waardenplant. Een waardenplant is de plant waar vaak de eitjes in lagen of vlakbij lagen. Deze plant is de plant waar de soort rups van eet. Ook al moeten rupsen heel veel eten, ze zijn heel erg kieskeurig, daarom eten de meeste soorten alleen van hun waardenplant. Een rups groeit natuurlijk enorm maar zijn huid groeit niet met hem mee. Daarom vervelt de rups vier keer. De nieuwe huid van de rups groeit onder de oude huid. Na de laatste keer van vervellen maakt de rups een cocon om te kunnen veranderen naar een vlinder.  

Cocon

Concon van een Papillon Methona
Vlinder de Dagpauwoog

De cocon van een vlinder ziet er heel verschillend uit. Ook al lijkt aan de buitenkant van een vlinder alsof er niet veel gebeurd. Maar aan de binnenkant van de cocon gebeurt juist heel veel. Bijna alles van de rups wordt vervangen, zelfs een aantal organen. Hiervoor komen allemaal nieuwe organen en lichaamsdelen in de plaats.

Net uitgekomen vlinder

Wanneer je bijvoorbeeld een luchtbed op pompt is hij eerst heel plat en kreukelig en wanneer je er lucht in pompt wordt hij glad en sterk. De vlinder doet het dit ook. Wanneer een vlinder net uit zijn cocon komt zijn de vleugels nog helemaal gekreukeld. De vlinder zoekt dan een rustige plek om te gaan hangen. Wanneer de vlinder hangt, pompt hij bloed door hele kleine buisje die in zijn vleugels zitten. Op die manier worden de vleugels uitgevouwen, glad en sterk.

Vlinder

Wanneer de vleugels van een vlinder helemaal goed zijn kan de vlinder beginnen met het gene wat voor hem het belangrijkste is: de voortplanting, ook wel het verspreiden van de eieren voor nieuwe rupsjes genoemd.

Videolinks

Bronnen

  • Huisman, T., van Loon, J., & Hemerik, L. (z.j.). Voedingswaarde van planten. Opgehaald op 31 oktober 2017 van http://library.wur.nl/WebQuery/wurpubs/fulltext/2398
  • Marent, T. (2008). Vlinders. Baarn, Nederland: B.V. Uitgeversmaatschapij Tirion.
  • Meerman, J. (1988). Vlinders kweken: algemene kweekregels. Opgehaald op 31 oktober 2017 van http://natuurtijdschriften.nl/download?type=document;docid=557637
  • Ruckstuhl, T. (1994). Vlinders en rupsen. Baarn, Nederland: B.V. Uitgeversmaatschapij Tirion.
  • Smeelen, R. (2016). Van ei tot vlinder – Vlindertjes. Geraadpleegd op 21 oktober 2018, van http://www.vlindertjes.eu/van-ei-tot-vlinder/
  • Vlinders kijken. (z.j.). Hoe gaat de ontwikkeling van ei naar rups? Opgehaald op 31 oktober 2017 van http://www.vlinderskijken.nl/spreekbeurt_werkstuk/ei_rups_etc.asp
  • Vlinders kijken. (z.j.), Vlindersoorten. Opgehaald op 31 oktober 2017 van http://www.vlinderskijken.nl/vlinder_info/master_vl_in_ned.asp
  • Waring, P. (2015). De nieuwe veldgids voor Nederland en België (Herz. ed.). Utrecht, Nederland: Kosmos.
  • Westerink, S. (2016/2017). Determinatiesleutel, insect. Opgehaald op 31 oktober 2017 van http://www.biologiesite.nl/determinatiena/Insect.htm
  • Wilson, G. (2016, 2 december). Metamorfose van de vlinder. Een symfonie van wonderen: wat verandert er allemaal in een pop? Geraadpleegd op 21 oktober 2018, van https://logos.nl/metamorfose-van-de-vlinder/ 
Afkomstig van Wikikids , de interactieve Nederlandstalige Internet-encyclopedie voor en door kinderen. "https://wikikids.nl/index.php?title=Vlinders&oldid=604738"