Myanmar
Myanmar is een land in Azië dat gedeeltelijk op het Indische subcontinent ligt. Het land heet sinds 1989 officieel Unie van Myanmar, daarvoor heette het Birma. Myanmar grenst aan Bangladesh, China, India, Laos en Thailand.
De hoofdstad is sinds 7 november 2005 officieel het centraal gelegen Naypyidaw (bij Pyinmana), zij het dat de verhuizing op die datum pas begon. De voormalige hoofdstad is Rangoon (Yangon), de grootste stad van het land.
De naam
De naamswijziging is in 1989 doorgevoerd door het huidige militaire regime maar wordt door veel dissidenten en de Verenigde Staten niet geaccepteerd. De Verenigde Naties hebben de naamsverandering wel geaccepteerd. Een aantal media gebruikt sinds kort weer de oude naam Birma.
De naam Myanmar komt van Myanma Naingngandaw, de lokale naam voor het land die reeds in de 12e eeuw werd gebruikt. De aanduiding Burma - die in de VS en door Birmese dissidenten wordt gebruikt - is door de Britten overgenomen van de Portugezen en is een verbastering van Bamar, waarvan de herkomst onduidelijk is. Bamar is ofwel afgeleid uit een van de 16e of 17e eeuwse Indische talen, waarin het land Bama werd genoemd of werd afgeleid van de Indische naam Brahma-desh.
Betekenis van de vlag
De kleuren van de vlag werden aangenomen na de onafhankelijkheid van het land van het Verenigd Koninkrijk in 1948. Het socialistische symbool werd toegevoegd in 1974 en bestaat uit een ring van 14 sterren die de divisies en staten vertegenwoordigen. Het tandwiel is een representatie voor industrie en de rijstplant symboliseert de landbouw.
Geografie
Grens met ThailandMyanmar ligt tussen 10 en 28 graden noorderbreedte en 92 en 101 graden oosterlengte. De oost- en westgrenzen van het land worden gevormd door gebergtes die de uitlopers vormen van de Himalaya. De hoogste berg ligt in de "punt" in het noorden van het land en heet de Hkakabo Razi (5881 meter). In de afgelegen hoogste delen is eeuwige sneeuw. Tussen deze gebergtes ligt de laagvlakte die gevormd wordt door de Irrawaddy rivier en andere rivieren. In het centrale gedeelte van Myanmar ligt ook een droog gedeelte met weinig regenval. In het oosten van het land ligt het Shan plateau. Verder is er nog de strook land op het schiereiland Malakka in het zuidoosten, de Tenasserim strook. Ook liggen er veel eilanden voor de kust van Myanmar.
Klimaat
Myanmar heeft een tropisch moessonklimaat. Er zijn 3 seizoenen, het regenseizoen van eind mei tot midden oktober, het koele droge seizoen van eind oktober tot midden februari en het hete droge seizoen van eind februari tot midden mei. De regenval varieert sterk door het land, met een zeer droog gebied in het midden van het land.
Natuurlijke vegetatie
Ongeveer 50% van het land wordt bedekt door bossen. Aan de kust is er een mangrove begroeiing. In de hoger gelegen gebieden zijn er bossen van eiken- en dennenbomen. In het centrum van het land ligt er een relatief droog gebied waar de begroeiing bestaat uit struiken, grassen en cactussen.
Bestuurlijke indeling Zie Staten en divisies van Myanmar voor het hoofdartikel over dit onderwerp.
Myanmar is staatkundig onderverdeeld in 7 divisies en 7 staten.
Bevolking De bevolking van Myanmar bestaat uit vele etnische groepen, waaronder: Bamar (69%), Shan (9%), Karen (6%), Rakhine (5%), Mon (2%) en de Kachin (1%).
Religie
Het grootste gedeelte van de bevolking is boeddhistisch (Theravada) (89%). Het Christendom (4%) en de Islam (4%) zijn de andere belangrijke religies. Een procent van de bevolking hangt het animistische geloof, het geloof in geesten (de 'nats'), aan. [1] Daarnaast is ook onder de Boeddhistische bevolking het animistische geloof wijd verbreid.
Taal Het Birmees is de officiële taal. Engels wordt ook wel gesproken en de verschillende etnische groepen hebben hun eigen talen.
Politiek
Na een lange periode van Brits koloniaal bestuur, en de Japanse bezetting tijdens de Tweede Wereldoorlog werd Birma in 1948 onafhankelijk en ontstond de democratisch geregeerde Unie van Birma. Deze Unie bereikte nimmer stabiliteit door binnenlandse conflicten in verband met onderlinge etnische en nationalistische kwesties, economische belangen en politieke stromingen. In 1962 vond een militaire coup plaats en de aldus gevestigde junta hief alle democratische bestuursorganen en -middelen op, inclusief de grondwet. De Burma Socialist Programme Party werd in het leven geroepen, die alle politieke en bestuurlijke macht aan zich trok. De productiemiddelen werden genationaliseerd, het economisch beleid gecentraliseerd en alle onafhankelijke berichtgeving werd verboden.
Na de opstanden van augustus 1988 vond er direct na deze verkiezingen een nieuwe coup plaats door een groep militairen die zich eerst SLORC noemde en vanaf 1997 SPDC (State Peace and Development Council). In mei 1990 werden er verkiezingen gehouden die werd gewonnen door de National League for Democracy, maar de uitkomst van deze verkiezingen werd door de nieuwe junta verworpen.
Los van welke naamgeving dan ook wordt het bestuur van Birma sinds het aantreden van de junta's algemeen beschouwd als een dictatuur. De machthebbers laten zich niets gelegen liggen aan politiek andersdenkenden en streven uitsluitend de eigen (persoonlijke) economische en financiële belangen na. Openlijk, soms massaal protest en verzet vanuit de bevolking wordt met harde maatregelen en fysiek geweld neergeslagen. Internationaal wordt een politiek van isolatie gevoerd: media en mensenrechtenorganisaties wordt de toegang tot het land geweigerd en afkeurende signalen en sancties van de zijde van de internationale gemeenschap worden genegeerd. Slechts van enkele buurlanden, zoals China, India en Thailand, wordt enige bemoeienis gedoogd vanwege wederzijdse economische belangen.
Interne politieke problemen
Ondanks het machtsvertoon van de centrale overheid bestaat er wel degelijk verzet, vaak ondergronds maar ook meer expliciet. In de grensgebieden met Thailand woedt sinds vele jaren een burgeroorlog: de lokale minderheden (voornamelijk Mon en Karen) voeren er een guerrillaoorlog met het Birmese leger. Sinds 1980 vluchtten meer dan 400 000 mensen over de grens naar Thailand. Ze wonen er in grote kampen, maar worden door de Thaise overheid niet erkend als vluchteling. Voorts is er de oppositionele National League for Democracy die in 1990 de "vrije" verkiezingen won. Deze overwinning werd echter niet erkend door de militaire machthebbers. Na de verkiezingen werden veel leden van de National League for Democracy gevangen gezet. Hun leidster Aung San Suu Kyi, boegbeeld van de vrijheidsstrijd en door de gehele Birmese bevolking bewonderd en gekoesterd, leeft al twintig jaar in huisarrest. In 1991 is aan deze vrouw de Nobelprijs voor de Vrede toegekend.
Protesten najaar 2007
Protesten tegen de regering. "Free Myanmar". Cartoon die solidariteit met de demonstranten betuigt.Voor het eerst sinds het einde van de jaren tachtig is er sinds eind september 2007 weer een protestbeweging van een groeiend aantal boeddhistische monniken op gang gekomen. Met geweldloze optochten geven zij uiting aan het verlangen naar een democratisch bestuurd land. Na een aantal dagen voegt een steeds wassende stroom burgers zich bij hen. Zij flankeren de monniken met de kennelijke bedoeling om niet alleen hun oproep te ondersteunen maar ook om hen lijfelijk te beschermen tegen mogelijk militair geweld door de junta. Aan de protesten namen soms naar schatting 25.000 tot 50.000 mensen deel in Yangon, Mandalay, Henzada (Hinthada) en Monywa.[5]
Dit plaatste de regering voor een groot dilemma. De monniken hebben in Myanmar een zeer hoge, bijna heilige status en groot gezag waar het morele waarden betreft. Zonder ingrijpen zou hun actie tot grote, wellicht onbeheersbare onlusten in het gehele land kunnen leiden. Het - gewelddadig - neerslaan van de beweging zou echter tot hetzelfde kunnen leiden. In het op gematigde wijze voeren van overleg, dat eventueel tot compromissen zou kunnen leiden, heeft deze centrale overheid zich echter in de afgelopen decennia niet bekwaamd.
Op 26 september grijpt het leger in als de protesterende menigte probeert de Sule Pagode in Yangon te bereiken. Volgens berichten vallen daarbij 5 doden. Volgens de regering is er 1 dode gevallen. Dit is moeilijk te controleren. Alleen de staatsmedia doen verslag. Eerder op de dag werden in Yangon ongeveer 200 monniken en burgers opgepakt.[6]
27 september 2007: Veiligheidstroepen in Myanmar hebben in de nacht zeker twee kloosters bestormd in Rangoon, de grootste stad van het land. Naar schatting tweehonderd monniken werden gearresteerd. Later in de middag (lokale tijd), vallen er 9 doden (onder wie de Japanse journalist Nagai Kenji van het persbureau AFP). Aan de kant van de orde troepen vallen er 31 gewonden.
Op 1 oktober kwamen berichten naar buiten over duizenden doden en massale executies door het leger. Volgens ooggetuigen zijn honderden monniken 'verdwenen'. Volgens gevluchte overgelopen officieren zijn veel monniken in vrachtwagens gedwongen om in de jungle te worden geëxecuteerd. Vele andere zitten vast in hun kloosters en in de universiteit van Rangoon, dat omgebouwd is tot een gevangeniscomplex.[7]
Volgens de berichten werden er op 5 oktober 200 gevangenen vrijgelaten. De Myanmarese ambassadeur bij de Verenigde Naties, Kyaw Tint Swe, verklaart voor Veiligheidsraad van de VN in New York dat er nog meer vrijlatingen zullen volgen. Dit met de intentie een interventie van de Veiligheidsraad te voorkomen.
Economie
In Myanmar heeft de bevolking een zeer laag inkomen: één derde van de mensen leeft onder de armoedegrens en volgens de Verenigde Naties heeft 10% niet eens geld om aan dagelijks voedsel te komen. Volgens internationale rapportages is het beleid van de junta's hiervan de oorzaak. Zij hebben de economie te gronde gericht en het land behoort inmiddels tot de armste ter wereld. Regeringsmaatregelen hebben geleid tot schaarste en enorme geldontwaarding waardoor bijvoorbeeld de burgers in 1987 in één klap al hun spaargeld kwijt waren. Door in augustus 2007 de brandstofprijzen met 500% te verhogen werd het vervoer van voedings- en gebruiksartikelen naar de bevolkingscentra onbetaalbaar. Veel westerse ondernemingen hebben het land inmiddels verlaten, mede onder druk van actiegroepen en dreiging van boycots. Het land beschikt weliswaar in voldoende mate over olie, gas, tropisch hardhout en edelgesteenten zoals jade en robijnen (van uitzonderlijke kwaliteit), maar dat alles wordt geëxporteerd naar en via buurlanden. De opbrengsten daarvan schijnen de machthebbers echter te reserveren voor zichzelf en hun zakenrelaties.
Landbouw
Landbouw zorgt voor werk en levensonderhoud voor 64% van de bevolking. Het belangrijkste landbouwproduct is rijst. Maïs en suikerriet zijn andere belangrijke gewassen.
Mijnbouw
Myanmar heeft veel natuurlijke grondstoffen maar door gebrek aan kapitaal worden deze bijna niet geëxploiteerd. Er worden veel edelstenen gevonden in het land, vooral de robijnen uit Myanmar zijn zeer gewild vanwege hun "puurheid". De houtkap is een voorname bron van inkomsten. Vooral het teak is gewild. Veel van deze bedrijven exporteren via Thailand om sancties te ontlopen.
Industrie
De industrie produceert voornamelijk voor de eigen markt op kleine schaal.
Export
Myanmar wordt inmiddels op lokaal en internationaal niveau genoemd als een land waar het leger een hele grote producent en exporteur is van LSD en opium. Doorgaans worden deze producten verkocht aan Thaise en Chinese handelaren die ze in Azië en Europa op de markt brengen. De overheid ontkent dit maar geeft wel toe een probleem te hebben met smokkelaars van deze producten. In een recent uitgezonden reportage betoogt de BBC echter dat het leger hierin kennelijk van staatswege wel degelijk een rol speelt omdat de plantages altijd in de nabijheid van militaire kampen zijn gelegen.
Geschiedenis
Vroege geschiedenis Ruim voor het begin van onze jaartelling begon vanuit het huidige China of Noordoost India de migratie van de Mon. Daarna volgden de Pyu, de Karen, de Chin, de Birmanen, de Shan en de Kachin.
Rivaliserende rijken
De Mon vestigden zich in het riviergebied van de Irrawaddy en stichtten onder anderen de stad Pegu (Bago). De Pyu leefden in centraal-Birma, hun hoofdstad heette Sri Kshetra, het huidige Prome. In 832 werden de Pyu verslagen door de Thai en weggevoerd. De Birmezen waren eveneens afkomstig uit China. Zij woonden in noord-Birma, maar namen na 832 geleidelijk de plaats over van de Pyu en verdreven ook de Mon. In 849 stichtten zij een rijk met als hoofdstad Pagan aan de Irrawaddyrivier. In 1044 besteeg koning Anawrahta de troon en daarmee begon het Eerste Birmaanse koninkrijk (1044-1287). Onder de koningen van de Pagan-dynastie bereikte Birma de eerste periode van eenheid en grote bloei. Anawrahta onderwierp de Mon waardoor geheel huidig Myanmar voor eerst verenigd was. In Pagan werden honderden tempels gebouwd. Maar in 1287 vielen de Mongolen onder Koeblai Khan het land binnen en maakten een einde aan het Birmaanse rijk.
Het rijk viel uiteen en een aantal eeuwen was Birma verdeeld in diverse staatjes. In het noorden van het land heersten de Shan. De hoofdstad was eerst Sagaing, daarna in 1364 Ava (of Inwa), beiden in de nabijheid van het huidige Mandalay. Aan de Irrawaddyrivier herrees het Mon-koninkrijk van Pegu (of Bago), dat langdurige oorlogen voerde tegen de Thai en de Shan. In Toungoo, tussen Ava en Pegu, bevond zich een kleine Birmaanse staat, dat profiteerde van de oorlogen tussen de Shan en de Mon en beide staten aan zich onderwierp: in 1539 veroverde het Pegu en in 1555 Ava. Daarmee stichtte koning Bayinnaung het Tweede Birmaanse koninkrijk (1539-1752) met als hoofdstad Pegu. Hij voerde ook oorlogen tegen Siam (Thailand) en veroverde in 1569 de hoofdstad Ayutthaya. De veroveringen hielden overigens niet lang stand. In 1635 werd de hoofdstad overgebracht van Pegu naar Ava. In 1740 kwamen de Mon in opstand en verjoegen de Birmanen uit de rivierdelta en daarna, in 1752, uit Ava en maakten daarmee een einde aan het Tweede Birmaanse koninkrijk.
Maar de Mon werden al gauw teruggeslagen door de Birmanen onder een nieuwe leider Alaungpaya, die zich tot koning uitriep en daarmee het Derde Birmaanse koninkrijk (1752-1885) stichtte. Hij verenigde met harde hand de Birmese volken onder één rijk. Koning Hsinbyushin stuitte een Chinese invasie en veroverde in 1767 opnieuw kortstondig Siam, waarbij Ayutthaya volledig werd verwoest. Onder koning Bodawpaya werden ook Assam en Arakan onderworpen. Dit leidde tot spanningen met het Britse Rijk in India. Gedurende het Derde Birmaanse koninkrijk werd de hoofdstad regelmatig verplaatst: in 1783 van Ava naar Amarapura, in 1813 terug naar Ava, in 1841 (na een verwoestende aardbeving in 1838) weer naar Amarapura en in 1861 naar Mandalay.
Britse overheersing
Grens- en handelsconflicten met het Britse Rijk in India leidde tot drie Engels-Birmese oorlogen: 1824, 1852 en 1885. De Engelsen veroverden uiteindelijk geheel Birma en vanaf 1885 was Birma een onderdeel van het Britse Rijk. Daarmee eindigde het Derde Birmaanse koninkrijk. De laatste koning, Thibaw, werd naar India verbannen.
Tweede Wereldoorlog
In 1942 werd Birma veroverd door de Japanners die het wilden gebruiken als springplank om India binnen te vallen. Om dat doel te bereiken werd de Birma-spoorlijn aangelegd. Deze spoorlijn werd berucht door de dwangarbeid van geallieerde, Birmaanse, Thaise en Maleise krijgsgevangenen, waarvan er meer dan 100.000 stierven door uitputting, ziekte en ondervoeding. In 1945 werden de Japanners door de Geallieerden verdreven.
Onafhankelijkheid
De Unie van Birma werd in 1948 onafhankelijk en was vanaf het begin af aan onstabiel door opstanden van de verschillende bergvolkeren en nationaliteiten die zelfbestuur wilden. Ook vonden er communistische opstanden plaats. Dit laatste was in een reactie op door de Verenigde Staten en Taiwan gesteunde aanvallen van Kuomintangmilitairen in China.
In 1962 werd Birma een militaire dictatuur en in 1974 werd het een éénpartijstaat. In 1989 werd de naam veranderd van de Unie van Birma in de Unie van Myanmar. In 1990 won de National League for Democracy onder aanvoering van Aung San Suu Kyi de eerste vrije verkiezingen, de uitslag werd echter niet erkend door de militaire heersers. Sindsdien worden veel aanhangers van laatstgenoemde gevangen gehouden en staat zij zelf regelmatig onder huisarrest of wordt op andere wijzen geïntimideerd. De militaire regering wordt door verscheidene westerse regeringen met sancties onder druk gezet om vrije verkiezingen toe te staan en om wat te doen aan de drugshandel.
Cycloon Nargis
In mei 2008 werd Myanmar getroffen door de Cycloon Nargis. Het officiële dodental ligt boven de 77.000. Door officiële functionarissen wordt het dodental op 100.000 geschat. Ongeveer 55.000 mensen worden nog vermist. 1,5 miljoen mensen hebben hulp nodig.
Zie Cycloon Nargis voor het hoofdartikel over dit onderwerp.
Overige wetenswaardigheden
Zie Birmese namen voor het hoofdartikel over dit onderwerp.
Birmezen hebben een uniek systeem om namen te geven. Het systeem van de naamgeving in Myanmar (Birma) is al zeer oud. Het is een voor westerlingen vaak zeer moeilijk te begrijpen systeem omdat het grootste gedeelte van de bevolking geen achternamen gebruikt en gemakkelijk van naam verandert. Naast de namen worden er ook allerlei titels bijgezet die het geheel nog verwarrender maken. In de tijd van de overheersing door de Britten is een westers systeem ingevoerd, maar sinds de onafhankelijkheid wordt de voorkeur gegeven aan het traditionele systeem.