Miereneter
Miereneters komen voor in het oosten van Zuid-Amerika.Grote miereneters hebben een bijzondere bouw. De grote miereneter kan wel een lichaamslengte van 1,20 meter bereiken en een staartlengte van 90 cm. Ze hebben een langgerekt lichaam en een hele lange kop en snuit. Ze hebben zwartgrijze borstelige haren en een lange pluimachtige staart. De staart bedekt het lichaam als hij slaapt.
Aan de sterke voorpoten zitten grote nagels waar een miereneter makkelijk heuvels van mieren en termieten mee openbreekt. De voorpoten zijn zelfs zo sterk dat een miereneter een aanval van een jaguar of poema aankan. De dikke zolen op de voeten en de aparte tekening op de vacht zorgen dat ze goed kunnen overleven als landdier.
Het voedsel van de miereneter bestaat uit mieren en termieten en de larven hiervan. Met zijn lange slurfneus en nog langere tong van wel 60 cm. haalt hij mieren en termieten uit hun hoop. Dit kunnen zij wel 150 keer per minuut! Met zijn grote klauwen van zijn voorpoten maakt hij harde heuvels van de insecten open. Wanneer de insecten naar buiten rennen, vangt hij ze met zijn wormvormige, kleverige tong, die hij ver kan uitsteken. Dit doet hij net zolang, tot er geen mieren of termieten meer uit de heuvel komen of totdat hij genoeg heeft gehad. In het wild eten grote miereneters 35.000 - 40.000 termieten per dag.