Boom

Uit Wikikids
Naar navigatie springen Naar zoeken springen
Voor het artikel over de stad Boom, zie Boom (stad)
Een boom
Stap6.gifDit artikel is (gedeeltelijk) geschreven door Pabo-studenten van de MarnixAcademie en blijft in ieder geval staan tot de beoordeling is gegeven.Nuvola apps kwrite.png
Palmbomen

Een boom is een plant met een houten stam, die vast zit in de grond. Een boom bestaat uit een stam en een kroon. Een boom zit vast aan de grond met wortels. Een boom kan wel 400 meter groot worden, afhankelijk van de soort. Bomen kunnen extreme weersomstandigheden weerstaan, hoewel ze na windkracht 10 kunnen omvallen en breken.

Een boom kan heel oud worden. Sommige bomen, zoals de ginkgo, kunnen zelfs meer dan 1000 jaar oud worden. Een boom wordt vaak gebruikt door dieren, omdat ze daar hun nest in kunnen bouwen, of onder de schors kunnen kruipen. Een boom wordt eveneens vaak geschilderd door amateurschilders. Ook is een boom een belangrijke voedingsbron voor eekhoorntjes en andere kleine zoogdiertjes. Roofdieren gebruiken de schors ook om hun nagels scherp te maken.

De mens gebruikt hout ook voor meubilair. Ook wordt het gebruikt als papier, en als houten hulpmiddel, zoals laminaat en brandhout.

Bomen zijn ook belangrijk voor de zuurstof. Zonder bomen zouden wij niet leven. Op plekken waar veel bomen zijn (in het bos dus bijvoorbeeld) heb je meer zuurstof.

Herfst

In de herfst veranderen planten ter voorbereiding op de winter. Het sein voor deze veranderingen zijn de steeds korter wordende dagen. Bomen nemen met hun wortels water op en verdampen dit vervolgens via de huidmondjes in de bladeren. Dit kun je vergelijken met mensen die zweten. Bomen met bladeren kunnen in de winter schade ondervinden van kou, vorst en bevriezing. Als het vriest kan het water in de bladeren gemakkelijk bevriezen. Bovendien is de grond vaak bevroren. Een boom met bladeren verdampt water en voert via de wortels nieuw water aan. Als dit niet meer mogelijk is omdat het grondwater bevroren is, zou de boom kunnen uitdrogen. Maar ook als het niet vriest ondervindt een boom last van de kou. De zuigkracht van de wortels vermindert als het koud wordt, terwijl de bladeren wel vocht blijven verliezen via de huidmondjes. Om deze verdamping tegen te gaan laat de boom het blad vallen. Het laten vallen van de bladeren in de herfst is daarom een voorbereiding van bomen en struiken op de naderende kou/vorstperiode. Hiermee wordt schade en uitdroging voorkomen.

Naaldbomen

Bladval is typisch iets voor loofbomen. Naaldbomen blijven altijd groen. Een uitzondering hierop vormt de lariks. De andere naaldbomen in Nederland (zoals de spar of de den), zijn wel bestand tegen de winter. De smalle, taaie blaadjes in de vorm van naalden zorgen ervoor dat er minder water kan verdampen. Daarnaast hebben de naalden een wasachtige, vettige beschermlaag waardoor ze beter beschermd zijn tegen uitdroging en extreme temperaturen. Om verdamping tegen te gaan, trekken naaldbomen een deel van het vocht terug uit de naalden zodat die niet kunnen bevriezen. Daarnaast werken de suikers in het sap van de naalden als een soort antivries. Ook de vorm en de positie van de takken aan de stam van een aantal naaldbomen (zoals de fijnspar) zijn aangepast aan winterse omstandigheden. De takken van de fijnspar zijn allemaal horizontaal of iets naar beneden gericht. Daarnaast zijn ze soepel en buigzaam. Dit zorgt ervoor dat de takken behoorlijk wat sneeuw kunnen dragen zonder af te breken.

Groene bladeren

Een boom heeft over het algemeen groene bladeren. Deze groene kleur is te verklaren omdat er in de bladeren bladgroenkorrels zitten. Deze bladgroenkorrels zorgen ervoor dat het groene chlorofyl wordt aangemaakt. Samen zorgt dit dus voor de groene kleur van de bladeren van bomen.

Externe link

Afkomstig van Wikikids , de interactieve Nederlandstalige Internet-encyclopedie voor en door kinderen. "https://wikikids.nl/index.php?title=Boom&oldid=493434"