Maand
Een maand is 1/12 deel van een jaar. Een jaar heeft dus 12 maanden.
De maanden van het jaar zijn: januari (31), februari (28/29), maart (31), april (30), mei (31), juni (30), juli (31), augustus (31), september (30), oktober (31), november (30) en december (31).
Tussen haakjes staat het aantal dagen dat die maand heeft.
Als het een schrikkeljaar is heeft de maand februari 29 dagen!
Je herkent een schrikkeljaar als het jaartal deelbaar is door 4. In 2008 is het weer een schrikkeljaar, daarna in 2012, daarna in 2016, enz.
Om de 4 jaar is het een schrikkeljaar.
Uitspraken
- Maandelijks: dat betekent dat er iets elke maand is of komt, een voorbeeldzin: Dit tijdschrift komt maandelijks uit
januari:de eerste maand van het jaar ook wel louwmaand genoemd. februari:tweede maand van het jaar ook wel sprokkelmaand genoemd. maart:derde maand van het jaar ook wel lentemaand genoemd. april:vierde maand van het jaar ook wel grasmaand genoemd mei:vijfde maand van het jaar ook welbloeimaand genoemd. juni:zesde maand van het jaar ook wel zomermaand genoemd. juli:zevende maand van het jaar ook wel hooimaand genoemd. augustus: achtste maand van het jaar ook wel oogstmaand genoemd. september:negende maand van het jaar ook wel herfstmaand genoemd. oktober:tiende maand van het jaar ook wel wijnmaand genoemd. november:elfde maand van het jaar ook wel slachtmaand genoemd. december:twaalfde maand van het jaar ook wel wintermaand genoemd. een maand heeft meestal vier weken. maand:elk van de twaalf perioden van ongeveer dertig dagen waarin een jaar wordt verdeeld.de maanden van de winter zijn:december,januari,februari. de maanden van de lente zijn:maart,april. de maanden van de zomer zijn:mei,juni,juli,augustus. de maanden van de herfst zijn:oktober,november. januari heeft 31 dagen. febuari heeft 28 dagen. maart heeft 31 dagen. april heeft 30 dagen. mei heeft 31 dagen.juni heeft 30 dagen.juli heeft 31 augustus heeft 30 dagen. september heeft 31 dagen. oktober heeft 30 dagen. november heeft 31 dagen. december heeft 30 dagen.