Bloedsomloop
Je bloed stroomt altijd als een rondje door je lichaam. Dat is de bloedsomloop. Dan krijgen de spieren zuurstof en voedingsstoffen want bloed neemt zuurstof mee in de bloedsomloop. Het bloed begint in de longen. Daar komt zuurstof in het bloed. Vandaar gaat het naar de linkerboezem van het hart. Daar gaat het naar de linkerkamer van je hart. Die trekt samen en 'duwt' het bloed naar je slagaders. Dit is de grote bloedsomloop. Het zuurstofrijk bloed gaat via je aders en bloedvaten naar alle delen van het lichaam, waar dan zuurstof en voedingstoffen worden afgegeven. Dan gaat zuurstofarm bloed via je aders terug naar je hart. Via de rechterboezem gaat het naar de rechterkamer. Van daar gaat het dan weer naar je longen. In je longen wordt koolstofdioxide (CO2) "afgegeven" aan je longen. De zuurstof en voedingstoffen uit je longen gaan in je bloed. Dan begint de cirkel opnieuw.