Limburgs
Het Limburgs is een streektaal / diaclect. Deze taal word gesproken in de Nederlandse en de Belgische provincie Limburg. Ook in een klein deel van Duitsland komt de taal voor. Het is een Germaanse taal en is dus verwant met het Nederlands, Duits en Zweeds.
Enkele woorden uit het Limburgs
Een paar Limburgse woorden en hun vertaling naar het Nederlands:
- allegaal/allelein/tótmem: om het even.
- 't Belsj: België
- breer: poort
- dao: daar
- gans: helemaal
- gezèt: krant, gazet
- graaf: berm
- hie: hier
- Hóllènjer: Hollander
- Hóllesj: de Nederlandse taal
- hömme: hemd
- huuj: vandaag
- kalle: praten
- kan(z)jel: dakgoot
- de koel: de mijn(en) (van kolen)
- koealèf: moestuin
- krevat: stropdas
- moos: kool (groente, gruuen moos: groene kool)
- nae/nein (spreek uit: n-ei-n, niet n-ai-n): Nee
- oetkieke: uitkijken
- poor: prei
- Pruusj: Duitser
- sjaegele: slingeren, zigzaggen
- sjink: (rauwe) ham
- sjóttelsplak: vaatdoek
- slaon/houwe: slaan
- smiete: werpen, gooien (kennen we in Nederland ook als: smijten]]
- stert: staart (in Gronings - steert)
- ieëker/ömmer: emmer
- ömmer: altijd (van Oud-Nederlands immer)
- ön/ooj: ui
- vreigele/stechele: (be)twisten
- zwaegel: lucifer
Limburgse Wikipedia
Er is een Limburgse Wikipedia, die -net als bijv. WikiKids en de Nederlandse Wikipedia- geschreven wordt door (Limburgse) vrijwilligers.
Links
De eerste versie van deze tekst (of een deel daarvan) is afkomstig van Wikipedia.
De tekst is vrijgegeven onder de CC BY-SA 3.0-licentie. |
Streektalen in Nederland en Vlaanderen | |||
---|---|---|---|
Nederfrankisch en Friso-Frankisch:
Amelands ·
Bildts ·
Brabants ·
Hollands (Utrechts-Alblasserwaards · Zuid-Hollands) ·
Kleverlands ·
Limburgs ·
Oost-Vlaams ·
Stadsfries ·
West-Fries ·
West-Vlaams ·
Zeeuws ·
Zuid-Gelders |