Charles Darwin
Charles Robert Darwin was een Brits natuuronderzoeker, bioloog en geoloog. Hij leefde van 1809-1882. Hij was ook degene die de evolutietheorie bedacht, na een lange reis op een schip die de Beagle heette. De reis duurde van 1831-1836. Hij schreef een boek over de evolutietheorie (maar daar hoor je later meer over). Zijn theorie was belangrijk omdat het veranderde hoe mensen denken over het leven en vormde de basis voor vele wetenschappelijke ontdekkingen en ontwikkelingen sinds die tijd.
Biografie
Charles Darwin werd geboren in Shrewsbury (in Engeland). Als Charles negen is moet hij net zoals zijn broer naar kostschool. Het was wel een goeie school maar wel erg streng. Toen hij klein was verzamelde hij schelpen, munten en vogeleieren. Toen hij een tiener was vond hij het leuk om op vogels te jagen. Zijn vader en grootvader waren allebei arts dus werd er verwacht dat Charles ook arts zou worden, maar hij was er helemaal niet in geïnteresseerd. Toen zijn vader dat merkte dat Charles het niet leuk vond om arts te zijn besloot hij dat Charles maar een geestelijke moest worden. Dat wou Charles wel. Dus in 1828 stuurde Charles Darwin's vader hem naar de universiteit van Cambridge om Latijn en Grieks te gaan studeren. Charles vond het wel leuk in Cambridge en deed zijn best.
De Beagle
De Beagle vertrok op 26 december 1831 uit Plymouth (in Engeland) onder leiding van Kapitein Fitzroy, naar het zuidwesten richting de Atlantische Oceaan. Aan boord van de Beagle van Darwin heel erg zeeziek. De Beagle kwam 28 februari 1832 in Bahia (in Brazilië) aan. De volgende dag stond Darwin voor het eerst in een Braziliaans regenwoud. Hij vond het prachtig en begon de dieren te bestuderen en te verzamelen. Hij zag daar bijvoorbeeld een vogelspin en een wesp vechten. Uiteindelijk won de wesp. Toen nam Darwin ze allebei mee voor zijn verzameling. Toen ze Bahia verlieten ging de Beagle richting Rio de Janeiro (de hoofdstad van Brazilië). Maar Darwin bleef aan land om dingen te bekijken en verzamelen. Toen verliet de Beagle Brazilië en ging in zuidelijke richting vlak langs de kust van Argentinië naar Montevideo. Toen ze dicht bij de haven waren, kregen ze signalen van oorlogsschepen om hun kanonnen klaar te maken voor een slag. Verder waar het rustiger was ging Darwin weer aan land om te gaan zoeken naar fossielen. Daar vond Darwin allerlei soorten fossielen, sommige van dieren die nog bestonden, en anderen van al uitgestorven soorten. Toen de Beagle de Stille Oceaan bereikte draaiden ze naar het noorden richting de Chileense kust. Darwin mocht daar weer aan land om dingen te verzamelen en bekijken. Vervolgens voer de Beagle naar de Galapagos eilanden.
De Galapagos eilanden
De Galapagos eilanden worden ook wel de Schildpadden eilanden genoemd. Dat komt omdat 'galapagos' in het Spaans schildpad betekent. De Galapagos eilanden zijn een groep vulkanische eilanden ongeveer 1000 km ten westen van Ecuador. Je zou ze best jong kunnen noemen: het oudste eiland is ongeveer 5 miljoen jaar oud en het jongste is ongeveer 1 miljoen jaar oud. Dat klinkt misschien wel heel erg oud maar de aarde zelf is wel 4.6 miljard jaar oud, dus je zou kunnen zeggen dat ze best jong zijn. De meest opvallende dingen op de Galapagos eilanden zijn de schildpadden, want ze verschillen met de schildpadden op de rest van de wereld. Ook op elk eiland is er wel een verschil tussen de schildpadden. Maar er zijn nog meer van die verschillen, bijvoorbeeld: verschillende soorten vinken, want net zoals de schildpadden hebben ze een groot verschil op elk eiland. Het verschil zit vooral in de snavels, bijvoorbeeld een vink die insecten uit kleine spleetjes moet halen heeft een kleine gepunte snavel, maar een vink die zadeneet heeft een sterke snavel. Zo kan je maar doorgaan. Maar daar kwam Darwin nog niet achter. Hij had nog meer vragen die hij niet kon beantwoorden, zoals hoe waren deze dieren hier terecht gekomen en waarom waren ze verschillend per eiland? Uiteindelijk merkte Darwin dat de diersoorten uit Midden- en Zuid-Amerika kwamen. De zaden van planten zouden wel kunnen zijn overgevoerd door de wind. Hetzelfde gold voor vogels en insecten. Maar de schildpadden en grotere dieren, dat was weer een andere vraag. Daar hebben wetenschappers denken ze wel een antwoord op gevonden. Uit Amerikaanse landen is het wel eens bewezen dat er plantenmatten los zijn gekomen en in zee gaan drijven. Deze plantenmatten blijven nog een paar maanden in de zee dobberen dus daar zijn misschien de voorouders van de dieren mee gekomen.
Waarom verschilden ze per eiland? Omdat er op verschillende eilanden verschillend omgevingen waren. De dieren op elk eiland waren aangepast aan de omgeveing, zodat ze daar beter konden overleven. Na de Galapagos eilanden bleef Darwin nog een jaar op de Beagle. Hij bezocht Tahiti, Nieuw-Zeeland, Australie en Mauritius en deed daar onderzoek. Maar hij hield nog steeds die vragen van de Galapagos eilanden in zijn hoofd. Op 2 oktober 1836 kwam de Beagle weer in Engeland aan.
De evolutietheorie
Toen Darwin begin 1837 terug naar Londen ging werd hij gezien als grote wetenschapper. Hij gaf 80 opgezette zoogdieren en 450 opgezette vogels aan de wetenschappers van de Zoological Society. Darwin zelf werd lid van de raad van de Geological Society en begon aan zijn boek over koraalriffen in de Stille Oceaan. In 1828 trouwde Darwin met zijn nicht Emma Wedgewood. In dat jaar werd hij lid van de belangrijke wetenschappelijke vereniging de Royal Society. Daar werd zijn eerste boek gepubliceerd; dat was een verslag van zijn reis met de Beagle. In 1842 schreef hij zijn tweede boek over koraalriffen. In 1846 begon hij met het studeren van zeepokken en zeedieren die zich vastzetten aan rotsen.
Darwin kon het niet geloven dat god voor elk Galapagos eiland een ander soort schildpad op ander dier had geschapen. De enige verklaring was dat de ene soort de verschillende omgevingen in een andere was veranderd. In juli 1837 begon Darwin in het geheim aan zijn boek Tansmutation of Species. Darwin was niet de enige die op evolutie idee was gekomen zijn grootvader Grasmus Darwin was al op dat idee gekomen en dat was al in de achttiende eeuw (1700-1800). Ook Jean Baptiste Lamarck in 1815 op een evolutietheorie gekomen, maar daar keek niemand naar.
Darwin had het idee dat dieren ontwikkelden maar hij had geen idee hoe. Hij wist dat individuele soorten zich hadden aangepast aan de omgeving. Op een herfst ochtend in 1838 wist hij plotseling het antwoord na het lezen van een boek van een econoom Thomas Malthus. Want in zijn boek Priciples of Population stond er dat de bevolking op aarde sneller zou groeien dan de voedsel voorraad. Bijvoorbeeld: een getrouwd stel krijgt vier kinderen, die kinderen krijgen ook vier kinderen en ga zo maar door. Dan zo de wereld bevolking ongeveer per 25 jaar verdubbelen en de voedselvoorraad kan zich niet zo snel verdubbelen. Dus zou er een strijd komen en de beste en sterkste zouden winnen en het eten krijgen. Maar de mensen die slapper waren en geen voedsel krijgen lijden van honger of gaan zelfs dood. Dus blijft er maar een ras over de sterke en beste. Darwin had in economie en de leef omgevingen van de mens niet echt veel belangstelling. Maar toen hij het boek van Malthus had gelezen zag hij dat hetzelfde gelde als voor mensen als voor dieren. Wetenschapper wisten al lang dat mensen moesten strijden voor voedsel. Hier lag de sleutel voor de evolutietheorie. Er zijn vissen die miljoenen eieren leggen maar de zee word daar niet bomvol door omdat veel eitjes worden opgegeten door dieren of ze gaan dood op een andere manier. Darwin schreef in het geheim “Ik heb een theorie ontwikkeld”. Maar hij vertrouwde niemand om het te vertellen wat hij wist dat niemand hem ging geloven en hij veel protest zou krijgen omdat mensen in god geloofde. Dus ging hij gewoon door met zijn studie over zeepokken en zeedieren die op rotsen leefden.
Het boek en de reactie erop
In 1858 was er een probleem voor Darwin. Hij kreeg een wetenschappelijk artikel toegestuurd, geschreven door Alfred Wallace een jonge Engelse natuuronderzoeker. Wallace had in Zuid-Afrika gewerkt en daar Malaria gekregen. Tijdens een koorst aanval kwam Wallace op een idee van een evolutietheorie gebaseerd op natuurlijke selectie. Toen Wallace weer beter was stuurde hij zijn werk naar Darwin op, want Darwin was een beroemde wetenschapper. Wallace had natuurlijk het idee was Darwin nog niet gehoord. Uiteindelijk waren ze het er mee eens dat Darwin het idee eerst had en dat hij eerst zijn boek mocht publiceren. Op 22 november 1859 publiceerde Darwin zijn boek “On the origins of species by means of natural selection” of in het Nederlands “ Over de oorsprong van soorten door middel van natuurlijke selectie of het behoud van begunstige rassen in de strijd om het bestaan”. De eerste lading boeken dat waren 1250 exemplaren werden in een dag uitverkocht. Zoals Darwin had verwacht was er veel protest op zijn boek. Darwin’s ideeen maakte de kerk woedend. Door sportprenten in kranten werden Darwin’s ideeën belachelijk gemaakt. Maar er waren ook mensen die voor Darwin’s ideeen waren. Zoals Thomas Huxley die zelfs zei dat hij zich een stommeling vond dat hij zelf niet op die ideeën was gekomen. Nog meer mensen keken op naar het darwinisme (zo werden darwin’s ideeën genoemd). In1860 in Oxford (in Engeland) verdedigde Huxley het darwinisme. De bisschop van Oxford deed een lange saaie speech over het darwinisme. Huxley gaf daarna zijn antwoordt erop en het was zo gek en overtuigend dat na de bijeenkomst iedereen het mee eens was met het darwinisme. Hier verscheen kapitein FitzRoy voor de laatste keer in Darwin’s leven zwaaiend en schreeuwend met de bijbel in zijn handen. Nog veel meer mensen wouden een kopie van het boek dus werden er nog duizenden meer geprint. Halverwege de jaren zestig (1960) waren er veel wetenschappers er geïnteresseerd in de evolutietheorie.
Charles Darwin overleed op 19 april 1882.