Skiën
Skiën is een sport. Je hebt bij skiën twee latten onder je. Om een bocht te kunnen maken moet je naar een kant leunen.
Wat heb je nodig?
- ski's
- stokken
- skischoenen
- helm
- skipak
- handschoenen
De basis van skiën
Bij skiën moet je beginnen met ploegskiën. Bij ploegskiën sta je in een driehoeksvorm met je benen. Dit word ook wel genoemd in een ploeg staan. Als je heb geleerd om ploeg rechtdoor te skiën kan je gaan proberen bochten te skiën. Dit doe je door kracht te zetten op een been. Daardoor maak ze een bocht naar de andere kant. Voor de meer gevorderde skiërs kan je leren parallel te skiën. Dit doe je door met twee benen parallel naast elkaar te staan. Zo kan je je techniek verbeteren.
Belangrijke punten bij skiën
- hoog-laag bewegen
- kanten
- slippen
- scheendruk
- breed staan
Skiën in de sneeuw
Als je al minstens drie weken les hebt gehad in het skiën ben je toegestaan om in de sneeuw te skiën. Hiervoor moet je wel een paar dingen kunnen.
- gecontroleerd skiën
- ploeg skiën
- de ski tekens begrijpen
tekens bij skiën
Bij het skiën in de sneeuw heb je verschillende tekens. Deze moet je kennen om alles goed te begrijpen. De piste moeilijkheid is bijvoorbeeld verdeeld in kleuren.
- groen (voor beginners, 2/3 weken ervaring)
- blauw (voor beginners, 7/8 weken ervaring)
- rood (voor half gevorderde, 2 jaar ervaring)
- zwart (voor ver gevorderde, 4 jaar ervaring)
dit is gebaseerd op stijlheid.
Verschillende soorten skibanen
Er zijn verschillende soorten skibanen waarop je kan leren skiën.
- Een sneeuwskibaan (snowworld)
- Een rollerpiste (indoorski discovery)
De geschiedenis.
Vroeger toen mensen nog jaagden, was dat 's winters erg zwaar. Ze hadden ski's uitgevonden zodat ze sneller naar beneden konden glijden. Maar toen zagen ze er nog heel anders uit dan nu, nu zijn ze veel mooier geworden.
<youtube>10v9J_haK8o</youtube>