Sól: verschil tussen versies
k |
k |
||
Regel 4: | Regel 4: | ||
In de [[Proza Edda]] van de IJslander [[Snorri Sturluson]] staat de volgende [[mythe]]. Sól is de dochter van ''Mundilfari'' en de godin ''Eir'', zus van de maangod ''Máni'' en vrouw van ''Glenr''. De zon zelf is door de goden geschapen uit een vonk. | In de [[Proza Edda]] van de IJslander [[Snorri Sturluson]] staat de volgende [[mythe]]. Sól is de dochter van ''Mundilfari'' en de godin ''Eir'', zus van de maangod ''Máni'' en vrouw van ''Glenr''. De zon zelf is door de goden geschapen uit een vonk. | ||
− | Sól reist door de lucht in de zonnewagen, getrokken door de paarden ''Arvakr'' (de vroege wachter) en ''Alsvidr'' (de supersnelle). Het Swalin- schild beschermt de wagen tegen de hitte van de zon. Het koppel wordt voortdurend achtervolgd door de wolf ''Skalli'' (''Skoll''). Op de dag van het einde van de wereld ([[Ragnarok|Ragnarök]]) zal ''Skalli'' de zon inhalen en | + | Sól reist door de lucht in de zonnewagen, getrokken door de paarden ''Arvakr'' (de vroege wachter) en ''Alsvidr'' (de supersnelle). Het Swalin- schild beschermt de wagen tegen de hitte van de zon. Het koppel wordt voortdurend achtervolgd door de wolf ''Skalli'' (''Skoll''). Op de dag van het einde van de wereld ([[Ragnarok|Ragnarök]]) zal ''Skalli'' de zon inhalen en opeten. Maar Sól bevalt van een dochter, mooier dan zijzelf, die zal blijven schitteren in de nieuwe wereld. |
[[Categorie:Noordse mythologie]] | [[Categorie:Noordse mythologie]] | ||
[[Categorie:Germaanse mythologie]] | [[Categorie:Germaanse mythologie]] |
Huidige versie van 14 dec 2024 om 09:48
Sól is de vermenselijking van de zon (in het Oudhoogduits: Sunna of Sinthgunt) ofwel de zonnegodin in de Noordse mythologie en de Germaanse mythologie. Ze behoort tot de Æsir.
In de Proza Edda van de IJslander Snorri Sturluson staat de volgende mythe. Sól is de dochter van Mundilfari en de godin Eir, zus van de maangod Máni en vrouw van Glenr. De zon zelf is door de goden geschapen uit een vonk.
Sól reist door de lucht in de zonnewagen, getrokken door de paarden Arvakr (de vroege wachter) en Alsvidr (de supersnelle). Het Swalin- schild beschermt de wagen tegen de hitte van de zon. Het koppel wordt voortdurend achtervolgd door de wolf Skalli (Skoll). Op de dag van het einde van de wereld (Ragnarök) zal Skalli de zon inhalen en opeten. Maar Sól bevalt van een dochter, mooier dan zijzelf, die zal blijven schitteren in de nieuwe wereld.