Kanaän: verschil tussen versies
Naar navigatie springen
Naar zoeken springen
k (Link naar doorverwijspagina Jordaan gewijzigd in Jordaan (rivier) met DisamAssist) |
k (heet) |
||
Regel 1: | Regel 1: | ||
[[Bestand:Canaan (PSF).jpg|miniatuur|Kanaän ten noordoosten van Egyte]] | [[Bestand:Canaan (PSF).jpg|miniatuur|Kanaän ten noordoosten van Egyte]] | ||
− | Het land '''Kanaän''' is een gebied dat lag tussen [[Egypte]] en [[Mesopotamië]] ten westen van de rivier de [[Jordaan (rivier)|Jordaan]]. Dit is het gebied dat nu de [[Levant]] | + | Het land '''Kanaän''' is een gebied dat lag tussen [[Egypte]] en [[Mesopotamië]] ten westen van de rivier de [[Jordaan (rivier)|Jordaan]]. Dit is het gebied dat nu de [[Levant]] heet en waar de staat [[Israël]] ligt, samen met de [[Gaza strook]] en de [[Westelijke Jordaanoever]]. |
Het gebied wordt al genoemd in oude Egyptische teksten uit de 16e eeuw voor [[Christus]]. Ook in de oudste teksten van de [[Bijbel]] wordt het genoemd, in het boek [[Genesis]] 10: 15. Daar word Kanaän beschreven als een stamvader, waar later een aantal stammen zijn voortgekomen. | Het gebied wordt al genoemd in oude Egyptische teksten uit de 16e eeuw voor [[Christus]]. Ook in de oudste teksten van de [[Bijbel]] wordt het genoemd, in het boek [[Genesis]] 10: 15. Daar word Kanaän beschreven als een stamvader, waar later een aantal stammen zijn voortgekomen. | ||
Huidige versie van 13 dec 2023 om 15:42
Het land Kanaän is een gebied dat lag tussen Egypte en Mesopotamië ten westen van de rivier de Jordaan. Dit is het gebied dat nu de Levant heet en waar de staat Israël ligt, samen met de Gaza strook en de Westelijke Jordaanoever. Het gebied wordt al genoemd in oude Egyptische teksten uit de 16e eeuw voor Christus. Ook in de oudste teksten van de Bijbel wordt het genoemd, in het boek Genesis 10: 15. Daar word Kanaän beschreven als een stamvader, waar later een aantal stammen zijn voortgekomen.
Abraham
Voor Abraham vormt het gebied het Beloofde Land dat God hem heeft beloofd in Genesis 12: 1. Uit Genesis 28: 1 blijkt dat de inwoners van Kanaän geen goede naam hadden bij de zoon van Abraham, Izaäk.