Polder: verschil tussen versies
Regel 1: | Regel 1: | ||
− | Een '''polder''' is een gebied dat lager ligt dan de |
+ | Een '''polder''' is een gebied dat lager ligt dan de zeespiegel. Daarom moet het waterpeil in een polder geregeld worden. |
− | + | Vroeger werd het waterpeil geregeld met '''molens'''. Later werden hiervoor '''stoomgemalen''' gebruikt. Tegenwoordig gebruikt men overal elektrische of dieselgemalen. |
|
− | De gemalen pompen het overtollige water in een rivier of kanaal. |
+ | De gemalen pompen het overtollige water in een rivier of kanaal. |
+ | In een droge zomer wordt soms water in een polder gepompt. Dat doen ze om te zorgen dat de grond in de polder niet te droog wordt. |
||
+ | |||
Om een polder liggen dijken. Deze houden het water uit de rivier tegen. |
Om een polder liggen dijken. Deze houden het water uit de rivier tegen. |
||
Er zijn polders die vroeger een meer waren. Voorbeelden zijn de Beemster, de Purmer, de Schermer, de Wormer en de Haarlemmermeer in Noord-Holland. Ze werden drooggemaakt om meer landbouwgrond te krijgen. |
Er zijn polders die vroeger een meer waren. Voorbeelden zijn de Beemster, de Purmer, de Schermer, de Wormer en de Haarlemmermeer in Noord-Holland. Ze werden drooggemaakt om meer landbouwgrond te krijgen. |
Versie van 15 feb 2009 21:52
Een polder is een gebied dat lager ligt dan de zeespiegel. Daarom moet het waterpeil in een polder geregeld worden. Vroeger werd het waterpeil geregeld met molens. Later werden hiervoor stoomgemalen gebruikt. Tegenwoordig gebruikt men overal elektrische of dieselgemalen. De gemalen pompen het overtollige water in een rivier of kanaal. In een droge zomer wordt soms water in een polder gepompt. Dat doen ze om te zorgen dat de grond in de polder niet te droog wordt.
Om een polder liggen dijken. Deze houden het water uit de rivier tegen. Er zijn polders die vroeger een meer waren. Voorbeelden zijn de Beemster, de Purmer, de Schermer, de Wormer en de Haarlemmermeer in Noord-Holland. Ze werden drooggemaakt om meer landbouwgrond te krijgen. In de 20e eeuw zijn delen van het IJsselmeer drooggemaakt: De Wieringermeer, de Noord-Oostpolder en Flevoland. Polders die vroeger een meer waren, noemen we droogmakerijen.
Andere polders zijn veengebieden. Deze gebieden waren erg drassig. Ze werden ingepolderd om er landbouwgrond van de maken. Eerst werd een dijk aangelegd, daarna groef men sloten en vaarten om het water af te kunnen voeren. Voorbeelden van deze polders zijn de Alblasserwaard en de Krimpenerwaard in Zuid-Holland, de Bommelerwaard in Gelderland en de Lopikerwaard in Utrecht.