Hersenen: verschil tussen versies

Uit Wikikids
Naar navigatie springen Naar zoeken springen
Regel 197: Regel 197:
   
 
Vanaf je 4e levensjaar gaat jou rationele brein voornamelijk in ontwikkeling het gebied voor denken dit blijft tot 25 jaar in ontwikkeling.
 
Vanaf je 4e levensjaar gaat jou rationele brein voornamelijk in ontwikkeling het gebied voor denken dit blijft tot 25 jaar in ontwikkeling.
 
== Links ==
 
   
 
== Links ==
 
== Links ==

Versie van 11 apr 2023 19:52

Je hersenen

De hersenen of het brein kun je vergelijken met de hoofdcomputer van mens en dier. Je hersenen regelen werkelijk alles in je lichaam en je kan eigenlijk niet zonder. Je hersenen zorgen er onder andere ervoor dat je niet vergeet adem te halen, dat je organen werken enzovoorts. Hierover hoef je niet eens na te denken. Kortom je hersenen doen alles wat jou doet leven.

Druk informatie verkeer

Je hersenen zijn met je lichaam verbonden door middel van je zenuwen. Zeg maar de 'glasvezelkabels' van en naar de lichaamsdelen.

Een simpel voorbeeld: je denkt: "ik wil een stap zetten". Dan gaan via je zenuwen seintjes met informatie omlaag naar je spieren in je benen en voeten. De benen en voeten sturen informatie naar je hersenen terug dat de grond stevig genoeg is om te staan. Eigenlijk gebeurt er nog veel meer tegelijkertijd: Je ogen controleren waarheen je loopt en geven dat ook via de oogzenuwen door aan de hersenen. Je evenwichtsorgaan in je oor zorgt ervoor dat je in balans blijft en geeft dat door. Je voetzool voelt of er bijvoorbeeld geen scherpe voorwerpen zijn (zeker als je op blote voeten loopt) en je spieren van je benen geven een signaal terug dat de beweging is voltooid en eventueel de volgende stap gedaan kan worden. Deels doe je dit allemaal bewust (je gaat op je doel af omdat je dit wilde), maar een groot deel gaat automatisch.

Hersendelen

Je hersenen zijn in de eerste plaats verdeelt in twee helften: de linkerhelft (zeg maar de taal kant) en de rechterhelft (zeg maar de reken-, beeld- en creatieve kant). Beide helften zijn met de hersenbalk aan elkaar verbonden. Ze zijn ieder (aan de buitenkant ofwel de schors) verdeeld in een paar delen: kwabben of lobben genaamd. Die kwabben zorgen ieder voor bepaalde dingen.

Zo zorgt je achterhoofdskwab of occidentale lob ervoor dat wat er aan informatie via je ogen (je camera's) en via de oogzenuwen binnen komt, je ook daadwerkelijke kunt zien. Stel je ziet een appel. In je hersenen wordt het binnenkomende beeld meteen vergeleken met wat je al kent (of juist nog niet kent) en herkent. Die informatie ligt weer ergens anders opgeslagen als in een groot beeldarchief met allemaal plaatjes en filmpjes. De dingen die je ziet hebben natuurlijk ook een naam (in dit geval een Appel - eventueel ken je ze in verschillende talen: Apple, Apfel, Pomme). Al die namen (of labels) worden weer ergens anders opgeslagen, namelijk in het taalgebied. Dat taalgebied kan weer een seintje geven aan het spreekgebied dat weer een seintje geeft aan je stem en mond: "Hé, dat is een appel". Dus in je hersenen zelf zijn er ook zenuwen die ervoor zorgen dat al deze informatie wordt uitgewisseld van en naar de verschillende opslaggebieden. Voor je andere zintuigen gebeurt natuurlijk hetzelfde, maar weer op een andere plek in je hersenen.

Leren

Jouw hersenen slaan dus alles op. Dat wordt snel te veel, daarom hebben je hersenen een kortetermijngeheugen en een langetermijngeheugen. Alles gaat eerst via het kortetermijngeheugen (zeg maar je werkgeheugen) en daarna als iets belangrijk is naar het langetermijngeheugen (zeg maar je harde schijf) ook weer door middel van zenuwverbindingen. Iets wat in het kortetermijngeheugen is opgeslagen onthoudt je niet lang. Als je iets lang wilt onthouden dan moet het naar het langetermijngeheugen die aan de buitenkant (in de hersenschors) zit. Dit gebeurt beter als je lang dingen overschrijft of vertelt (het zelf verwerkt zoals bij leren). Als je dit doet dan worden er nieuwe verbindingen gemaakt in je hersenen. Deze sterven uiteindelijk af, maar ze kunnen ook dikker worden (we zeggen dan dat de kennis inslijpt).

Als je iets vaak herhaalt, dan worden de verbindingen steeds dikker. Als je iets heel vaak doet zoals lopen en fietsen, dan vergeet je dat nooit meer. Bewegen en zingen helpt bij het leren; bijvoorbeeld woorden opnoemen tijdens het lopen of fietsen, met daarbij een deuntje zingen zorgt ervoor dat je de woorden beter onthoudt. Dat is ook de bedoeling van kinderliedjes. Daarom is ook (buiten)spelen belangrijk voor de ontwikkeling van je hersenen. Het helpt de zenuwverbindingen in de hersenen te verdikken.

Bij het leren kun je gebruik maken van hulpmiddelen. Dit zijn de zogeheten executieve functies, ook wel brein- of regelfuncties van het brein genoemd. Met bijvoorbeeld de regelfunctie inhibitie kun je je brein afremmen.

Geheugen

Het geheugen is een belangrijke voorwaarde voor een toekomst. Zonder geheugen heeft iemand

geen agenda en weinig samenhangende plannen.

Aan het geheugen onderscheidt men verschillende onderdelen. De inprenting, het kortetermijn�geheugen, is nodig om nieuwe informatie vast te houden, zodat de hersenen die kunnen verwerken en eventueel opslaan. De hippocampus is daarvoor onmisbaar. Het langetermijn-geheugen wordt vaak gezien als een opslagplaats voor herinneringen. De hippocampus is er verantwoordelijk voor om op het goede moment de goede dingen uit het geheugen voor de geest te halen.

Hersenonderzoekers maken een verschil tussen het geheugen voor gebeurtenissen en het geheugen voor procedures, hoe je dingen doet. Het eerste, het declaratieve geheugen, is weten dat je ergens was, met wie je daar was, wat je daar deed, wat je toen voelde enzovoorts, het episodisch geheugen. Telkens als iemand zich iets herinnert, kan er iets aan de herinnering veranderen. Ook de verzamelde kennis, het semantisch geheugen rekent men tot het declaratieve geheugen. Het procedurele geheugen (impliciete geheugen) gaat over vaardigheden die iemand leerde, de kennis, de woorden en inzichten die

iemand zich eigen heeft gemaakt.

Delen

Blauw = frontale lob, geel = pariëtale lob, groen = temporale lob, rood = occidentale lob, wit = kleine hersenen (bij je achterhoofd)
  • Cerebrum (grote hersenen, met vier lobben aan elke kant):
    • Frontale lob (o.a. ruiken en logisch denken, lange termijngeheugen)
    • Pariëtale lob (o.a. proeven, voelen, voorbereiden activiteiten)
    • Temporale lob (o.a. gehoor, spraak taal, korte termijngeheugen en beslissen)
    • Occidentale lob (o.a. zien, kleuren, herkennen)
  • Cerrebellum (kleine hersenen, achterhoofd - o.a. voortbeweging, evenwicht)
  • Prefrontale Cortex (PFC - is betrokken bij kennis- en emotionele functies als beslissingen nemen, motivatie, interesse, persoonlijkheid, abstract denken, plannen, probleemoplossing, sociaal gedrag en zelfbeheersing)
  • Hersenstam (onderaan bij de kleine hersenen, bestuurt belangrijke levensfuncties als temperatuur, hartslag, ademhaling en bloeddruk, ook verbinding tussen grote en kleine hersenen en ruggenmerg)

Binnenin de hersenen tussen de hersenstam en de hersenschors bevindt zich het limbisch systeem met:

  • Thalamus (selecteert de prikkels die van de zintuigen binnenkomen, behalve van de reuk)
  • Amygdala (binnenin de temporale lob - opslag en verwerking van emoties in het algemeen en angsten in het bijzonder)
  • Hippocampus (ook binnenin, simpel gezegd het werkgeheugen en besliscentrum van wat er van het korte- naar het lange termijngeheugen moet)
  • Hypothalamus (ook binnenin, regelcentrum voor hartslag, ademhaling, darmen en dergelijke)

Hoger hersenfuncties

Op hoge leeftijd kunnen mensen heel gemakkelijk in de war raken en bij de ziekte dementie zal iemand ook in de war blijven.Iemand heeft goede cognitieve functies nodig om een heleboel redenen, zoals

- om de wereld en zichzelf te leren kennen,

- om te onthouden wat belangrijk is,

- om te begrijpen wat er waargenomen wordt,

- om oplossingen te bedenken voor problemen die zijn ontstaan,

- om ingewikkelde handelingen precies zo te doen dat het lukt,

- om met elkaar te communiceren over wat iemand bezighoudt.

De functies van de hersenen die speciaal hierop gericht zijn, noemen we hogere

hersenfuncties.

Basis van psychische functioneren

De hersenen zijn de basis voor het psychisch functioneren. Het psychisch functioneren is er

alleen als iemand wakker is. Wat er in de geest gebeurt tijdens het slapen, dat kunnen we niet uit eigen ervaring weten.Verderop zullen we zien dat het goed wakker zijn heel erg afhankelijk is van de hersenstam,het onderste deel van de hersenen, de verbinding naar het ruggenmerg. De hersenstam heeft

allerlei functies:

- ademen

- spierspanning op peil houden

- de bloeddruk regelen als je rechtop gaat staan

- het gevoel van misselijkheid

- de helderheid van het bewustzijn.

24 uursritme

Het ritme van 24 uur, slapen gaan en opstaan, wordt sterk bepaald door de sociale omgeving

en door wat we gewend zijn om te doen.

Het lichaam heeft een eigen 24-uursklok. Vaak noemt men dat een 'biologische klok', eenbiologisch ritme. Deze klok bevindt zich in een klein gebiedje in de hypothalamus, vlak onder de grote hersenen. Van daaruit wordt de pijnappelklier, aam de achterkant van de hersenstam, geprikkeld om extra melatonine te maken. Dat hormoon bevordert het in slaap vallen via een invloed op het bewustzijnscentrum in de hersenstam.De 24-uursklok regelt ook andere lichamelijke functies:

• een 24-uursritme in de lichaamstemperatuur: vroeg in de ochtend, tegen het

ontwaken lager dan 37 graden

• een 24-uursritme in verschillende hormonen – bij kinderen bijvoorbeeld het

bijnierschorshormoon;

Voor een goed en helder bewustzijn is het verder nodig dat de verbindingen tussen

hersenstam en de grote hersenen goed werken en dat de hersenschors goed functioneert.

selecteren is nodig en daarvoor zijn er aandachtsfuncties

Nou zou het heel vervelend worden als je je altijd van alles bewust zou zijn wat in het

bewustzijn kan komen. Want dat is veel te veel:

* de prikkels uit het lichaam

* alle prikkels uit de omgeving

* alles wat je je kunt herinneren

* alles wat je kunt verzinnen en fantaseren, de plannen die je hebt en de dingen waar je bang

voor bent en zo voort.Zo lang als iemand wakker is, kunnen deze prikkels in principe ook bewust worden. De prikkels bij het dromen zijn een heel verhaal apart.

Al die dingen kun je in je bewustzijn ervaren. Een geweldige chaos, als dat allemaal tegelijk

om een plekje in het bewustzijn gaat vechten. Nu weten we dat een speciaal gebied, boven in

de hersenstam, op de overgang naar de grote hersenen, er heel druk mee is om te selecterenwat er wel en niet in het bewustzijn mag doordringen en voor hoe lang. Dat gebied is de thalamus. Als dat gebied ziek is en slecht werkt, dan is iemand volledig overgeleverd aan chaos. Dat gebeurt bij een delier. Dat gebeurt op die manier. alleen bij ernstige lichamelijke problemen.

De thalamus is de baas over het bewustzijn en doet verschillende dingen:

● selecteren welke informatie tot het bewustzijn doordringt

● de aandacht sturen naar belangrijke dingen

● daarop gericht houden: de concentratie vasthouden.

● dat de hersenstam (het bovenste stukje) en de grote hersenen goed werken

● dat het bewustzijn helder is

● dat er genoeg motivatie is

● dat er geen (vervelende) afleiding is, zoals sombere gevoelens of blije opwinding

Begrijpen wat je waarneemt

Als een zintuigprikkel in de hersenschors aankomt moeten er verschillende dingen gebeuren:

* de waarneming moet worden vergeleken met wat er in het geheugen zit: is het nieuw of is

het al bekend?

* de waarneming van het ene zintuig moet met waarnemingen van andere zintuigen in verband worden gebracht: hoor ik de auto ook langsrijden of zie ik hem ook? Ruik is smerige uitlaatgassen? Alles bij elkaar in dit rare voorbeeld, zorgt ervoor dat je begrijpt dat het een auto is.De gebieden in de hersenschors die ervoor zorgen dat waarnemingen een betekenis krijgen zijn ongeveer bekend. De wandbeenkwab speelt daarbij een grote rol.

Geheugen

Het geheugen van mensen is een wonderlijke en ingewikkelde functie. We onderscheiden veel verschillende soorten geheugen:

• voor gebeurtenissen, mensen en de eigen levensgeschiedenis

• voor handigheidjes: hoe doe je iets?

• voor woorden

• voor 'kennis'

Het geheugen voor allerlei dingen waar je het met anderen over kunt hebben heet ook wel

het 'declaratieve geheugen'. De herinneringen uit je leven vormen samen het episodisch

geheugen en alles wat iemand weet over hoe de wereld in elkaar zit en wat dingen te

betekenen hebben, heet ook wel het semantisch geheugen. Het geheugen voor dingen die je hebt leren doen, de goede volgorde van allerlei handelingen en dingen als fietsen, brood smeren en veters strikken, noemen we het impliciete (ook wel 'procedurele') geheugen. Bij veel vormen van dementie zijn vooral de onderdelen van het declaratieve geheugen aangetast.

Interprenting

Inprenting is het opnemen en vastleggen van informatie voor later gebruik. Om inprenting

goed te laten lukken is nodig:

• een helder bewustzijn

• een goede aandachtsconcentratie

• dingen als motivatie, zelfvertrouwen en herhaling

Een heel belangrijk hersengebied voor het geheugen en zeker de inprenting is de hippocampus. Die ligt diep in de slaapkwabben van allebei de hersenhelften.

Langetermijngeheugen

Het langetermijngeheugen is het vermogen om de juiste informatie op het goede moment in je bewustzijn terug te brengen, zodat je er wat aan hebt. Behalve de hersenschors, de bewaarplaats voor al dit soort herinneringen, moet ook de hippocampus perfect werken.

Oriëntatie

Oriëntatie heeft drie verschillende onderdelen.Iemand die goed georiënteerd is, weet waar hij zich bevindt. Hij weet ook de weg. Dat noemen we een goede oriëntatie in plaats. Een vertrouwde omgeving is natuurlijk gemakkelijk, je kent de weg in je eigen huis met de ogen dicht. Mensen moeten ook in een nieuwe omgeving snel de weg leren kennen. Daarvoor moet je goede zintuigen hebben, wakker zijn en nieuwe informatie kunnen vasthouden. Dus de inprenting moet ook goed zijn, want dat is het vermogen om nieuwe informatie vast te houden.Er is niet alleen oriëntatie in plaats. Je moet ook besef hebben van tijd. Als er geen klok bij de hand is, gebruik je overdag de stand van de zon, de lichtval en andere dingen, zoals geluiden die horen bij de ochtend, de middag of de avond. Een goede oriëntatie in tijd betekent dat je beseft (dat hoeft niet precies op de minuut) welk uur van de dag het is, welke dag het is, welke maand, welk seizoen en zeker, dat je weet welk jaar het is.Om dat besef vast te houden moet het geheugen ook vlekkeloos werken, anders moet je de hele tijd om je heen kijken of telkens op de klok kijken, om niet in de war te raken.Het derde onderdeel van de oriëntatie is dat je weet wie je tegenover je hebt, met wie je zit tepraten. Dat is oriëntatie in persoon. Daar hoort zeker ook bij dat je van iemand die je tegenkomt, weet of je hem of haar wel eens eerder gesproken hebt of niet. Dat kan natuurlijk niet 100% lukken, omdat we in deze tijd zo ongelooflijk vaak nieuwe mensen tegenkomen. Maar zeker de personen uit je familie, de vrienden en uit de buurt waarin je opgegroeid bent,daarvan weet je en onthoud je de gezichten en de namen.

Taal

Even wonderlijk en ingewikkeld is het vermogen van mensen om met symbolen dingen uit te drukken, elkaar te begrijpen en te communiceren. We noemen dat taal.Taal heeft vier onderdelen:

  • spreken van begrijpelijke woorden en zinnen
  • het begrijpen van gesproken woorden en zinnen
  • het schrijven van leesbare woorden en zinnen het lezen. Alle processen die hierbij een rol spelen zijn nog maar voor een deel ontdekt. Wel weet men dat minstens de twee volgende hersengebieden allebei goed moet werken en goed moeten samenwerken: • het motorisch taalcentrum (genoemd naar degene die het heeft ontdekt: Broca), in de voorhoofdskwab van de linker hersenhelft. Deze speelt een grote rol bij het maken van de woorden en de zinnen. • het sensorisch taalcentrum (genoemd naar dhr. Wernicke), op de plaats waar slaapkwab en wandbeenkwab bij elkaar komen, in de linker hersenhelft. Dit gebied speelt een grote rol bij het begrijpen van woorden en zinnen.Het komt bijna helemaal nooit voor dat taalfuncties bij iemand in de rechter hersenhelft zitten.De rechter hersenhelft is wel heel erg nodig voor het snel herkennen van * de emotie die iemand op het gezicht laat zien * de toon waarop iemand iets zegt * soms ook de leeftijd en zelfs het geslacht van iemand anders.

Ontwikkeling van de hersenen

Op het moment dat he geboren wordt zijn jou hersenen in ontwikkeling maar vooral het reptielbrein is tot je 4 verjaar vol op in ontwikkeling.

Vanaf je 4e levensjaar gaat jou rationele brein voornamelijk in ontwikkeling het gebied voor denken dit blijft tot 25 jaar in ontwikkeling.

Links

Sjabloon:OrganenMens

Afkomstig van Wikikids , de interactieve Nederlandstalige Internet-encyclopedie voor en door kinderen. "https://wikikids.nl/index.php?title=Hersenen&oldid=779258"