Poollicht: verschil tussen versies
Regel 13: | Regel 13: | ||
Poollicht ontstaat binnen de Ionosfeer. Energierijke deeltjes (elektronen en protonen) afkomstig van de zon bereiken de aarde door [[zonnewind]] of [[zonnevlammen]]. Als deze deeltjes aankomen bij de aarde komen ze eerst in de buitenste '''van Allan gordel''', beter bekend als stralingsgordel, terecht. Deze buitenste gordel bevind zich op ongeveer 16.000 kilometer hoogte en bevat vooral elektronen. Het magnetisch veld van de aarde oefent een kracht uit op de deeltjes uit de gordel. Het magnetische veld is het sterkste bij de polen. Hierdoor worden de deeltjes naar de polen toegetrokken en buigen ze af naar de pool toe via cirkelvormige veldlijnen. De kracht die deze afbuiging veroorzaakt heet de '''Lorentzkracht'''.Aangekomen bij de pool botsen de deeltjes met stikstof en zuurstof atomen en moleculen uit de atmosfeer. Het proces waarbij de zonnedeeltjes botsen wordt met een moeilijk woord '''atomair proces''' genoemd. Tijdens dit proces vallen moleculen uit één, worden ze aangeslagen (het opnemen of absorberen van atomen) of geïoniseerd. De zichtbare energie die hierbij vrijkomt is het poollicht. De typische hoogte van poollicht is tussen de 100 en 400 kilometer. |
Poollicht ontstaat binnen de Ionosfeer. Energierijke deeltjes (elektronen en protonen) afkomstig van de zon bereiken de aarde door [[zonnewind]] of [[zonnevlammen]]. Als deze deeltjes aankomen bij de aarde komen ze eerst in de buitenste '''van Allan gordel''', beter bekend als stralingsgordel, terecht. Deze buitenste gordel bevind zich op ongeveer 16.000 kilometer hoogte en bevat vooral elektronen. Het magnetisch veld van de aarde oefent een kracht uit op de deeltjes uit de gordel. Het magnetische veld is het sterkste bij de polen. Hierdoor worden de deeltjes naar de polen toegetrokken en buigen ze af naar de pool toe via cirkelvormige veldlijnen. De kracht die deze afbuiging veroorzaakt heet de '''Lorentzkracht'''.Aangekomen bij de pool botsen de deeltjes met stikstof en zuurstof atomen en moleculen uit de atmosfeer. Het proces waarbij de zonnedeeltjes botsen wordt met een moeilijk woord '''atomair proces''' genoemd. Tijdens dit proces vallen moleculen uit één, worden ze aangeslagen (het opnemen of absorberen van atomen) of geïoniseerd. De zichtbare energie die hierbij vrijkomt is het poollicht. De typische hoogte van poollicht is tussen de 100 en 400 kilometer. |
||
− | == Van Allan |
+ | == Van Allan gordel en magnetisch veld== |
==Chemische samenstelling atmosfeer== |
==Chemische samenstelling atmosfeer== |
Versie van 7 nov 2018 23:32
Dit artikel is (gedeeltelijk) geschreven door Pabo-studenten van de MarnixAcademie en blijft in ieder geval staan tot de beoordeling is gegeven. |
Werk in uitvoering! Aan dit artikel wordt de komende uren of dagen nog gewerkt. Belangrijk: Laat dit sjabloon niet langer staan dan nodig is, anders ontmoedig je anderen om het artikel te verbeteren. De maximale houdbaarheid van dit sjabloon is twee weken na de laatste bewerking aan het artikel. Kijk in de geschiedenis of je het artikel kunt bewerken zonder een bewerkingsconflict te veroorzaken. |
Dit artikel is nog niet af. |
Poollicht
Er zijn twee verschillende soorten poollicht. Het noorderlicht, wetenschappelijke naam 'Aurora Borealis', en het zuiderlicht, wetenschappelijke naam 'Aurora Australis'. Het poollicht is één van de meest spectaculaire natuurverschijnselen van onze planeet. Het wordt herkent aan de grote banden met felle kleuren licht die door de lucht lijken te dansen. De meeste mensen verwijzen dan naar het nooderlicht. Het woord poollicht verklapt al een paar belangrijke eigenschappen van dit natuurverschijnsel, namelijk 'pool' en 'licht'. Simpel gezegd is het licht dat aan de kant van de polen ontstaat, aan de kant van de Zuidpool en aan de kant van de Noordpool. Toch is poollicht niet altijd spectaculair. Er bestaat ook nog een 'diffuus' poollicht. Diffuus poollicht is erg zwak van kleur en is altijd aanwezig als een vage gloed licht.
De Poollichtovaal
De gebieden waar poollicht het meeste voorkomt vallen binnen het poollichtovaal. Dit zijn Alaska, Noord Canada en de Noordkaap voor het noorderlicht en Antarctica voor het zuiderlicht.
Hoe ontstaat poolicht?
Poollicht ontstaat binnen de Ionosfeer. Energierijke deeltjes (elektronen en protonen) afkomstig van de zon bereiken de aarde door zonnewind of zonnevlammen. Als deze deeltjes aankomen bij de aarde komen ze eerst in de buitenste van Allan gordel, beter bekend als stralingsgordel, terecht. Deze buitenste gordel bevind zich op ongeveer 16.000 kilometer hoogte en bevat vooral elektronen. Het magnetisch veld van de aarde oefent een kracht uit op de deeltjes uit de gordel. Het magnetische veld is het sterkste bij de polen. Hierdoor worden de deeltjes naar de polen toegetrokken en buigen ze af naar de pool toe via cirkelvormige veldlijnen. De kracht die deze afbuiging veroorzaakt heet de Lorentzkracht.Aangekomen bij de pool botsen de deeltjes met stikstof en zuurstof atomen en moleculen uit de atmosfeer. Het proces waarbij de zonnedeeltjes botsen wordt met een moeilijk woord atomair proces genoemd. Tijdens dit proces vallen moleculen uit één, worden ze aangeslagen (het opnemen of absorberen van atomen) of geïoniseerd. De zichtbare energie die hierbij vrijkomt is het poollicht. De typische hoogte van poollicht is tussen de 100 en 400 kilometer.
Van Allan gordel en magnetisch veld
Chemische samenstelling atmosfeer
- 78.08% Stikstof
- 20.95% Zuurstof
- 0,035% Carbondioxide
- 0,003% Waterdamp
- Bijna 0% andere gassen
Kleurenspektakel
De vele kleuren die het prachtige poollicht heeft ontstaan door de hoeveelheid energie die er vrij komt wanneer energierijke deeltjes afkomstig van de zon op de atmosfeer botsen. Komt er veel energie vrij, dan is het licht heel fel en bijvoorbeeld blauw/groen, komt er minder energie vrij dan is het licht zacht en meestal roodachtig. Iedere kleur heeft een andere golflengte, die de hoeveelheid energie aangeeft. Lage energie geeft de kleur rood en heeft een lange golflengte, hoge energie geeft de kleur blauw, en heeft een korte golflengte. Dit heeft te maken met de snelheid en diepte waarmee een deeltje de atmosfeer binnendringt. Dringt het deeltje diep naar binnen dan heeft het deeltje een hogere snelheid en bevat het meer energie, het deeltje heeft dan een kleinere golflengte.
Het effect van zonnevlammen (Coronale Massa Ejectie)
Proefjes
Bronnen
- *