Paddenstoel: verschil tussen versies
Regel 47: | Regel 47: | ||
== Eetbaar of giftig == |
== Eetbaar of giftig == |
||
− | Er zijn paddenstoelen die je kunt eten zoals de |
+ | Er zijn paddenstoelen die je kunt eten, zoals de champignon of het eekhoorntjesbrood. Maar er zijn ook paddenstoelen die giftig zijn. Je moet dus nooit zomaar een paddenstoel eten. Niet alleen wij maar ook dieren eten paddenstoelen. Denk hierbij aan: slakken, kevers, muizen, konijnen en eekhoorns. |
+ | |||
+ | == Plukken == |
||
+ | Het plukken van paddenstoelen is niet verboden, maar het Staatsbosbeheer stimuleert het plukken van paddenstoelen niet. Dit komt omdat het lastig is om giftige en niet-giftige paddenstoelen uit elkaar te houden. |
||
+ | |||
+ | Als je ze toch wil plukken gelden er een aantal regels: |
||
+ | 1. Het plukken gebeurt op eigen risico. |
||
+ | 2. Je mag alleen voor jezelf paddenstoelen plukken, dus niet teveel. |
||
+ | 3. De hoeveelheid is evenveel als een bakje champignons uit een supermarkt (250 gram). |
||
+ | 4. Je moet je aan de regels houden van het gebied (niet van de paden af gaan). |
||
+ | 5. Denk er goed over na voordat je paddenstoelen gaat plukken, sommige kunnen al vergiftiging veroorzaken door ze alleen aan te raken. |
||
+ | |||
+ | Dit zijn de regels voor gebieden van het Staatsbosbeheer. Maar er zijn ook andere gebieden. Soms zijn de mensen waarvan dat stukje land is, niet blij als je de paddenstoelen plukt. |
||
+ | |||
==Foto's paddestoelen== |
==Foto's paddestoelen== |
Versie van 4 nov 2018 12:56
Dit artikel is (gedeeltelijk) geschreven door Pabo-studenten van de MarnixAcademie en blijft in ieder geval staan tot de beoordeling is gegeven. |
Een paddenstoel is een schimmel.
Een paddenstoel bestaat uit meerdere schimmeldraden. De schimmeldraden bij elkaar noem je de zwamvlok. De zwamvlok zit meestal onder de grond of in de boom waar de paddenstoel groeit.
Voorbeelden van Nederlandse paddenstoelen zijn: oesterzwam, vliegenzwam en eekhoorntjesbrood.
Andere paddenstoelen
Een paddenstoel kan ook een speciale wegwijzer zijn die in Nederland op voetpaden en fietspaden gebruikt wordt. Dit zie je vooral in natuurgebieden. Het grote voordeel van een wegwijzer is dat ze passen in het landschap.
Naam paddenstoel
Een paddenstoel heeft zijn naam gekregen, door de magische wereld. Mensen vonden paddenstoelen maar rare dingen. Dat kwam omdat het bos opeens vol kon staan met paddenstoelen. De verhalen gingen rond. Er zouden kabouters in de paddenstoelen wonen. En heksen zouden paddenstoelen gebruiken voor hun toverdrankjes. Padden waren de huisdieren van heksen. De padden moesten door het bos heen en af en toe natuurlijk even rusten. Volgens de mensen moesten de padden hun eigen stoel hebben meegenomen. En zo kwam de paddenstoel tot leven!
Opbouw van een paddenstoel
De meeste paddenstoelen bestaan uit vier onderdelen: • de hoed • de steel • de ring • de beurs
De hoed is het grote “dak” van de paddenstoel. Hieronder zitten de zaadjes verstopt. Onder de hoed zit de steel. En aan de steel zit weer de ring en de beurs. De ring is een overblijfsel waar de hoed eerst aan vast heeft gezeten. De beurs van een paddenstoel is in het begin heel belangrijk. De beurs is namelijk de bescherming van het kleine paddenstoeltje. Als de paddenstoel gaat groeien barst deze bescherming open en hier komt dan de paddenstoel uit.
Niet alle paddenstoelen hebben deze vier onderdelen. Er bestaan bijvoorbeeld ook paddenstoelen die een vorm hebben van een bol en zij missen dan ook de steel en de ring.
Soorten paddenstoelen
Er zijn drie soorten paddenstoelen die ieder op een andere manier leven.
De eerste zijn paddenstoelen die samen leven. Zij leven samen met een andere plant of boom. Bijvoorbeeld: eekhoorntjesbrood. Het eekhoorntjesbrood kan samen met een eikenboom leven. De paddenstoel zorgt dat de zwamvlok (schimmeldraden) samengroeien met wortels van de boom. Als dat is gebeurd, kunnen de paddenstoel en de boom elkaar voedsel geven. Deze paddenstoelen helpen de bomen en planten bij het overleven als zij het moeilijk hebben. Met een heel moeilijk woord heten deze paddenstoelen ook wel symbionten.
De tweede zijn paddenstoelen die zorgen voor voedsel voor planten en bomen. Ze zetten rottend materiaal en dood hout om in voedsel. De meeste paddenstoelen horen in deze groep. Deze paddenstoelen zie je vaak op dezelfde plek terug komen. Met een heel moeilijk woord heten deze paddenstoelen ook wel saprofieten.
Als laatste hebben we paddenstoelen die leven ten koste van andere planten en bomen. Dit zijn paddenstoelen die je op bomen en stronken ziet zitten. De paddenstoelen gaan op bomen zitten die al bijna dood zijn. Met een heel moeilijk woord heten deze paddenstoelen ook wel parasieten.
Natuurlijk zijn er in deze drie groepen nog veel meer paddenstoelen. In Nederland zijn er wel meer dan 4.000 paddenstoelen. En bijna elke week komen er weer nieuwe soorten bij. Het is dus moeilijk om ze allemaal te herkennen. Er zijn dan ook boeken over paddenstoelen waarin je ze allemaal kan opzoeken. Zo kan je ook zien welke paddenstoel wanneer groeit. Sommige vinden het fijn om in de zomer te leven, terwijl de ander juist kiest voor de lente of de herfst.
Voedsel paddenstoelen
Paddenstoelen zie je vaak in de herfst. Dit komt omdat paddenstoelen groeien door zich vol te zuigen met water. Daarnaast vinden ze het fijn als de grond ook nog een beetje warm is. In de herfst is er ook veel rottend materiaal en dood hout te vinden. Hier kunnen de paddenstoelen dan voedsel uit halen.
Voortplanting
Als een zaadje op een goede plaats terecht komt, kan er een paddenstoel ontstaan. Het zaadje zit verpakt in een dun velletje (vlies). Hij groeit steeds groter tot hij niet meer in het velletje past en scheurt eruit. De steel en de hoed komen dan boven de grond. Onder de hoed zitten allemaal kleine plaatjes of buisjes. En hier zitten de zaadjes (sporen) van de paddenstoel in. Wanneer sporen rijp zijn, dan worden ze verplaatst door wind, regen of door dieren.
Maar je hebt natuurlijk ook paddenstoelen die geen hoed hebben. De paddenstoelen zonder hoed heten ook wel buikzwammen. Deze paddenstoelen bewaren de zaadjes in hun buik.
Groeiplaatsen
Paddenstoelen groeien niet alleen in het bos. Maar ook in: weilanden, akkers, parken, bermen, tuinen, tussen de straatstenen, duinen en zelfs op mest. Ieder soort heeft zijn eigen voorkeur. De ene wil het liefste schaduw terwijl de ander het liefst op stenen zit.
Eetbaar of giftig
Er zijn paddenstoelen die je kunt eten, zoals de champignon of het eekhoorntjesbrood. Maar er zijn ook paddenstoelen die giftig zijn. Je moet dus nooit zomaar een paddenstoel eten. Niet alleen wij maar ook dieren eten paddenstoelen. Denk hierbij aan: slakken, kevers, muizen, konijnen en eekhoorns.
Plukken
Het plukken van paddenstoelen is niet verboden, maar het Staatsbosbeheer stimuleert het plukken van paddenstoelen niet. Dit komt omdat het lastig is om giftige en niet-giftige paddenstoelen uit elkaar te houden.
Als je ze toch wil plukken gelden er een aantal regels: 1. Het plukken gebeurt op eigen risico. 2. Je mag alleen voor jezelf paddenstoelen plukken, dus niet teveel. 3. De hoeveelheid is evenveel als een bakje champignons uit een supermarkt (250 gram). 4. Je moet je aan de regels houden van het gebied (niet van de paden af gaan). 5. Denk er goed over na voordat je paddenstoelen gaat plukken, sommige kunnen al vergiftiging veroorzaken door ze alleen aan te raken.
Dit zijn de regels voor gebieden van het Staatsbosbeheer. Maar er zijn ook andere gebieden. Soms zijn de mensen waarvan dat stukje land is, niet blij als je de paddenstoelen plukt.