Fossiel: verschil tussen versies

Uit Wikikids
Naar navigatie springen Naar zoeken springen
k (cursief en dik gedrukt aangepast)
Regel 2: Regel 2:
   
 
Het woord fossiel komt van het latijnse woord '''fossilis''' wat letterlijk "''verkregen door graven''" betekend. 
 
Het woord fossiel komt van het latijnse woord '''fossilis''' wat letterlijk "''verkregen door graven''" betekend. 
  +
  +
Voorbeelden zijn: een versteende pootafdruk van een sabeltandtijger of een blad van een oerboom.
   
 
== Hoe ontstaat een fossiel? ==
 
== Hoe ontstaat een fossiel? ==
   
  +
Niet alle dieren en planten die dood gaan worden ook fossielen. Veel dode planten en dieren worden opgegeten door andere dieren of ze rotten weg zonder dat er ook maar iets over blijft. De sporen raken vaak vervaagd door bijvoorbeeld de wind of het water wat er overheen komt. Denk maar aan jou voetstappen in het zand, deze gaan ook weg wanneer de zee er overheen komt. Fossielen ontstaan dus alleen onder wanneer alles goed gaat. Fossielen ontstaan onder speciale omstandigheden:
De meeste fossielen zijn gemaakt van dode dieren en planten. Een dood dier kan alleen een fossiel worden als:
 
  +
  +
* 1. <u>Snel afdekken van overblijfselen</u>. De resten moeten snel bedenkt worden onder bijvoorbeeld een laag zand, modder of klei. Die laag voorkomt dat het dode dier wordt opgegeten. Ook kan er door de klei of het zand geen zuurstof meer bij het dode dier komen. Zuurstof zorgt er voor dat planten en dieren snel wegrotten of verteren.Op deze manier kunnen er geen dieren bij om het op te eten. Hoe langer het blijft liggen hoe meer kans dat de resten verstenen en dat er een fossiel ontstaat. Dit verstenen gebeurt doordat het bot langzaam veranderd in steen. Hier gaan wel honderden jaren overheen.
   
  +
* 2. <u>Hoge druk bewaren over duizenden jaren</u>. Wanneer er veel lagen zand of ijs op het fossiel komen te liggen ontstaat er veel druk. Hierdoor kan een fossiel gevormd worden.
* het niet verrot of door een ander dier wordt opgegeten.
 
  +
* 3. <u>In contact brengen met hoge temperaturen</u> . Door de hoge temperatuur wordt het zand steen en het fossiel versteend ook.
* de resten snel bedekt worden onder zand, modder of klei.
 
   
  +
Je kan een fossiel op twee manieren terug vinden:
Die laag voorkomt dat het dode dier wordt opgegeten. Ook kan er door de klei of het zand geen zuurstof meer bij het dode dier komen. Zuurstof zorgt er voor dat planten en dieren snel wegrotten of verteren.
 
  +
# De resten of afdrukken kunnen als een soort stempel zijn achtergebleven in een steen.
  +
# Ook kan een fossiel ontstaan doordat het overblijfsel daadwerkelijk versteent. Het fossiel neemt dan dezelfde vorm aan als het voorwerp dat het ooit was.
   
Een fossiel ontstaat op verschillende manieren. De resten of afdrukken kunnen als een soort stempel zijn achtergebleven in een steen. Ook kan een fossiel ontstaan doordat het overblijfsel daadwerkelijk versteent. Het fossiel neemt dan dezelfde vorm aan als het voorwerp dat het ooit was. Meestal worden alleen de harde delen van een organisme een fossiel, zoals een skelet. Fossielen van zachte delen, zoals organen, zijn veel zeldzamer.
+
Meestal worden alleen de harde delen van een organisme een fossiel, zoals een skelet. Fossielen van zachte delen, zoals organen, zijn veel zeldzamer. Dit komt doordat de zachte delen eerder wegrotten als de harde delen. Dit wegrotten noem je verteren.
   
  +
Fossielen van landdieren zijn zeldzamer dan fossielen van waterdieren. Dit komt omdat als een dier in het water sterft het naar de bodem zakt en hier bedolven wordt onder vele lagen andere doden dieren en zand. Ga maar eens met je voeten in het zand staan en zie hoe snel het water er voor zorgt dat je in het zand wegzakt. Dit gebeurt ook met dode dieren. In het water is minder zuurstof dan in de lucht. Diertjes die zorgen voor het verteren van andere dode dieren leven vaak op zuurstof. Om die reden rotten dieren onderwater langzamer weg dan boven water. Fossielen van landdieren zijn veel zeldzamer doordat het langer duur voor ze bedolven zijn onder bijvoorbeeld zand of klei.
Het is belangrijk dat de resten van het organisme snel bedolven worden, omdat ze dan beschermd worden tegen verrotting en aaseters. Dit gebeurd meestal in waterafzettingen van rivieren of oceanen. Slib, zand of klei denkt het overblijfsel van het organisme door de stroming snel af. Fossielen van landorganisme zijn veel zeldzamer, doordat dit vaak zachte en rottende objecten zijn. Hier zie je een voorbeeld hier van. Een dier kan een fossiel worden als het niet verrot of door een ander dier wordt opgegeten. Ook moeten de overblijfselen van het dier snel bedekt worden onder zand, modder of klei. Er kan dan geen zuurstof meer bij het dode dier komen. Zuurstof zorgt er voor dat planten en dieren snel wegrotten of verteren. Ideale omstandigheden zijn hierdoor de bodem van de zee, lava, een aardverschuiving of extreme kou.
 
   
 
== Gidsfossielen ==
 
== Gidsfossielen ==
   
Als je ergens een fossiele schelp vindt, kan dat erop wijzen dat er daar ooit een zee was. Hoe groot die zee was kun je ook te weten komen. Dan moet je kijken of je nog meer fossiele schelpen vind. Op die manier “vertellen” fossielen ons hoe de aarde er vroeger uitzag. Zulke fossielen noemen we gidsfossielen. Belangrijke gidsfossielen zijn Trilobieten.
+
Als je ergens een fossiele schelp vindt, kan dat erop wijzen dat er daar ooit een zee was. Hoe groot die zee was kun je ook te weten komen. Dan moet je kijken of je nog meer fossiele schelpen vindt. Op die manier “vertellen” fossielen ons hoe de aarde er vroeger uitzag. Zulke fossielen noemen we gidsfossielen. Belangrijke gidsfossielen zijn Trilobieten. De trilobieten zijn namelijk op een bepaald moment uitgestorven. In jongere aardlagen zijn geen trilbieten meer te vinden. Als er trilobiet wordt gevonden geeft dit aan dat de aardlaag die aangetroffen is , minstens zo oud is als de leeftijd van de trilobieten. De dieren en planten die in dezelfde laag als de trilobieten worden gevonden, daarvan kunnen we zeggen dat ze uit de tijd van de trilobieten komen of ouder zijn.
   
 
==Paleontologie==
 
==Paleontologie==
De studie naar fossielen heet paleontologie. Mensen die deze wetenschap bestuderen, onderzoeken dingen van vroeger, waar fossielen dus ook onder vallen. Dankzij hen weten we veel over de dieren en planten uit de prehistorie. Een gangbare theorie is dat het vroegere leven zich voornamelijk in zee afspeelde en dat dieren later pas het land op gingen. De verwachting is dus dat er dieren hebben bestaan die op vissen lijken maar die ook op het land konden leven.
+
De studie naar fossielen heet paleontologie. Deze studie naar fossielen begon ongeveer 300 jaar geleden. Iemand die deze fossielen bestudeerd heet een paleontoloog. Een paleontoloog kan achterhalen hoe oud een fossiel is, wat het at en hoe het er ongeveer uit heeft gezien. Mensen die deze wetenschap bestuderen, onderzoeken dus het verleden met fossielen die ze vinden., waar fossielen dus ook onder vallen. Dankzij hen weten we veel over de dieren en planten uit de prehistorie. In het bijzonder het bestaan van de dinosaurus. We weten ook dat de dinosaurus 16,5 miljoen jaar geleden is uitgestorven. Dit weten we doordat er geen fossielen zijn gevonden jonger dan 16,5 miljoen jaar oud.
  +
  +
Let op: Een paleontoloog is iets anders dan een archeoloog . Een paleontoloog bestudeert resten die op een natuurlijke manier ergens terecht zijn gekomen. Het gaat dan over botten van dieren die dood zijn gegaan of een pootafdruk van een sabeltandtijger. Een archeoloog bestudeerd de resten van leven op aarde en ook het leven van mensen . Een pijl uit de oertijd bestuderen is het werk van een archeoloog en de botten van een schildpad uit de oertijd bestuderen is het werk va een palentotoloog.
   
 
==Opgravingen==
 
==Opgravingen==
   
Paleontologen (mensen die dingen onderzoeken van vroeger) en paleobotanisten zoeken en graven fossielen op. Dankzij hen weten we veel over het dieren en plantenrijk uit de prehistorie. We weten bijvoorbeeld door fossiele mest wat de dieren aten. Jammer genoeg kunnen we aan de hand van fossielen niet zien wat voor geluid de dieren maakten en welke kleur de planten en dieren uit de prehistorie hadden.
+
Paleontologen (mensen die dingen onderzoeken van vroeger) zoeken en graven fossielen op. Dankzij hen weten we veel over het dieren en plantenrijk uit de prehistorie. We weten bijvoorbeeld door fossiele mest wat de dieren aten. Jammer genoeg kunnen we aan de hand van fossielen niet zien wat voor geluid de dieren maakten en welke kleur de planten en dieren uit de prehistorie hadden. Het kan dus best zo zijn dat een dinosaurus kakelde als een kip. Het geluid en de kleur hebben onderzoekers vergeleken met dieren die op een pre-historisch dier lijken. Zo heeft de dinosaurus bijvoorbeeld de kleur die lijkt op die van een krokodil.
   
  +
== Fossielen zoeken en prepareren ==
== Gereedschap ==
 
   
Het gereedschap dat je nodig hebt voor fossielen, verschilt van plek tot plek. Sommige fossielen zitten in los materiaal . Het enige wat je dan nodig hebt zijn goede ogen. In andere gevallen heb je gereedschap nodig om fossielen te vinden. Om fossielen te zoeken in gesteenten heb je een hamer en een beitel nodig. Speciale geologenhamers bestaan er in 2 soorten. Je hebt ze met een punt of met een platte achterkant. Voor hele harde gesteenten is het verstandig om een vuisthamer of moker mee te nemen. Sommige mensen gebruiken zelfs breekijzers of pikhouwelen. Als je een fossiel hebt uitgehakt, dan moet je het fossiel goed verpakken voor het vervoer. Voor kleine fossielen zijn gripzakjes goed. Grotere fossielen kun je het best inpakken in kranten. Voor zachte lagen heb je niets aan een hamer of een beitel. Hier kun je beter een zeef een graafwerktuigen voor gebruiken. Dit geld onder andere voor haaientanden. Om zand uit te graven is een schep en een zeef handig om mee te nemen. Ook is het handig om een krabber of een harkje mee te nemen om grindlagen los te maken.
+
Het schoonmaken van een fossiel noem je prepareren. Het gereedschap dat je nodig hebt om fossielen schoon te maken, verschilt van plek tot plek. Sommige fossielen zitten in los materiaal. Het enige wat je dan nodig hebt zijn goede ogen. In andere gevallen heb je gereedschap nodig om fossielen te vinden. Om fossielen te zoeken in gesteenten heb je een hamer en een beitel nodig. Speciale geologenhamers bestaan er in 2 soorten. Je hebt ze met een punt of met een platte achterkant. Voor hele harde gesteenten is het verstandig om een vuisthamer of moker mee te nemen. Sommige mensen gebruiken zelfs breekijzers of pikhouwelen. Als je een fossiel hebt uitgehakt, dan moet je het fossiel goed verpakken voor het vervoer. Voor kleine fossielen zijn gripzakjes goed. Grotere fossielen kun je het best inpakken in kranten. Voor zachte lagen heb je niets aan een hamer of een beitel. Hier kun je beter een zeef een graafwerktuigen voor gebruiken. Dit geld onder andere voor haaientanden. Om zand uit te graven is een schep en een zeef handig om mee te nemen. Ook is het handig om een krabber of een harkje mee te nemen om grindlagen los te maken.
   
  +
Fossielen krijg je vaak te zien wanneer de laag waaronder de fossiel jaren heeft gelegen, weg slijt. Dit slijten van de bodem noem je bodemerosie. Door wind, water en het smelten van ijs kan een fossiel zichtbaar worden. Andere fossielen worden juist zichtbaar als je gaat zoeken in de lagen van de aarde.
== Hoe oud is een fossiel? ==
 
 
Fossielen zijn meestal heel oud. De jongste fossielen (zoals bijv. uit de ijstijd) zijn al gauw 10.000 jaar oud. De oudste fossielen zijn al gauw 3,5 miljard jaar oud. Toen bestond de mens nog niet (eens). In die tijd waren er alleen nog maar kleine diertjes zoals wormen. De eerste mensen leefden ongeveer 4 miljoen jaar geleden. In vergelijking met de oudste fossielen is dit dus nog niet zo lang.
 
   
 
== Fossiele planten ==
 
== Fossiele planten ==
 
Fossiele planten zijn overblijfselen van planten en bomen. Vaak zijn dit delen van de planten of bomen. Fossielen van planten worden meestal gevonden tijdens overstromingen. Stenen bomen ontstaan doordat het hout wordt omgezet in het mineraal: kwarts.
 
Fossiele planten zijn overblijfselen van planten en bomen. Vaak zijn dit delen van de planten of bomen. Fossielen van planten worden meestal gevonden tijdens overstromingen. Stenen bomen ontstaan doordat het hout wordt omgezet in het mineraal: kwarts.
  +
  +
== Levende fossielen ==
   
 
== Fossielen in Nederland ==
 
== Fossielen in Nederland ==
Regel 57: Regel 65:
 
[[bestand:Parkinsonia parkinsoni 01.JPG|right|150px|een Ammoniet]]
 
[[bestand:Parkinsonia parkinsoni 01.JPG|right|150px|een Ammoniet]]
 
Een ammoniet is een schelp van een uitgestorven inktvisachtige. De naam komt van de Egyptische god Ammon. De grootte van de ammonieten verschilt van minder dan een centimeter tot meer dan 2,5 meter doorsnede. De nautilus is hun nakomeling. Ammonieten kan je veel vinden in Frankrijk.
 
Een ammoniet is een schelp van een uitgestorven inktvisachtige. De naam komt van de Egyptische god Ammon. De grootte van de ammonieten verschilt van minder dan een centimeter tot meer dan 2,5 meter doorsnede. De nautilus is hun nakomeling. Ammonieten kan je veel vinden in Frankrijk.
 
 
 
=== Barnsteen ===
 
=== Barnsteen ===
   
Regel 83: Regel 89:
 
== Tijdmachine ==
 
== Tijdmachine ==
   
De aarde bestaat al miljoenen jaren. De tijd waarin er mensen op aarde leven is maar een heel klein gedeelte van het totale bestaan van de [[aarde]]. Nederland kreeg de vorm waarin hij nu is pas een paar duizend jaar geleden. Dat betekent dat er in die miljoenen jaren enorm veel is veranderd. Door letterlijk in de aarde te kijken, kun je terug in de tijd kijken. Een voorbeeld daarvan is terug te vinden in gebieden waar duizenden of zelfs miljoenen jaren geleden water te vinden was. Een vis ging dood, zonk naar de bodem en er kwam zand overheen. Doordat er geen lucht meer bijkwam, ging de vis niet verloren. In de duizenden, soms miljoenen jaren daarna gebeurde dat over en over. Door verschuivingen van [[aardplaten]] verdween het water en kwam de bodem steeds meer naar boven. Daarom kun je op sommige bergen fossielen visjes vinden.
+
De aarde bestaat al miljoenen jaren. De tijd waarin er mensen op aarde leven is maar een heel klein gedeelte van het totale bestaan van de [[aarde]]. Nederland kreeg de vorm waarin hij nu is pas een paar duizend jaar geleden. Dat betekent dat er in die miljoenen jaren enorm veel is veranderd. Door letterlijk in de aarde te kijken, kun je terug in de tijd kijken. Een voorbeeld daarvan is terug te vinden in gebieden waar duizenden of zelfs miljoenen jaren geleden water te vinden was. Een vis ging dood, zonk naar de bodem en er kwam zand overheen. Doordat er geen lucht meer bijkwam, ging de vis niet verloren. In de duizenden, soms miljoenen jaren daarna gebeurde dat over en over. Door verschuivingen van [[aardplaten]] verdween het water en kwam de bodem steeds meer naar boven. Daarom kun je op sommige bergen fossielen visjes vinden.
 
 
 
=== Dalle aux Ammonites ===
 
 
 
   
 
== Dalle aux Ammonites ==
 
Het gebergte rond de Franse stad Digne-les-Bains was miljoenen jaren geleden nog een oceaanbodem. Als je daar nu door de bergen rijd kun je in het gesteente aan de kant van de weg oeroude schelpjes en fossielen van waterdieren vinden. Het beroemdste voorbeeld daarvan is [[Dalle aux Ammonites]], een grote rotswand met daarin duizenden ammonieten. in iedere steenlaag kun je weer andere fossielen tegenkomen. Soms zijn dat stukjes plant, [[insecten]] of diertjes. Als je dus heel diep zou graven, zou je het fossiel van een oervis tegen kunnen. In de aardlagen daarbovenop zou je weer andere fossielen van vissen tegen kunnen komen. Zo kunnen wetenschappers onderzoeken hoe bepaalde soorten zich in miljoenen jaren hebben ontwikkeld of wanneer ze zijn uitgestorven. [[Wetenschappers]] kunnen aan de hand van de verschillende fossielen in de verschillende aardlagen dus een goed beeld krijgen van hoe de aarde er vroeger uitzag. Eigenlijk is het graven in de grond een dus kijken in een tijdmachine.
 
Het gebergte rond de Franse stad Digne-les-Bains was miljoenen jaren geleden nog een oceaanbodem. Als je daar nu door de bergen rijd kun je in het gesteente aan de kant van de weg oeroude schelpjes en fossielen van waterdieren vinden. Het beroemdste voorbeeld daarvan is [[Dalle aux Ammonites]], een grote rotswand met daarin duizenden ammonieten. in iedere steenlaag kun je weer andere fossielen tegenkomen. Soms zijn dat stukjes plant, [[insecten]] of diertjes. Als je dus heel diep zou graven, zou je het fossiel van een oervis tegen kunnen. In de aardlagen daarbovenop zou je weer andere fossielen van vissen tegen kunnen komen. Zo kunnen wetenschappers onderzoeken hoe bepaalde soorten zich in miljoenen jaren hebben ontwikkeld of wanneer ze zijn uitgestorven. [[Wetenschappers]] kunnen aan de hand van de verschillende fossielen in de verschillende aardlagen dus een goed beeld krijgen van hoe de aarde er vroeger uitzag. Eigenlijk is het graven in de grond een dus kijken in een tijdmachine.
   
Regel 98: Regel 99:
   
 
== Weetjes over fossielen ==
 
== Weetjes over fossielen ==
{{youtube|gYxXCTmlwJM|Wat zijn fossielen?}}
+
{{youtube|gYxXCTmlwJM|Wat zijn fossielen?}}Wist je dat:
 
* Er in Mexico zelfs een helemaal versteend bos gevonden is.
 
* Er in Mexico zelfs een helemaal versteend bos gevonden is.
 
* Fossiel is in het Latijn :’ Fodere ’
 
* Fossiel is in het Latijn :’ Fodere ’
 
* De grootste ammoniet die ooit gevonden is heeft een doorsnee van 2,5 meter.
 
* De grootste ammoniet die ooit gevonden is heeft een doorsnee van 2,5 meter.
* De haai krijgt tijdens zijn leven wel 10.000 tanden, daardoor zijn fossiele haaientanden goed te vinden.
+
* De haai krijgt tijdens zijn leven wel 10.000 tanden. Tanden verteren moeilijk daardoor zijn fossiele haaientanden vaak terug te vinden.
  +
* Je muis die je in de tuin begraven hebt, geen fossiel kan worden. Dat komt omdat jij hem verstopt hebt onder de aarde en dit niet op een natuurlijke manier is gedaan. Het opgraven is meer iets voor een archeoloog. Daarom is een mummie ook geen fossiel is.
* Laatst is er een t-rex gevonden in de Verenigde staten.
 
  +
*
 
 
==Videolinken==
 
==Videolinken==
 
* [http://cgi.omroep.nl/cgi-bin/streams?/tv/nps/hetklokhuis/bb.20060214.asf Klokhuisfilmpje over fossielen]
 
* [http://cgi.omroep.nl/cgi-bin/streams?/tv/nps/hetklokhuis/bb.20060214.asf Klokhuisfilmpje over fossielen]
   
  +
== Bronnen ==
  +
{{Pabo}}
 
[[Categorie:Geschiedenis]]
 
[[Categorie:Geschiedenis]]
 
[[Categorie:Biologie]]
 
[[Categorie:Biologie]]

Versie van 6 nov 2017 23:01

Fossielen zijn overblijfselen van dieren, planten of sporen die door de jaren heen bewaard zijn gebleven. Daarnaast is het pas een fossiel als het op een natuurlijke manier is ontstaan en niet neergelegd of gemaakt door mensen. Een fossiel zit altijd in gesteente of in laagjes afgesleten materiaal (grind, klei, zand) wat op elkaar gedrukt is door de jaren heen (sediment).

Het woord fossiel komt van het latijnse woord fossilis wat letterlijk "verkregen door graven" betekend. 

Voorbeelden zijn: een versteende pootafdruk van een sabeltandtijger of een blad van een oerboom.

Hoe ontstaat een fossiel?

Niet alle dieren en planten die dood gaan worden ook fossielen. Veel dode planten en dieren worden opgegeten door andere dieren of ze rotten weg zonder dat er ook maar iets over blijft. De sporen raken vaak vervaagd door bijvoorbeeld de wind of het water wat er overheen komt. Denk maar aan jou voetstappen in het zand, deze gaan ook weg wanneer de zee er overheen komt. Fossielen ontstaan dus alleen onder wanneer alles goed gaat. Fossielen ontstaan onder speciale omstandigheden:

  • 1. Snel afdekken van overblijfselen. De resten moeten snel bedenkt worden onder bijvoorbeeld een laag zand, modder of klei. Die laag voorkomt dat het dode dier wordt opgegeten. Ook kan er door de klei of het zand geen zuurstof meer bij het dode dier komen. Zuurstof zorgt er voor dat planten en dieren snel wegrotten of verteren.Op deze manier kunnen er geen dieren bij om het op te eten. Hoe langer het blijft liggen hoe meer kans dat de resten verstenen en dat er een fossiel ontstaat. Dit verstenen gebeurt doordat het bot langzaam veranderd in steen. Hier gaan wel honderden jaren overheen.
  • 2. Hoge druk bewaren over duizenden jaren. Wanneer er veel lagen zand of ijs op het fossiel komen te liggen ontstaat er veel druk. Hierdoor kan een fossiel gevormd worden.
  • 3. In contact brengen met hoge temperaturen . Door de hoge temperatuur wordt het zand steen en het fossiel versteend ook.

Je kan een fossiel op twee manieren terug vinden:

  1. De resten of afdrukken kunnen als een soort stempel zijn achtergebleven in een steen.
  2. Ook kan een fossiel ontstaan doordat het overblijfsel daadwerkelijk versteent. Het fossiel neemt dan dezelfde vorm aan als het voorwerp dat het ooit was.

Meestal worden alleen de harde delen van een organisme een fossiel, zoals een skelet. Fossielen van zachte delen, zoals organen, zijn veel zeldzamer. Dit komt doordat de zachte delen eerder wegrotten als de harde delen. Dit wegrotten noem je verteren.

Fossielen van landdieren zijn zeldzamer dan fossielen van waterdieren. Dit komt omdat als een dier in het water sterft het naar de bodem zakt en hier bedolven wordt onder vele lagen andere doden dieren en zand. Ga maar eens met je voeten in het zand staan en zie hoe snel het water er voor zorgt dat je in het zand wegzakt. Dit gebeurt ook met dode dieren. In het water is minder zuurstof dan in de lucht. Diertjes die zorgen voor het verteren van andere dode dieren leven vaak op zuurstof. Om die reden rotten dieren onderwater langzamer weg dan boven water. Fossielen van landdieren zijn veel zeldzamer doordat het langer duur voor ze bedolven zijn onder bijvoorbeeld zand of klei.

Gidsfossielen

Als je ergens een fossiele schelp vindt, kan dat erop wijzen dat er daar ooit een zee was. Hoe groot die zee was kun je ook te weten komen. Dan moet je kijken of je nog meer fossiele schelpen vindt. Op die manier “vertellen” fossielen ons hoe de aarde er vroeger uitzag. Zulke fossielen noemen we gidsfossielen. Belangrijke gidsfossielen zijn Trilobieten. De trilobieten zijn namelijk op een bepaald moment uitgestorven. In jongere aardlagen zijn geen trilbieten meer te vinden. Als er trilobiet wordt gevonden geeft dit aan dat de aardlaag die aangetroffen is , minstens zo oud is als de leeftijd van de trilobieten. De dieren en planten die in dezelfde laag als de trilobieten worden gevonden, daarvan kunnen we zeggen dat ze uit de tijd van de trilobieten komen of ouder zijn.

Paleontologie

De studie naar fossielen heet paleontologie. Deze studie naar fossielen begon ongeveer 300 jaar geleden. Iemand die deze fossielen bestudeerd heet een paleontoloog. Een paleontoloog kan achterhalen hoe oud een fossiel is, wat het at en hoe het er ongeveer uit heeft gezien. Mensen die deze wetenschap bestuderen, onderzoeken dus het verleden met fossielen die ze vinden., waar fossielen dus ook onder vallen. Dankzij hen weten we veel over de dieren en planten uit de prehistorie. In het bijzonder het bestaan van de dinosaurus. We weten ook dat de dinosaurus 16,5 miljoen jaar geleden is uitgestorven. Dit weten we doordat er geen fossielen zijn gevonden jonger dan 16,5 miljoen jaar oud.

Let op: Een paleontoloog is iets anders dan een archeoloog . Een paleontoloog bestudeert resten die op een natuurlijke manier ergens terecht zijn gekomen. Het gaat dan over botten van dieren die dood zijn gegaan of een pootafdruk van een sabeltandtijger. Een archeoloog bestudeerd de resten van leven op aarde en ook het leven van mensen . Een pijl uit de oertijd bestuderen is het werk van een archeoloog en de botten van een schildpad uit de oertijd bestuderen is het werk va een palentotoloog.

Opgravingen

Paleontologen (mensen die dingen onderzoeken van vroeger) zoeken en graven fossielen op. Dankzij hen weten we veel over het dieren en plantenrijk uit de prehistorie. We weten bijvoorbeeld door fossiele mest wat de dieren aten. Jammer genoeg kunnen we aan de hand van fossielen niet zien wat voor geluid de dieren maakten en welke kleur de planten en dieren uit de prehistorie hadden. Het kan dus best zo zijn dat een dinosaurus kakelde als een kip. Het geluid en de kleur hebben onderzoekers vergeleken met dieren die op een pre-historisch dier lijken. Zo heeft de dinosaurus bijvoorbeeld de kleur die lijkt op die van een krokodil.

Fossielen zoeken en prepareren

Het schoonmaken van een fossiel noem je prepareren. Het gereedschap dat je nodig hebt om fossielen schoon te maken, verschilt van plek tot plek. Sommige fossielen zitten in los materiaal. Het enige wat je dan nodig hebt zijn goede ogen. In andere gevallen heb je gereedschap nodig om fossielen te vinden. Om fossielen te zoeken in gesteenten heb je een hamer en een beitel nodig. Speciale geologenhamers bestaan er in 2 soorten. Je hebt ze met een punt of met een platte achterkant. Voor hele harde gesteenten is het verstandig om een vuisthamer of moker mee te nemen. Sommige mensen gebruiken zelfs breekijzers of pikhouwelen. Als je een fossiel hebt uitgehakt, dan moet je het fossiel goed verpakken voor het vervoer. Voor kleine fossielen zijn gripzakjes goed. Grotere fossielen kun je het best inpakken in kranten. Voor zachte lagen heb je niets aan een hamer of een beitel. Hier kun je beter een zeef een graafwerktuigen voor gebruiken. Dit geld onder andere voor haaientanden. Om zand uit te graven is een schep en een zeef handig om mee te nemen. Ook is het handig om een krabber of een harkje mee te nemen om grindlagen los te maken.

Fossielen krijg je vaak te zien wanneer de laag waaronder de fossiel jaren heeft gelegen, weg slijt. Dit slijten van de bodem noem je bodemerosie. Door wind, water en het smelten van ijs kan een fossiel zichtbaar worden. Andere fossielen worden juist zichtbaar als je gaat zoeken in de lagen van de aarde.

Fossiele planten

Fossiele planten zijn overblijfselen van planten en bomen. Vaak zijn dit delen van de planten of bomen. Fossielen van planten worden meestal gevonden tijdens overstromingen. Stenen bomen ontstaan doordat het hout wordt omgezet in het mineraal: kwarts.

Levende fossielen

Fossielen in Nederland

Je kan ook fossielen in Nederland vinden. Je kan bijv. haaientanden vinden aan het strand. Hier heb ik een paar plaatsen:


Maar je hebt nog veel meer plaatsen.

Soorten fossielen

Je hebt heel veel soorten fossielen. Ik vertel wat over de meest voorkomende fossielen.


Ammoniet

een Ammoniet

Een ammoniet is een schelp van een uitgestorven inktvisachtige. De naam komt van de Egyptische god Ammon. De grootte van de ammonieten verschilt van minder dan een centimeter tot meer dan 2,5 meter doorsnede. De nautilus is hun nakomeling. Ammonieten kan je veel vinden in Frankrijk.

Barnsteen

Een barnsteen, wordt ook wel eens amber genoemd, is fossiele hars van naaldbomen. Het woord barnsteen komt van brand, omdat het kan branden. Soms zijn er in de hars insecten of planten delen gevangen, die daardoor heel goed bewaard zijn gebleven. Een barnsteen is heel licht. Als je het zachtjes tegen je tanden tikt, klinkt het alsof het plastic is. Barnsteen is meestal gelig van kleur.

Belemniet

Een belemniet is het skelet van de pijlinktvis. Het skelet is puntig en pijlvormig. Ze kwamen het meeste voor in het Krijt tijdperk.

Haaientanden

Fossiele haaientanden zijn vaak zwart of grijs. Een haai heeft een kaak die in de loop van de tijd draait, en steeds weer nieuwe tanden maakt.

Trilobieten

Trilobieten zijn eigenlijk reuze pissebedden. Het zijn de oudste bekende dieren met ogen. De trilobieten stierven weer uit ver voor de dinosauriërs. Een trilobiet heeft in de lengte drie delen; het kopschild, het lijf en de staartschild.

Versteend hout

Versteend hout is een versteende boom. Als er een boom omvalt, dan gaan de mineralen aan de slag. In elke steen zitten mineralen. Deze bepalen kleur, grote en soort. Deze mineralen komen in de boom en nemen de boom over. Dan voegen de mineralen zich samen. De boom bestaat dan dus uit mineralen en is dan steen. Vaak wordt het zo mooi versteend dat zelfs de jaarringen zichtbaar zijn!


Tijdmachine

De aarde bestaat al miljoenen jaren. De tijd waarin er mensen op aarde leven is maar een heel klein gedeelte van het totale bestaan van de aarde. Nederland kreeg de vorm waarin hij nu is pas een paar duizend jaar geleden. Dat betekent dat er in die miljoenen jaren enorm veel is veranderd. Door letterlijk in de aarde te kijken, kun je terug in de tijd kijken. Een voorbeeld daarvan is terug te vinden in gebieden waar duizenden of zelfs miljoenen jaren geleden water te vinden was. Een vis ging dood, zonk naar de bodem en er kwam zand overheen. Doordat er geen lucht meer bijkwam, ging de vis niet verloren. In de duizenden, soms miljoenen jaren daarna gebeurde dat over en over. Door verschuivingen van aardplaten verdween het water en kwam de bodem steeds meer naar boven. Daarom kun je op sommige bergen fossielen visjes vinden.

Dalle aux Ammonites

Het gebergte rond de Franse stad Digne-les-Bains was miljoenen jaren geleden nog een oceaanbodem. Als je daar nu door de bergen rijd kun je in het gesteente aan de kant van de weg oeroude schelpjes en fossielen van waterdieren vinden. Het beroemdste voorbeeld daarvan is Dalle aux Ammonites, een grote rotswand met daarin duizenden ammonieten. in iedere steenlaag kun je weer andere fossielen tegenkomen. Soms zijn dat stukjes plant, insecten of diertjes. Als je dus heel diep zou graven, zou je het fossiel van een oervis tegen kunnen. In de aardlagen daarbovenop zou je weer andere fossielen van vissen tegen kunnen komen. Zo kunnen wetenschappers onderzoeken hoe bepaalde soorten zich in miljoenen jaren hebben ontwikkeld of wanneer ze zijn uitgestorven. Wetenschappers kunnen aan de hand van de verschillende fossielen in de verschillende aardlagen dus een goed beeld krijgen van hoe de aarde er vroeger uitzag. Eigenlijk is het graven in de grond een dus kijken in een tijdmachine.

Fossiele brandstoffen

Olie en steenkool worden fossiele brandstoffen genoemd omdat ze zijn ontstaan uit oude microscopische kleine diertjes en plantjes. Als we ze verbranden komt de energie vrij. Aardolie is een fossiele brandstof waarvan veel producten worden gemaakt, zoals benzine en dieselolie. Fabrieken en vervoermiddelen werken op steenkool, gas en olie. Steenkool is ontstaan uit fossielenplanten, gas en olie uit fossiele zeewezens. De mensen gebruiken heel veel fossiele brandstoffen. Niet alleen als energiebron, maar ook om bijvoorbeeld plastic te maken.

Weetjes over fossielen

Fout in widget youtubesmall: unable to write file /usr/share/mediawiki/extensions/Widgets/compiled_templates/wrt6736ee5dafd698_61054383

Wist je dat:

  • Er in Mexico zelfs een helemaal versteend bos gevonden is.
  • Fossiel is in het Latijn :’ Fodere ’
  • De grootste ammoniet die ooit gevonden is heeft een doorsnee van 2,5 meter.
  • De haai krijgt tijdens zijn leven wel 10.000 tanden. Tanden verteren moeilijk daardoor zijn fossiele haaientanden vaak terug te vinden.
  • Je muis die je in de tuin begraven hebt, geen fossiel kan worden. Dat komt omdat jij hem verstopt hebt onder de aarde en dit niet op een natuurlijke manier is gedaan. Het opgraven is meer iets voor een archeoloog. Daarom is een mummie ook geen fossiel is.

Videolinken

Bronnen

Stap6.gifDit artikel is (gedeeltelijk) geschreven door Pabo-studenten van de MarnixAcademie en blijft in ieder geval staan tot de beoordeling is gegeven.Nuvola apps kwrite.png
Afkomstig van Wikikids , de interactieve Nederlandstalige Internet-encyclopedie voor en door kinderen. "https://wikikids.nl/index.php?title=Fossiel&oldid=496529"