Maan: verschil tussen versies

Uit Wikikids
Naar navigatie springen Naar zoeken springen
Regel 12: Regel 12:
   
 
De meeste manen in het zonnestelsel zijn erg klein, maar er is een aantal grote, planeetachtige manen. Onze maan hoort daar ook bij. Hoewel er manen zijn die nog groter zijn dan onze maan, worden de aarde en de maan wel als ''dubbelplaneet'' aangeduid. Dit omdat de maan in vergelijking met de aarde erg groot is. Alleen bij de planeet [[Pluto (dwergplaneet)|Pluto]] en zijn maan Charon is de maan naar verhouding nóg groter.
 
De meeste manen in het zonnestelsel zijn erg klein, maar er is een aantal grote, planeetachtige manen. Onze maan hoort daar ook bij. Hoewel er manen zijn die nog groter zijn dan onze maan, worden de aarde en de maan wel als ''dubbelplaneet'' aangeduid. Dit omdat de maan in vergelijking met de aarde erg groot is. Alleen bij de planeet [[Pluto (dwergplaneet)|Pluto]] en zijn maan Charon is de maan naar verhouding nóg groter.
 
==Feiten over de Maan==
 
{|border="1" cellpadding="3" style="border-collapse:collapse;border:1px solid silver;margin:0 1em;"
 
|-
 
|Diameter || 1km
 
|-
 
|Gemiddelde afstand tot de Aarde || 4 km
 
|-
 
|Atmosfeer || geen
 
|-
 
|Kleur || Roze
 
|-
 
|Kern || kleine ijzerkern
 
|-
 
|Omlooptijd rond de Aarde || 27,3217 dagen (siderische maand)
 
|-
 
|Tijd tussen twee volle manen || 29,5306 dagen (synodische maand)
 
|}
 
   
 
==Baan en rotatie==
 
==Baan en rotatie==

Versie van 7 jun 2017 08:30

Stap6.gifDit artikel is (gedeeltelijk) geschreven door Pabo-studenten van de MarnixAcademie en blijft in ieder geval staan tot de beoordeling is gegeven.Nuvola apps kwrite.png
Zie het artikel Maan de Steenwinkel voor de zangeres Maan.
Maan
Maan.jpg
Je kunt met een verrekijker goed naar
de maan kijken, probeer dat maar eens.

De maan is de enige natuurlijke maan van de aarde (er zweven ook enkele andere minimaantjes in hoefijzervormige banen rond de aarde waarvan Cruithne de meeste aanspraak maakt om als echte maan gezien te worden) en wordt soms aangeduid met haar Latijnse naam Luna.

De meeste manen in het zonnestelsel zijn erg klein, maar er is een aantal grote, planeetachtige manen. Onze maan hoort daar ook bij. Hoewel er manen zijn die nog groter zijn dan onze maan, worden de aarde en de maan wel als dubbelplaneet aangeduid. Dit omdat de maan in vergelijking met de aarde erg groot is. Alleen bij de planeet Pluto en zijn maan Charon is de maan naar verhouding nóg groter.

Baan en rotatie

We spreken van de gemiddelde afstand van de aarde tot de maan, omdat de maan een elliptische baan om de aarde aflegt, hierdoor verschilt de afstand van de aarde tot de maan van punt tot punt.
Het punt waar de maan het verst van de aarde afstaat heet apogeum (afstand maan-aarde 405.500 km) en het punt waar de maan het dichtst bij de aarde staat heet perigeum (afstand 363.345 km).

Gesynchroniseerde rotatie

De rotatie van de maan is gesynchroniseerd met haar omlooptijd rond de aarde. Praktisch betekent dit dat de maan steeds dezelfde kant naar de aarde gericht houdt. Zo spreekt men van de voorkant en de achterkant van de maan. Voordat een ruimtesonde een kijkje aan de achterkant had genomen, wist men eigenlijk niet hoe deze eruit zag.

Getijden

De maan is, samen met de zon en de draaiing van de aarde, verantwoordelijk voor de getijdenwerking op de aarde. Deze getijdenwerking zorgt ervoor dat de draaisnelheid (rotatie) van de aarde langzaam afneemt.
Van haar kant oefent de aarde ook getijdenwerking op de maan uit, maar wel van een ordegrootte sterker. Hierdoor is de draaisnelheid van de maan al zo sterk afgenomen dat zij precies evenveel tijd nodig heeft om om haar eigen as te draaien, als éénmaal om de aarde (synchrone rotatie). Dat verklaart waarom we vanaf de aarde altijd dezelfde kant van de maan zien.

Rode kleur bij maansverduistering

De maan vertoont schijngestalten doordat gewoonlijk slechts een gedeelte van het van de aarde af zichtbare maanoppervlak door de zon wordt verlicht; tijdens nieuwe maan als de maan en de zon, vanaf de aarde gezien, samenstaan (in conjunctie staan), is de donkere helft naar de aarde gekeerd. De volgende avonden staat bij zonsondergang een smalle maansikkel aan de westelijke hemel; na ongeveer een week is de boogafstand (elongatie, de hoek tussen de lijnen aarde-zon en aarde-maan) tot de zon toegenomen tot ca. 90 graden en is de sikkel tot een halve cirkel geworden (eerste kwartier). Nog een week later is zij zover naar het oosten gelopen dat de maan bij zonsondergang opkomt en vol is geworden. Weer een week later komt de maan pas omstreeks middernacht op en is nog maar voor de helft verlicht (laatste kwartier). Daarna komt zij steeds later op en neemt steeds meer af om ten slotte alleen nog aan de oostelijke morgenhemel, vlak voor zonsopkomst, als een smal sikkeltje zichtbaar te zijn. Deze totale cyclus duurt 29,530588 dagen. Wanneer de volle maan 'perfect' is, en de zon, aarde en maan precies op één lijn staan, is er een maansverduistering: De maan komt dan precies in de schaduw van de aarde te staan. Hierdoor valt er geen zonlicht op de maan. De maan wordt nooit helemaal donker, omdat een kleine hoeveelheid zonlicht door de aardatmosfeer de maan bereikt. De maan krijgt een rode kleur. In het geval van nieuwe maan kan er op overeenkomstige wijze een zonsverduistering ontstaan. Dan werpt de maan haar schaduw op de aarde.

Oppervlak

Inslagkraters

Copernicuskrater op de maan.

Het grootste deel van het maanoppervlak is bedekt met inslagkraters. De meeste hiervan zijn gelegen in de zogenaamde hooglanden van de maan. Deze kraters stammen uit de tijd van het grote oerbombardement waarin restanten van het ontstaan van het zonnestelsel op de planeten en hun manen terecht kwamen. De grootste van deze kraters is heel duidelijk vanaf de aarde te zien, hij is genoemd naar één van de eerste sterrenkundigen Copernicus - de Copernicuskrater. Het ontbreken van een atmosfeer op de maan laat toe dat de kraters na 4 miljard jaar er meestal nog 'vers' uitzien.

Vulkanisme

Enkele grotere (en vooral diepere) inslagstructuren zijn later tijdens één van de vulkanische perioden van de maan opgevuld geraakt. Dit zijn dus in feite enorme vulkanische vlakten en geen zeeën zoals men vroeger dacht. Dit maan oppervlak wordt Maria genoemd. Dit komt van het Latijnse woord mare, wat zee betekend.

Ontstaan

De gangbare theorie is dat de maan is ontstaan doordat de aarde botste met Theia, een object ongeveer even groot als Mars. Theia zou hierbij vernietigd of weggeslingerd zijn zijn (mogelijk is dit de oorsprong van de planetoïdengordel voorbij Mars), en een enorm brok materie brak los van de aarde en vormde de maan. Deze theorie vindt bevestiging in de samenstelling van de gesteenten op de maan, die ongeveer dezelfde is als die van de aardkorst. Volgens nader onderzoek aan isotopen in deze gesteenten (die teruggebracht waren door verschillende Apollo-vluchten) gebeurde dit 4,527 miljard jaar geleden, dus slechts dertig tot vijftig miljoen jaar na het ontstaan van het zonnestelsel.

Bemande ruimtevaart naar de maan

Mensen die op de maan hebben gelopen

Tussen juli 1969 en december 1972 heeft de NASA zeven bemande vluchten uitgevoerd met als doel mensen op de maan te brengen. Zes van deze vluchten waren succesvol en brachten ieder twee mensen op de maan. De zevende vlucht, van Apollo 13 werd door een ongeluk voortijdig afgebroken. Deze mensen hebben op de maan gelopen:

  1. Neil Armstrong - Apollo 11 - juli 1969
  2. Edwin Aldrin - Apollo 11 - juli 1969
  3. Charles Conrad - Apollo 12 - november 1969
  4. Alan Bean - Apollo 12 - november 1969
  5. Alan Shepard - Apollo 14 - februari 1971
  6. Edgar Mitchell - Apollo 14 - februari 1971
  7. David Scott - Apollo 15 - juli 1971
  8. James Irwin - Apollo 15 - juli 1971
  9. John Young - Apollo 16 - april 1972 (tevens aan boord van Apollo 10, maar zonder maanlanding)
  10. Charles Duke - Apollo 16 - april 1972
  11. Gene Cernan - Apollo 17 - december 1972 (tevens aan boord van Apollo 10, maar zonder maanlanding)
  12. Harrison Schmitt - Apollo 17 - december 1972

Mensen die dicht in de buurt kwamen maar niet landden

Op elk van de hierboven genoemde missies bleef een astronaut achter in het deel van het ruimteschip dat rond de maan bleef cirkelen terwijl de andere twee zich op de maan bevonden.

De missies van de Apollo 8, 10 en 13 hadden ook ieder drie man aan boord en cirkelden rond de maan - in het geval van de Apollo 13 slechts één keer rond - maar landden niet.

De twaalf mensen die dicht in de buurt van de maan kwamen zijn:

  1. Frank Borman - Apollo 8
  2. Jim Lovell - Apollo 8, Apollo 13
  3. Bill Anders - Apollo 8
  4. Tom Stafford - Apollo 10
  5. Michael Collins - Apollo 11
  6. Dick Gordon - Apollo 12
  7. Jack Swigert - Apollo 13
  8. Fred Haise - Apollo 13
  9. Stuart Roosa - Apollo 14
  10. Al Worden - Apollo 15
  11. Ken Mattingly - Apollo 16
  12. Ronald Evans - Apollo 17

De drie astronauten die aan twee maanmissies deelnamen zijn Lovell, Young en Cernan. Van deze drie heeft alleen Lovell niet de gelegenheid gehad op de maan te lopen.

Kolonisatie van de maan

President Bush maakte op 17 december 2005 in een persconferentie op het hoofdgebouw van de NASA grootse plannen bekend voor een permanent bewoonde maanbasis. De president van Amerika zei uiterlijk in 2013 een bemand ruimtestation te willen hebben. Als het ISS af is, zouden de eerste mensen naar de maan moeten gaan om er een station te bouwen. Maar de VS zijn niet het enige land dat last heeft van "maankoorts": Japan wil voor 2016 een sterrenkijker op de schaduwzijde van de maan hebben staan, en het Europese ruimtebedrijf Lunex wil er zonnepanelen op bouwen voor energie op aarde en op de maan. "Een zonnepaneelfabriek even groot als Nederland zou genoeg energie moeten kunnen produceren om de gehele wereld van milieuvriendelijke energie te voorzien" aldus Lunex.

Externe link

Videolink

Sjabloon:Zonnestelsel

Afkomstig van Wikikids , de interactieve Nederlandstalige Internet-encyclopedie voor en door kinderen. "https://wikikids.nl/index.php?title=Maan&oldid=481321"