Opstand

Een opstand is als inwoners van een land of gebied niet meer willen luisteren naar een bepaald gezag en daarbij worden tegengewerkt door politieagenten of soldaten. Mensen die in opstand komen noem je ook wel opstandelingen. Je kunt zorgen dat mensen luisteren naar het gezag door:

1. de baas te spelen over iemand anders of de taken van iemand anders opvolgen zodat diegene macht over iemand heeft
2. vechten tegen de opstandelingen

Bij een opstand is het vaak zo dat de inwoners van een land, regio of provincie in opstand tegen hun regering of tegen de regering die het eigen land heeft bezet (zoals bij nazi-Duitsland dat Nederland bezette). Dat gebeurt vaak wanneer ze door een ander land bezet of onderdrukt worden, of slecht behandeld. Wanneer een regering een wanbeleid voert (slechte beslissingen neemt) of mensen discrimineert of slecht behandeld dan kan er een opstand komen.

Soms lukt het de opstandelingen om gebieden te veroveren, zodat dit gebied niet langer geregeerd wordt door degenen waartegen men in opstand is gekomen.

Een reden tot een opstand kan de bezetting van het ene land door het andere zijn. De bevolking vecht dan terug om weer de baas in eigen land te worden. Dat kan met geweld, maar ook op een vreedzame manier. Uiteindelijk is het doel:

1. Zeggenschap in eigen land (eigen regering)
2. Vrede in het land
3. De regering vervangen (staatsgreep of revolutie)