Onafhankelijkheid van Suriname: verschil tussen versies
Regel 47: | Regel 47: | ||
== En daarna == |
== En daarna == |
||
− | In eerste instantie veranderde er na de dekolonisatie niet heel veel. De grondwet was bijna precies het zelfde als de Nederlandse, de gouverneur van Suriname werd verkozen tot president en het kabinet Arron bleef regeren tot 1977. |
+ | In eerste instantie veranderde er na de dekolonisatie niet heel veel. De grondwet was bijna precies het zelfde als de Nederlandse, de gouverneur van Suriname werd verkozen tot president en het kabinet Arron bleef regeren tot 1977. Wat er wel veranderde was dat de regering nu zijn eigen buitenlandse politiek kon bepalen. Mensen waren net na de dekolonisatie redelijk positief en de immigratiecijfers daalden weer. |
+ | '''Maar''': een paar jaar later was er weinig tot niks terecht gekomen van de ontwikkelingshulp die beloofd was. En Surinamers migreerden weer met velen naar Nederland. Ze verloren het vertrouwen in de wederopbouw van Suriname. |
Versie van 24 jan 2016 23:03
Dit artikel is (gedeeltelijk) geschreven door Pabo-studenten van de MarnixAcademie en blijft in ieder geval staan tot de beoordeling is gegeven. |
Op 25 november 2015 vierde Suriname dat het 40 jaar onafhankelijk is van Nederland. Voor bijna 300 jaar is Suriname namelijk een kolonie geweest van Nederland. Daarom kan je je voorstellen dat de beslissing om onafhankelijk te worden niet van de ene op de andere dag gemaakt was. Wat is er allemaal aan vooraf gegaan?
Multicultureel
Suriname is een multicultureel land. Dat betekend dat er veel verschillende bevolkingsgroepen wonen. Dit was al het geval in de 18e eeuw. De grootste bevolkingsgroepen waren de:
- Creolen: dit zijn Afrikaanse afstammelingen van de slaven.
- Hindoestanen: deze bevolkingsgroep kwam uit India om werk te zoeken in Suriname.
- Javanen: deze Indiërs zijn door de Nederlanders uit Nederlands-Indiê gehaald om te werken in Suriname.
Ook woonden er heel veel blanke immigranten in Suriname. Deze kwam vaak 'geluk zoeken'. Zij kwamen uit heel Europa: Rusland, Polen, Duitsland en natuurlijk Nederland. Aan het eind van de 18e eeuw telde Suriname zo'n 3300 blanken.
Onrust In Suriname
De bevolkingsgroepen leefde vrijwel vredig naast elkaar. Dat betekent dat ze niet steeds met elkaar in conflict waren. Maar door de Tweede Wereldoorlog werden sommige bevolkingsgroepen wakker geschud. Tijdens en na de Tweede Wereldoorlog werden er veel landen gedekoloniseerd. Vooral de Creolen waren hiervan onder de indruk. Eigenlijk vonden ze dat Nederland niet meer de baas mocht zijn over hun land. De creolen voelden zich immers 'echte' Surinamers. Surinamers hadden weinig tot geen inspraak in de politiek. Het waren voornamelijk blanke Nederlandse mensen die de beslissingen maakten voor het land. Daar waren de Creolen het niet meer mee eens. Zij richtte in 1943 de Uni Suriname op. Dit was een 'culturele vereniging'. Deze naam was eigenlijk een dekmantel. Het doel van deze vereniging was dat ze al die bevolkingsgroepen wilde herenigen. Maar eigenlijk wilde ze vooral stiekem invloed krijgen op de politiek door culturele activiteiten. Deze vereniging was de eerste de tekenen van nationalisme vertoonde.
Onrust in Nederland
Ook in Nederland werd de onafhankelijkheid van Suriname geëist. Door Creolen die in Nederland studeerden werd in 1948 de vereniging Wi Eegi Sani opgericht. Wi Eegi Sani betekent Ons eigen ding. Deze beweging bleef klein ondanks zijn inspanningen. De voorman van deze beweging heette Eddy Bruma. Hij ging terug naar Suriname om in 1961 een politieke partij op te richten. Deze partij heette de: Partij van de Nationalistische Republiek (PNR). Eigenlijk was dit de enige partij die vóór onafhankelijkheid was.
Waarom geen onafhankelijkheid? Het merendeel van de Surinamers wilde geen onafhankelijkheid. Tegenstanders gingen de straat op om te demonstreren. Ze waren bang dat Suriname in verval zou raken. Ze waren ook bang dat er veel spanningen zouden komen tussen de verschillende bevolkingsgroepen. Omdat Suriname een kolonie was van Nederland, hadden Surinamers geen visum nodig om Nederland binnen te mogen. Veel Surinamers emigreerden naar Nederland. Ze hoopte hier een betere toekomst te kunnen krijgen. Omdat hier in Nederland beter scholen en meer kans was op een baan.
Door naar de verkiezingen
De politieke partij van Eddy Bruma (PNR) haalde niet genoeg stemmen in de verkiezingen van 1963. De partij ging in 1973 samenwerken met de Nationale Partij Suriname (NPS). Ze vormden een nieuwe naam: Nationalistische Partij Kombinatie (NPK). In dat jaar won de NPK de verkiezingen en hadden ze de meerderheid in de Staten. Dat betekent dat de NPK nu de macht had om wetten door te voeren. Ze kozen een nieuwe leider: Heck Arron. In 1974 kondigde Arron aan dat de onafhankelijkheid er zeker zou komen en niet later dan 1975.
Hoe nu verder? De meeste Surinamers geloofde niet in onafhankelijkheid en nu deze wel heel dichtbij kwam, emigreerden mensen massaal naar Nederland. Tot dat zelfs 1/3e deel van de hele bevolking van Suriname in Nederland woonde. Aan de onderhandelingstafel verliep alles rustig. Maar in Suriname zelf liepen de spanningen hoog op. Tegenstanders gingen rellen, demonstreren, brandstichten en er werd zelfs een mislukte moordpoging gedaan op president Arron. En daar bleef het niet bij. 3 leden van de NPK stapten op. Waardoor de NPK geen meerderheid meer had. Hierdoor leek de onafhankelijkheid niet meer haalbaar te zijn in 1975. Burgers en politici vreesden voor een burgeroorlog. De oppositiepartij, dit is een partij die tegenover de NPK stond, besloot toen mee te gaan met het voorstel voor onafhankelijkheid. Waardoor de onderhandelingen weer verder konden.
Onafhankelijk
Nadat de onderhandelingen weer verder konden gaan over de dekolonisatie ging het snel. In dat zelfde jaar op 25 november riep de Staten officieel de onafhankelijkheid uit over Suriname.
En daarna
In eerste instantie veranderde er na de dekolonisatie niet heel veel. De grondwet was bijna precies het zelfde als de Nederlandse, de gouverneur van Suriname werd verkozen tot president en het kabinet Arron bleef regeren tot 1977. Wat er wel veranderde was dat de regering nu zijn eigen buitenlandse politiek kon bepalen. Mensen waren net na de dekolonisatie redelijk positief en de immigratiecijfers daalden weer. Maar: een paar jaar later was er weinig tot niks terecht gekomen van de ontwikkelingshulp die beloofd was. En Surinamers migreerden weer met velen naar Nederland. Ze verloren het vertrouwen in de wederopbouw van Suriname.